‘De boodschap dat duurzaamheid niet ten koste gaat van rendement, is doorgedrongen’

© Getty Images
Jasper Vekeman medewerker Trends en Moneytalk 

Duurzaam beleggen brengt evenveel of zelfs meer op. En de risico’s zijn kleiner. Dat wijst studie na studie uit. ‘Over vijf jaar zal de meerderheid van de beleggingen duurzaam zijn.’

Duurzaam beleggen kent een explosieve groei in ons land. In 2019 was 48,5 miljard euro duurzaam belegd, goed voor een stijging van 15 naar 22 procent van het totaal. Dat leert het jaarlijkse MIRA- rapport van de Vlaamse Milieumaatschappij, de Universiteit Antwerpen en Forum Ethibel. De populariteit van duurzaam beleggen bleek ook uit de jaarlijkse rondvraag van de Britse vermogensbeheerder Schroders bij de kleine beleggers in ons land. Bijna de helft (44%) van de respondenten geeft aan dat duurzaam beleggen de voorkeur krijgt op strategieën die geen rekening houden met duurzaamheidsfactoren.

Nog een opvallend cijfer: een derde (35%) van de ondervraagde beleggers gelooft dat duurzaam beleggen voor hogere rendementen zorgt. “De boodschap dat duurzaamheid niet ten koste gaat van rendement, is doorgedrongen”, zegt Wim Nagler, salesmanager voor Schroders in ons land.

Beter rendement

Maar klopt dat ook? Doet duurzaam beleggen het beter? Naar die vraag is al ontzettend veel onderzoek gedaan, zowel in de wetenschappelijke wereld als door de financiële industrie. Een mijlpaal in dat onderzoek is een metastudie uit 2015 van meer dan 2000 studies die sinds 1975 zijn gevoerd. 90 procent van die studies vond dat duurzaam beleggen even goed of zelfs beter presteert. Een recenter onderzoek van de dataleverancier Morningstar naar 5000 beleggingsfondsen stelde vast dat bijna 60 procent van de duurzame fondsen het over een periode van tien jaar beter deed dan de klassieke tegenhangers.

“Studies tonen duidelijk aan dat duurzaam beleggen minstens evenveel opbrengt”, concludeert Siem de Ruijter, docent duurzaam beleggen aan de hogeschool UC Leuven-Limburg en oprichter van de Duurzaam Beleggen Academy. “Dat je ook nog impact hebt, is mooi meegenomen.”

Hoeveel beter de prestaties zijn, daar valt niet meteen een cijfer op te plakken. “Dat heeft ook niet zoveel zin”, stelt De Ruijter. “We moeten voorzichtig blijven, anders creëer je verwachtingen die misschien niet worden waargemaakt. We staan nog maar aan het begin van het verhaal, en we mogen duurzaam beleggen niet verbranden.”

Hele weg afgelegd

Duurzaam beleggen is inderdaad nog een relatief jonge sport. In het begin leefde bij veel beleggers de overtuiging dat duurzaamheid ten koste ging van rendement. Vanwaar dat hardnekkige misverstand? “Er was nog niet zoveel aanbod. En wie nog geen duurzame producten aanbood, had kritiek op de rendementen”, stelt Olivier Marquet, voormalig directeur van Triodos Bank in ons land en voorzitter van de commissie die het duurzaamheidslabel Towards Sustainability toekent aan financiële producten.

Volgens Marquet is duurzaam beleggen ook lang verkeerd begrepen. “Voor velen was het een nicheproduct”, merkt hij op. Het gangbare idee was dat duurzame beleggingsproducten in een beperkte vijver visten en met hoge kosten kwamen, twee factoren die ten koste gingen van het rendement.

Sindsdien is er een hele weg afgelegd. In eerste fase kwam het inzicht dat duurzaam beleggen geen afbreuk doet aan het rendement. Daarna is de focus verschoven naar de vraag of duurzaam beleggen de risico’s verkleint. En nu spitst onderzoek zich meer toe op de vraag of duurzaam beleggen zelfs extra opbrengt.

Duurzame indexen

Wie naar de belangrijkste graadmeter voor de prestaties van de wereldwijde beurzen kijkt, de MSCI World-index, komt tot de conclusie dat duurzaam beleggen inderdaad beter presteert. De MSCI World SRI-index, dezelfde korf aandelen maar dan gefilterd op duurzaamheidscriteria, scoort iets beter op de lange termijn.

Eenzelfde vaststelling geldt voor indexen die Europese aandelen of aandelen uit de groeilanden verzamelen. Jennifer Anderson, co-head of ESG bij Lazard Asset Management, verwijst naar cijfers van Morningstar. “41 van hun 56 indexen die selecteren op basis van ESG-criteria presteren beter dan dezelfde indexen zonder die screening op het gebied van milieu (E), sociaal beleid (S) en goed bestuur (G).”

Dat is goed nieuws voor beleggers die duurzaam beleggen via trackers, passieve fondsen die de prestaties van een onderliggende aandelenkorf volgen. Siem de Ruiter waarschuwt evenwel goed na te gaan hoe zo’n duurzame index wordt samengesteld. “De ene index is de andere niet. Je moet goed bekijken welke methodiek wordt gebruikt en of die duurzaam genoeg is voor u.”

Duurzame bedrijven

Als duurzame indexen beter presteren, lijkt het logisch dat de aandelen in die korf – de bedrijven dus – betere resultaten kunnen voorleggen. En dus mag ook een aandelenbelegger die duurzaamheid in acht neemt, zich in de handen wrijven. Opnieuw wijst veel onderzoek in die richting. Van 2000 onderzoeken die sinds 1970 gevoerd zijn, vond 60 procent dat bedrijven die ESG-criteria hanteren, betere financiële resultaten halen. Slechts 10 procent van de studies toont slechtere cijfers.

Betere resultaten is één ding. Maar leiden die cijfers ook tot betere beurs- prestaties? Ook hier brengt de wetenschap uitsluitsel. “Een metastudie aan Oxford University vond dat 80 procent van de onderzoeken aantonen dat de beursprestaties van bedrijven positief beïnvloed worden door goede duurzaamheidspraktijken”, aldus De Ruijter.

De les dat duurzame aandelen beter presteren gaat ook op voor andere activa zoals obligaties. Nochtans, onderzoek toont dat duurzame bedrijven zich goedkoper kunnen financieren, wat minder rente betekent voor de obligatiebelegger. Maar die redenering gaat voorbij aan het feit dat ook de risico’s kleiner zijn, merkt De Ruijter op. Bedrijven met hoge ESG-score zullen bijvoorbeeld minder snel in een schandaal verwikkeld raken en wanbetalingen zijn minder waarschijnlijk.

En Marquet ziet ook voordelen voor andere activaklassen. Vastgoed bijvoorbeeld. “Wie investeert in een gebouw met een hoge duurzaamheidsscore zal dat makkelijker kunnen verhuren of verkopen.” En zelfs voor cash. “Je geld staat veiliger bij een solide bank en dus is het belangrijk dat ze goed scoort op duurzaamheid”, klinkt het.

Risico’s

Wie duurzaam wil beleggen, kan verschillende strategieën hanteren. De consensus is dat een brede strategie op basis van ESG-scores de risico’s verkleint voor de belegger. Dat ligt voor de hand, want duurzame bedrijven lijken beter gewapend tegen, pakweg, de klimaatverandering. Ook de kans op reputatieschade of zware boetes door grote schandalen is kleiner.

Toch brengt het ESG-kader ook specifieke risico’s mee. Critici argumenteren bijvoorbeeld dat de hogere rendementen van duurzaam beleggen, zoals dit jaar, vooral toe te schrijven zijn aan het relatieve overwicht van technologie. Die sector scheert al jaren hoge toppen op de beurs, maar dat kan niet eeuwig blijven duren.

Technologiebedrijven scoren traditioneel hoog in ESG-ratings, maar je kunt je afvragen hoe duurzaam ze zijn. Sumant Wahi, fondsbeheerder bij de Amerikaanse vermogensbeheerder Fidelity, pleit ervoor de D van digitale ethiek toe te voegen aan de ESG-analyse. Dat moet een screening zijn op onder meer respect voor de privacy en het risico op misinformatie en internetfraude, niet alleen voor technologie maar voor alle sectoren. “In een wereld die zich almaar meer online afspeelt, moeten we nog een lens toevoegen”, meent de Brit.

En zo zijn er nog specifieke risico’s waar de duurzame belegger zich bewust van moet zijn. Als je bepaalde sectoren uitsluit bijvoorbeeld, wegen andere sectoren zwaarder in de portefeuille. En wie de beste leerlingen van klas selecteert, zal vaak uitkomen bij bedrijven uit Scandinavië of Nederland en minder uit Zuid-Europa. Dat houdt een geografisch risico in. Wie een impactstrategie hanteert, zal vaker in kleinere bedrijven beleggen, die doorgaans sterker schommelen op de beurs. “Duurzaamheid kan het risico verlagen, maar tegelijk kunnen andere risico’s toenemen. Het is geen goednieuwsshow”, besluit De Ruijter.

Alles duurzaam

Rest nog één belangrijke vraag: als duurzaam beleggen beter rendeert en tegelijk de risico’s verlaagt, waarom zijn dan nog niet alle beleggingen duurzaam? Dirk Hoozemans, fondsbeheerder bij Triodos IM, denkt dat het die richting uitgaat. “Omdat duurzaam beleggen het goed doet, komen er meer fondsen en meer duurzame indexen. Die lokken op hun beurt meer beleggers en maken dat duurzame beleggingen het beter doen. Zo wordt duurzaam beleggen een selffulfilling prophecy.”

Ook Olivier Marquet is overtuigd: “Beleggers zijn mee. Dat zien we aan de cijfers. De financiële industrie deelt het enthousiasme en breidt haar aanbod uit. En ook de overheid, Europa op kop, heeft grote ambities om duurzaam investeren te promoten. We moeten natuurlijk waken over de inhoud van het concept, de transparantie moet beter en de ambities hoger. Maar ik zie redenen tot optimisme. De versnelling is volop bezig. Over vijf jaar zal de meerderheid van de beleggingen duurzaam zijn.”

Partner Content