De effectentaks in de praktijk: hoe gaat u er mee om?

© kirisa99 (iStock)
Danny Reweghs
Danny Reweghs Directeur strategie Trends Beleggen

De taks op de effectenrekeningen (TOB) is begin dit jaar goedgekeurd. Die maatregel komt er op verzoek van CD&V, die er een rechtvaardigde fiscaliteit in ziet. De maatregel moet 254 miljoen euro in de schatkist doen belanden. Of dat haalbaar is, valt sterk te betwijfelen. We lossen heel wat praktische vragen op en geven ook aan wat u er al dan niet aan kunt doen.

Het gaat om een belasting van 0,15 procent voor wie 500.000 euro of meer op een effectenrekening heeft staan. De belasting treft vijf categorieën van financiële instrumenten: aandelen en obligaties (al dan niet beursgenoteerd) en certificaten van die financiële instrumenten, participaties en aandelen in fondsen (met uitzondering van fondsen verworven in het kader van pensioensparen), kasbons en warrants. Bepaalde financiële instrumenten en contracten zijn vrijgesteld van de belasting:opties, tak 21- of tak 23-verzekeringscontracten, swaps, futures, enzovoort.

Aandelen op naam op een effectenrekening worden ook getroffen

Aandelen op naam op een effectenrekening worden ook getroffen. Maar aandelen op naam die zijn ingeschreven in het register van de emittent, vallen er niet onder, om kmo’s en familiale ondernemingen niet te treffen. Dat opende perspectieven om de taks te ontwijken. Maar de fiscus anticipeerde daarop. Er is een antimisbruikbepaling opgenomen met betrekking tot de omzetting van aandelen op naam na 9 december 2017. Effecten die na die datum in aandelen op naam zijn omgezet, worden toch onderworpen aan de taks voor de eerste ‘referentieperiode’ (zie verder).

De belasting is verschuldigd door natuurlijke personen die Belgische fiscale ingezetenen zijn en niet-ingezeten natuurlijke personen ongeacht of zij rechtstreeks houder zijn van een effectenrekening of via een entiteit zonder rechtspersoonlijkheid (maatschap, mede-eigendom). Voor ingezeten natuurlijke personen betreft het zowel in België als in het buitenland aangehouden effectenrekeningen. Niet-ingezeten natuurlijke personen moeten de belasting alleen op effectenrekeningen in België betalen.

Fiscale bollebozen zullen uit die bepalingen afleiden dat rechtspersonen (nv, bvba, vzw,…) niet onder de nieuwe bepalingen vallen. De effecten in het vermogen van zo’n vennootschap brengen, kan dus een mogelijke ontsnappingsroute zijn. Maar ook daarvoor is een antimisbruikmaatregel ingevoerd. Vanaf 1 januari 2018 is een inbreng die uitsluitend bedoeld is om de taks te vermijden, niet tegenstelbaar aan de belastingadministratie.

Vier referentietijdstippen

De taks is verschuldigd als de gemiddelde waarde van de financiële instrumenten 500.000 euro of meer per persoon bedraagt. Die gemiddelde waarde wordt berekend over een referentieperiode van twaalf maanden op basis van de waardering van de effectenrekening op vier wettelijk vastgestelde referentietijdstippen (31 december, 31 maart, 30 juni en 30 september).

De waardering gebeurt op basis van de slotkoers die bekend is op het moment dat de ‘foto’ wordt genomen (beursgenoteerde producten). Als er geen slotkoers is, wordt eerst gekeken naar de MiFID-waardering, vervolgens naar de geschatte waarde, dan naar de nominale waarde en ten slotte, bij gebrek aan enige andere bekende waarde, naar de aanschaffingswaarde.

De taks is verschuldigd als de gemiddelde waarde van de financiële instrumenten 500.000 euro of meer per persoon bedraagt

De eerste referentieperiode begint op de dag na de publicatie van de wet in het Staatsblad en eindigt op 30 september 2018. Ze telt dus maar drie referentietijdstippen. Het eerste referentietijdstip was 31 maart 2018. De andere twee controlemomenten zijn 30 juni 2018 en 30 september 2018. Die laatste datum is ook het einde van het eerste belastbare tijdperk.

Tegen 15 oktober 2018 moet elke financieel bemiddelaar zijn klanten een fiche bezorgen met daarop de gemiddelde waarde van hun aandeel in de financiële instrumenten die werden geboekt op de effectenrekening(en) waarvan ze houder of medehouder zijn. Op die fiche moet ook het bedrag van de taks staan. Indien een klant zelf de taks moet aangeven, dan heeft hij daarvoor een termijn van twee maanden vanaf het einde van het belastbare tijdperk. Voor 2018 zal de belastingplichtige die verplichtingen dus uiterlijk op 30 november 2018 moeten nakomen.

In bepaalde gevallen geldt een verkorte referentieperiode, namelijk bij het openen of sluiten van een effectenrekening, het toevoegen of schrappen van een rekeningtitularis, het vestigen van een vruchtgebruik en het vestigen van een pand. Zulke wijzigingen geven aanleiding tot een tussentijds referentietijdstip.

Om te bepalen of de drempel van 500.000 euro overschreden is, worden alle verkregen waarden op de verschillende referentietijdstippen samengeteld en gedeeld door het aantal referentietijdstippen (per effectenrekening). Als er verschillende effectenrekeningen zijn, worden de gemiddelde waarden van alle effectenrekeningen waarvoor de referentieperiode op dezelfde dag eindigt, opgeteld. Bij wie de drempel van 500.000 euro tijdens een referentieperiode wordt overschreden, is de taks van 0,15 procent verschuldigd over het totale bedrag.

Optellen en splitsen

De taks is verschuldigd op alle effectenrekeningen van een belastingplichtige bij verschillende financiële instellingen. Alle belastingplichtigen zullen het bestaan van meerdere effectenrekeningen moeten vermelden in hun aangifte personenbelasting (aangifte in te vullen in 2019). De spreiding van de effectenportefeuille over meerdere rekeningen is geen oplossing. Iedereen moet op de belastingaangifte vermelden of hij één of meerdere effectenrekeningen heeft.

De natuurlijke persoon die de effectenrekening houdt of die geregistreerd of geïdentificeerd is als titularis van de effectenrekening, wordt geacht titularis van de effectenrekening te zijn. Het heeft dus geen belang of die persoon als volle eigenaar, blote eigenaar of vruchtgebruiker bekend is. Ook het huwelijkscontract (als hij getrouwd is) heeft geen belang. Volmachtdragers zijn dus geen titularis en hoeven de taks dus niet te betalen.

Als een effectenrekening in handen is van verschillende personen, wordt de waarde van die effectenrekening verdeeld over het aantal rekeninghouders. Als meneer en mevrouw Peters samen een effectenrekening hebben met een gemiddelde waarde van 900.000 euro, dan wordt verondersteld dat elk 450.000 euro bezit. De taks zal dan niet automatisch worden toegepast. Maar als blijkt dat de verdeling niet fiftyfifty is, zal de echtgenoot van wie het deel groter is dan 500.000 euro, spontaan de taks moeten betalen.

Rekenvoorbeeld
Datum Valorisatie Taks
31 maart 499.000 euro
30 juni 500.000 euro
30 september 501.000 euro
31 december 503.000 euro
Jaargemiddelde 500.750 euro 751,125 euro

Werk voor de banken

De in België gevestigde professionele tussenpersoon (banken, beursvennootschappen) zal alle verplichtingen vervullen. Hij zal de rekeningen en de klanten identificeren, de financiële instrumenten waarderen, de klanten informeren en de taks berekenen, inhouden en aan de fiscus of bevoegde instantie afdragen. Hij zal u informeren over de gemiddelde waarde van de effectenrekening(en) aan het einde van elke referentieperiode. Als de waarde van uw effectenrekening(en) bij die tussenpersoon hoger is dan 500.000 euro aan het einde van een referentieperiode, dan zal hij de taks rechtstreeks inhouden. De heffing is bevrijdend: u hoeft dat bedrag niet meer op te nemen in uw belastingaangifte.

De heffing is bevrijdend: u hoeft dat bedrag niet meer op te nemen in uw belastingaangifte

Als de waarde van uw effectenrekening(en) bij een tussenpersoon niet meer bedraagt dan 500.000 euro, dan kunt u vragen de taks toch in te houden met bevrijdend karakter via een ‘opt-in’. Zo niet moet u aan alle financiële bemiddelaars bij wie u een effectenrekening hebt, laten weten dat u de taks niet wenst toe te passen. Maar let op: als u ervoor kiest de taks niet toe passen, ook als de drempel van 500.000 euro overschreden is, bent u verantwoordelijk voor de berekening en de betaling van de taks.

De houder van een effectenrekening in het buitenland zal de taks zelf verschuldigd zijn. Hij zal zelf een aangifte moeten indienen als de waarde van zijn effectenrekeningen meer bedraagt dan 500.000 euro tijdens de referentieperiode. Let ook hier op: het saldo van effectenrekeningen van Belgische ingezetenen wordt in een groot aantal landen automatisch aan de Belgische belastingadministratie meegedeeld.

De straffen voor wie zich niet aan de regels houdt, zijn niet min: een niet-aangifte of laattijdige aangifte wordt bestraft met een boete van 10 tot 200 procent, eventueel verhoogd met nalatigheidsinteresten.

Ontsnappingsroutes

Experts vrezen dat de taks op effectenrekeningen het begin is van een veel ruimere belasting, misschien zelfs van een echte vermogensbelasting. Daarom wordt duchtig gezocht naar ontsnappingsroutes. Zo kunt u aandelen, obligaties of beleggingsfondsen op een effectenrekening omzetten in aandelen, obligaties of beleggingsfondsen op naam. Hebt u aandelen niet voor 9 december 2017 omgezet, dan betaalt u de belasting nog één jaar. Bedenk dat tussenpersonen kosten aanrekenen voor elke omzetting. Bovendien zijn effecten op naam minder vlot verhandelbaar dan effecten op een rekening.

Een effectenrekening met een waarde van boven 500.000 euro splitsen over verschillende titularissen (partner of kinderen) kan eveneens een mogelijkheid zijn. Maar dan kunnen andere problemen opduiken. Kan de fiscus de splitsing niet beschouwen als een schenking? Wat als de partner of de kinderen ervandoor gaan met het deel dat om louter fiscale reden op zijn/haar rekening is gestort?

Belastbare effecten verkopen en met de opbrengst vrijgestelde producten kopen, zoals levensverzekeringen, kan ook een mogelijkheid zijn. Vastgoed wordt door die taks ook niet geviseerd, maar daarvoor wachten dan weer andere (fiscale en andere) angels.

Partner Content