Alan Flusser
Als u in New York bent, moet u beslist bij hem langslopen. Zijn boetiek op de 6de verdieping van de Saks Fifth Avenue is een waar begrip in de herenmode. Mannen als Ralph Lauren, Michael Douglas, Tom Wolfe besparen geen enkele lofbetuiging als het om deze specialist in mannelijke elegantie gaat. The Principles of Fine Men’s Dress, of hoe het volgens Alan Flusser moet.
Hij heeft niets van een buitenaards wezen of een dandy uit een ander tijdperk. Alan Flusser vertoont alleen een buitengewone interesse voor de stijl van de man. Kleding en houding spelen daarin een essentiële rol. In New York hadden we een gesprek met deze Amerikaanse god die de mannelijke elegantie predikt.
“Tussen de jaren 1930 en 1950 was kleding een erg persoonlijke aangelegenheid. Vooral de aristocratie besteedde veel aandacht aan kleding. Ze wilde ‘bij’ zijn. Ook op sociaal en politiek vlak. Niets mocht onopgemerkt aan deze klasse voorbijgaan”, zegt Alan Flusser. ” Fred Astaire, the Duke of Windsor, Gary Cooper: dat soort mensen bedoel ik. Met de jaren ’60 verandert dat. Het fenomeen van ‘designers’ duikt ook in de modewereld op. Rond beroemdheden ontstaat een hele cultuur. Dat heeft tot op zekere hoogte tot vervlakking geleid. Men ging beroemdheden na-apen. De individuele stijl werd afgezwakt, was minder uitgesproken.”
Volgens Flusser namen de jongeren toentertijd een rebelse houding aan ten opzichte van de mode. “Ze trokken alles in twijfel. De manier van voorkomen, van praten, van doen en laten en natuurlijk ook van kleden. Ze wilden er nog jonger uitzien. Dat lukte, maar dan wel ten koste van de traditie. De jongeren verloren elk contact met de traditionele basisprincipes. Niemand leerde hen het vak van het ‘goed kleden’. Nu merken we gelukkig dat de jongeren weer op zoek zijn naar de basis van een eigen stijl. Wat niet betekent dat de hele modebusiness, de hele imitatiecultuur, verdwenen is.”
Van kindsbeen af
heeft Alan Flusser een oog voor mannelijke elegantie. “Mijn vader wist zich perfect te kleden”, zegt hij. “Ik ben erin opgegroeid.”
“Stijl speelt zich in wezen voornamelijk aan de binnenkant af. Het probleem van de mode-industrie is dat ze zich te zeer op het uiterlijk toespitst”, zegt Flusser. Sterker nog. Volgens Flusser lopen er veel mensen rond die denken dat ze stijl hebben, en zo op het eerste gezicht ziet dat er ook zo naar uit. “Totdat je een gesprek met ze begint en merkt dat het deze mensen aan manieren ontbreekt. Ze weten niet wat beleefdheid is, en de hechte band die binnen- en buitenkant met elkaar zou moeten verbinden, kennen ze niet.”
“Publieke personen – of het nu acteurs, politici of zangers zijn – oefenen vandaag nog altijd een sterke invloed uit op de mode. Stijl blijft echter een persoonlijk kenmerk. Stijl is de vertaling van het innerlijke naar het uiterlijke. Het is niet omdat je precies hetzelfde draagt als die ene mannequin in dat ene magazine, dat je ook stijl hebt. Misschien loop je er wel modieus bij, maar dat is dan alles.”
Alan Flusser vindt dat een man eerst een donkerblauw kostuum moet leren dragen. Met bijpassend wit hemd, een deftige das, in de pochette de witte zakdoek, en onder de broek donkere schoenen en dito sokken. “Dat is de basis. En vanuit die basis kun je vervolgens verder werken. Je moet kleurschakeringen aanleren, leren welke snit je goed past, welke combinaties goed staan. Maar de basis, en die berust op rijke eenvoud, is absoluut noodzakelijk.”
Waarom is haast elke man knap in een smoking, ongeacht de kwaliteit en snit? Knap met maar twee kleuren: zwart en wit. “Omdat eenvoud rijk en stijlvol is. Wie eenvoudige kleding draagt, straalt integriteit uit. Je kleren vertellen veel over wie je bent.”
Proporties
spelen net zo’n belangrijke rol in ‘s mans uitstraling als kleur en snit. Sommige mannen ogen beter en knapper in een jasje met brede schouders, andere niet. Vertrekkend vanuit de eenvoud moet de man vervolgens op zoek gaan naar de verfijning van zijn persoonlijke stijl. “Neem nu de kleuren. Moeten die – zoals dat voor de zakenman meestal geldt – het contrast tussen je haren en je jasje bijvoorbeeld vergroten, zodanig dat het accent op je aangezicht komt te liggen? Een man met een vrij bleke huid en een lichte haarkleur draagt bijvoorbeeld best niet al te veel kleuren. Dat zou immers betekenen dat zijn aangezicht nauwelijks de aandacht zou trekken. Probeer het maar uit, je zult het meteen merken. En het is een les voor het leven.”
Alan Flusser vergelijkt het aangezicht met een schilderij. Hemd en pak vormen de kader die het schilderij tot uiting moet doen komen.
Nog een onmisbaar detail. De grootte, of althans de indruk van de grootte, van een persoon wordt mede bepaald door de lengte van het jasje dat hij draagt. Je moet zoeken welke lengte het best bij je past. Hoeveel millimeter moeten de manchetten van je hemd onder je jasje uitkomen? Het is allemaal leerstof.
Alan Flusser: “Ik probeer de mensen aan te moedigen een eigen stijl te zoeken. Dat vergt een zekere background, maar die kun je aanleren. De meeste mensen hebben geen besef van de basisprincipes voor een eenvoudig en juist passend pak. Dat kun je niet leren met het lezen van mijn boeken, maar die lectuur is alvast een goed begin. Wil je iets goed doen, dan vergt dat inspanning. Dat is met alles zo. Ook met kleding. En het maakt totaal niet uit tot welke sociale klasse je behoort. Dat heeft hier niets mee te maken. Iedereen kan zich deftig leren kleden. Als hij de basisstelregels maar toepast. Je moet weten in welke kleren you look good in. En dat leer je. Mijn boeken brengen je bijvoorbeeld een aantal goede vragen bij die je tijdens je leerschool stellen moet.”
In een vorig leven
werkte Alan Flusser nog voor Pierre Cardin, USA. Geen wonder dus dat de man de technieken van de kleding perfect beheerst.
Beursmakelaars van Wall Street lopen bij hem de deur plat. Geen wonder, als je weet dat Alan Flusser uitgekozen werd om Michael Douglas te kleden in de film Wall Street. Amerikaanse journalisten en televisiepresentatoren laten zich in hun kledingkeuze maar al te graag bijstaan door Alan Flusser. Zijn twee boeken over mannelijke stijl hebben hun verdiende succes ook gekregen. Van Clothes and the man werden 100.000 exemplaren verkocht, van Style and the man gingen er tot op heden 50.000 over de toonbank. Het ziet er dus naar uit dat ‘de man’ zich weer om zijn kleding bekommert.
Bovendien neemt het belang van kleding in de maatschappij alsmaar toe. In het beroepsleven heeft kleding vaak een communicatieve, zelfs persuasieve waarde.
“De jongste generatie toont meer en meer interesse voor stijl en kleding. Dat geldt wereldwijd. Nochtans is het niet deze generatie die de meeste middelen in huis heeft om de gewenste kleding te kopen. Maar zij hebben de smaak te pakken, en naarmate deze generatie ouder wordt, zal ze meer verdienen en ook meer geld kunnen uitgeven aan kleren. Ik schat dat een veertiger over een jaar of 10 een aanzienlijk groter bedrag aan kleding zal besteden, dan een veertiger dat vandaag doet.”
Alan Flusser heeft ook een prêt-à-porter lijn. Zijn ontwerpen zijn verkrijgbaar in alle uithoeken van de VS en in Japan. Van een vestiging in Europa is voorlopig geen sprake.
The Alan Flusser Custom Shop – Saks Fifth Avenue, 6th floor – 611 Fifth Avenue – New York. Tel: 001-212-888.71.00. Fax: 940.46.99.
Clothes and The Man/Alan Flusser – Villard Books 1985; New York Style and The Man/Alan Flusser – Harpercollins Publishers – 1996 New York.
SERGE VANMAERCKE, GERALD DAUPHIN
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier