Defensiesector neemt hoge vlucht
Het zijn mooie tijden voor beleggers in defensieaandelen. De S&P Aerospace & Defense-index staat 30 procent hoger dan twaalf maanden geleden.
Het zijn mooie tijden voor beleggers in defensieaandelen. De S&P Aerospace & Defense-index staat 30 procent hoger dan twaalf maanden geleden. Daar is de komst van Donald Trump in het Witte Huis natuurlijk niet vreemd aan. Hij heeft de spanningen in de wereld opgevoerd en de defensie-industrie neemt daar de polsslag van. De index klimt al maanden spectaculair op het ritme van de stoere taal die verscheidene wereldleiders verkondigen. De Amerikaanse president is ook de man die de Europese NAVO-partners voor hun verantwoordelijkheid stelt. In plaats van te blijven besparen op landsverdediging moeten de budgetten omhoog, zodat elke lidstaat een faire bijdrage levert aan de gezamenlijke veiligheidsinspanning.
Bij ons heeft zich dat vertaald in een felle discussie over de vervanging van de Belgische F-16-toestellen. Kiest de regering weer voor de F-35? Opnieuw voor vliegtuigen van Lockheed Martin, om zo Trump te paaien als compensatie voor het te lage budget dat ons land uitgeeft aan defensie? Of gaan we voor toestellen van andere fabrikanten, zoals het Franse Dassault (Rafale) of British Aerospace (Eurofighter)? Het veroorzaakt niet alleen kopzorgen bij militairen en politici, maar ook bij beleggers. Vrijwel alle betrokken bedrijven zijn beursgenoteerd.
Sterke Franse spelers
Société Anonyme Belge de Constructions Aéronautiques (SABCA) is een Belgische onderneming, die deel uitmaakt van het Franse Dassault Group. SABCA fabriceert en ontwerpt materialen, structuren en technieken ten behoeve van de lucht- en de ruimtevaart. Het bedrijf werkt voor de civiele luchtvaart en ruimtevaart, maar ook voor defensie. Het zou zelfs onderdelen leveren voor de nieuwe F-35. Er noteert slechts 3 procent van de aandelen op Euronext. Er is dus vrijwel geen handel meer in dat aandeel.
Defensieaandelen zijn vooral te vinden op Wall Street, dicht bij de grootste klant ter wereld, het Pentagon, maar ook in Parijs en Londen. In Frankrijk zijn drie bedrijven actief in de civiele en de militaire sector. Een ervan wordt zelfs regelmatig genoemd als het sterkste Franse aandeel. Safran kan inderdaad een heel fraai beursparcours voorleggen, zowel op korte als op lange termijn. Vorig jaar steeg de koers met ongeveer 30 procent. In vijf jaar verdubbelde de waarde. Over tien jaar klom de koers zelfs van 15 euro tot het huidige niveau van 100 euro. Ondanks die forse koersstijgingen noteert het aandeel tegen 21 keer de verwachte winst van dit jaar. Dat is niet weinig, maar ook niet overdreven voor zo’n aandeel. Dit jaar wordt een dividend van 1,78 euro per aandeel verwacht, wat neerkomt op een rendement van 1,80 procent. Volgend jaar zou het dividendrendement zelfs tot boven 2 procent stijgen. Een aandeel van topklasse.
Thales is eveneens een Frans bedrijf dat wereldwijd actief is in defensie. Die activiteit is goed voor de helft van de omzet van bijna 16 miljard euro. Verder zorgen de diensten en de producten voor de luchtvaartsector voor 40 procent van de omzet. Thales realiseert ongeveer een vijfde van haar omzet in Frankrijk. Het bedrijf voorziet alle legermateriaal (vliegtuigen, helikopters, schepen en voertuigen) van elektronica en het levert de radio- en communicatietechnologie. Daarnaast is het bedrijf actief in cybersecurity. De koers-winstverhouding bedraagt 22. Net zoals Safran presteert ook Thales sterk op de beurs.
Britse problemen
De prestigieuze naam Rolls-Royce doet het veel minder goed op de beurs van Londen. Het bedrijf ontstond in 1906 en ging in 1971 failliet. Dat leidde tot de nationalisering van de onderneming. In 1973 werd de autodivisie afgesplitst als Rolls-Royce Motors. Rolls-Royce Limited zelf werd in 1987 geprivatiseerd onder de naam Rolls-Royce plc. Dat bedrijf is actief als fabrikant van vliegtuigmotoren voor de burgerlijke en de militaire luchtvaart van Airbus en Boeing. Bepaalde types van de Trent 1000-motoren die Boeing in zijn Dreamliners gebruikt, leveren wel problemen op. Rolls-Royce moet 400 vliegtuigmotoren onderzoeken, omdat ze mogelijk niet stevig genoeg zijn. Bij eerdere problemen met de Trent 1000 moesten tientallen vliegtuigen van onder meer Virgin Atlantic en British Airways worden gecontroleerd. Dat kostte Rolls-Royce vorig jaar 220 miljoen pond. Ook nu zal de schade aanzienlijk zijn. Het aandeel is minder geschikt voor de goede huisvader-belegger.
Het aandeel van British Aerospace (BAe) is dat wel, ware het niet dat het als een van de grootste militaire aannemers ter wereld wordt beschuldigd van onethisch en corrupte praktijken. Het bedrijf is wel betrokken bij de grootste defensieprojecten, waaronder de Eurofighter Typhoon, de Astude-onderzeeërs en de Queen Elizabeth-vliegdekschepen. Een omzet van 18 miljard pond zal, naar verwachting, een nettowinst van 1,1 miljard pond opleveren. De koers-winstverhouding bedraagt daarmee net geen 15. Heel redelijk dus. De Britten zijn nog in de running om de F-16 van de Belgische luchtmacht te vervangen. Mocht het zijn Eurofighter kunnen verkopen, dan kan dat de koers van het aandeel gunstig beïnvloeden.
Heersende Amerikanen
Het Amerikaanse Raytheon is een bedrijf dat vooral floreert bij dreigingen. Het is de grootste producent ter wereld van telegeleide raketten. Het werd vooral bekend tijdens de Golfoorlog in 1991. Raytheon’s Patriot werd internationaal geprezen, omdat die erin slaagde vijandelijke raketten neer te halen in volle vlucht. Het zorgde voor een gigantische omzetstijging bij het Amerikaanse bedrijf. Ook op de beurs scheert Raytheon al jaren hoge toppen. De voorbije twaalf maanden steeg de koers met meer dan 30 procent. Het aandeel is al jaren aan de dure kant, maar beleggers trekken zich daar weinig van aan. Voor liefhebbers van defensieaandelen is dit een topper.
General Dynamics is een van de grootste defensiebedrijven ter wereld. Het bouwt vliegtuigen, maar ook pantservoertuigen en zelfs schepen en duikboten. Het produceerde ook de F-16, maar General Dynamics heeft zijn Fort Worth Division, waar het toestel werd gefabriceerd, verkocht aan concurrent Lockheed Martin. Vorig jaar verging het General Dynamics op de beurs maar middelmatig. Veel beter is de prestatie van Lockheed Martin. Dat aandeel kostte begin 2013 ongeveer 100 dollar. Vandaag is het meer dan 3 keer duurder. Het geeft bovendien een mooi dividendrendement van 2,5 procent. Beide aandelen zijn een prima belegging in deze tijden van wereldwijde dreiging.
De beursprestatie van Boeing doet alle andere in de sector verbleken. De koers verdubbelde ei zo na in twaalf maanden. Boeing is de grootste vliegtuigbouwer ter wereld, maar het maakt ook raketten en ruimteschepen. En de zaken gaan er erg goed. Terwijl analisten hadden gerekend op een jaarwinst van 15,90 à 16,10 dollar per aandeel, zegt de vliegtuigbouwer uit te gaan van 16,40 à 16,60 dollar.
Bron voor controverse
Beleggen in de defensiesector leidt soms tot controverses. Voor een aantal mensen is dat not done. Maar vaak is het niet eenvoudig uit te maken wat een defensieaandeel is. De meeste bedrijven die in die sector actief zijn, beperken hun activiteiten doorgaans niet tot het produceren van alleen militair materieel.
Wat bijvoorbeeld te zeggen van bedrijven als Northrop Grumman, Barco of Solvay? Het eerste produceert onder meer onbemande luchtvaartuigen (drones) en radarsystemen, maar het is ook een van de grootste IT-dienstverleners. Barco verkocht in 2014, na aanhoudende druk van vredesactivisten, zijn visualisatiesystemen voor de luchtvaart en defensie aan het Amerikaanse Esterline. Die groep fabriceert schermen voor cockpits van gevechtsvliegtuigen in Kortrijk. Solvay heeft een steeds belangrijker samenwerkingsverband met de grootste defensiegroepen ter wereld via zijn Amerikaanse dochteronderneming Cytec.
Strategie
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier