Van spaarrekening tot goud: het rendement en de duurzaamheid van financiële producten onder de loep

© Getty Images
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

Wat zijn de eigenschappen van de verschillende financiële instrumenten? Welke kosten en risico’s zijn aan elk soort product verbonden? En hoe duurzaam zijn ze? U leest het in dit overzicht.

Spaarrekening

Karakteristieken

De basisrente van een gereglementeerd spaarboekje bedraagt minimaal 0,01 procent. De bank moet daarbovenop minimaal 0,1 procent getrouwheidspremie betalen aan spaarders die hun geld langer dan een jaar op de rekening laten staan. De betaling van de rente gebeurt bij de start van een nieuw jaar. De verworven premie moet aan het begin van elk kwartaal op de rekening worden gestort.

Nog acht spaarrekeningen, vooral bij internetbanken, bieden een iets hogere basisrente dan het wettelijke minimum. Wie niet zeker is dat hij zijn geld het komende jaar op de spaarrekening kan laten staan, kiest het beste voor een hoge basisrente. De rente begint van dag één aan te tikken. Er is geen getrouwheids- premie als de spaarder het geld van de rekening haalt voor twaalf maanden verstreken zijn.

Daarnaast zijn er minstens evenveel spaar- rekeningen met een iets hogere getrouwheidspremie dan het wettelijke minimum. Een aantal banken gunt de spaarders enkel een hogere vergoeding als ze elke maand met een permanente opdracht een relatief klein bedrag storten. Sommige banken bieden een niet-gereglementeerde spaarrekening aan, met enkel een rente en geen getrouwheidspremie. Soms is het geld op een niet-gereglementeerde spaarrekening niet onmiddellijk opvraagbaar.

Bescherming

Spaar-, zicht- en termijnrekeningen vallen onder de depositogarantie. De banken betalen aan het Garantiefonds voor die bescherming van de spaarders. Het maakt geen verschil of het om een gereglementeerde of een niet-gereglementeerde spaarrekening gaat. Als een bank in gebreke blijft of failliet gaat, krijgen de spaarders die hun spaargeld kwijt zijn, binnen de twintig werkdagen tot 100.000 euro per bank en per klant terug. Er is een tijdelijke bescherming van maximaal 500.000 euro voor bedragen die verband houden met vastgoedtransacties of de uitbetaling van verzekeringen en minder dan zes maanden voor het faillissement op de rekening zijn gestort. Er is geen bescherming van de koopkracht. Het geld op een spaarrekening dikt minder snel aan met intresten dan de consumptieprijzen in ons land stijgen.

Kosten

Er zijn doorgaans geen rechtstreekse kosten verbonden aan het spaarboekje. Soms vragen banken dat de spaarder tegelijk een zichtrekening opent. Voor die zichtrekening of de transacties op die rekening rekenen ze meestal wel kosten aan. Vooral voor diensten aan het loket hebben de banken de voorbije jaren de kosten fors opgetrokken.

Fiscaliteit

De intresten van gereglementeerde spaarboekjes zijn in 2020 voor 980 euro per persoon vrijgesteld van roerende voorheffing. Normaal wordt dat bedrag jaarlijks geïndexeerd, maar de regering kondigde een indexeringsstop tot 2023 af. Boven het intrestplafond geldt een verminderde voorheffing van 15 procent. Op de intresten van niet-gereglementeerde spaarrekeningen is altijd 30 procent verschuldigd.

Duurzaam of niet?

Er is in ons land nog maar één gereglementeerde spaarrekening met het Belgische duurzame Towards Sustainability-label: de VDK SpaarPlus Rekening. De bank Triodos heeft ook twee spaarrekeningen met dat label, maar die geeft sinds kort geen intresten meer aan de spaarders en vormde de rekeningen om van gereglementeerde naar niet-gereglementeerde spaarrekeningen. Ook de nieuwe coöperatieve bank NewB heeft al laten weten dat ze alleen niet-gereglementeerde spaarrekening zal aanbieden, waarop de klanten geen spaarrente zullen krijgen.

Termijnrekening

Karakteristieken

Termijnrekeningen en kasbonnen worden vaak in één adem genoemd. Toch zijn er verschillen. Een termijnrekening is een rekening. Het geld dat u erop stort, staat op de balans van de bank, net zoals dat het geval is bij spaar- en zichtrekeningen. Een kasbon is een effect, een schuldbewijs dat een bank uitgeeft, net zoals een staatsbon een schuldbewijs is dat de Belgische staat uitgeeft. Die kasbon en die staatsbon komen op een effectenrekening, en aan die rekeningen kunnen kosten verbonden zijn die er bij een termijnrekening niet zijn. De kasbonnen en staatsbonnen kunt u verkopen aan andere beleggers als u het geld nodig hebt voor de vervaldag, maar de termijnrekeningen niet. De banken bieden niet altijd dezelfde intresten op kasbonnen als op termijnrekeningen.

Een hogere rente kan in principe sneller doorsijpelen in de rendementen van nieuwe termijnrekeningen, kasbonnen of staatsbonnen dan in die van spaarrekeningen. Bij de spaarrekeningen moeten er in de beleggingsportefeuille nog altijd oude obligaties met een hogere coupon op vervaldag vervangen worden door nieuwe obligaties met een lagere coupon. De banken gaan ervan uit dat de grote massa spaargeld minstens enkele jaren onaangeroerd blijft, en daarom beleggen ze dat spaargeld.

Bescherming

Zowel de termijnrekening als de kasbon op naam (of geregistreerd op een nominatieve rekening) valt onder de depositogarantie. Sinds 2008 worden er geen kasbonnen aan toonder meer uitgegeven en zijn alle kasbonnen in principe op naam.

De banken betalen voor die bescherming van de spaarders bijdragen aan het Garantiefonds. Als een bank in gebreke blijft of failliet gaat, krijgen de spaarders binnen de twintig werkdagen tot 100.000 euro per bank en per klant terug. Er is een tijdelijke bescherming van maximaal 500.000 euro voor bedragen die verband houden met vastgoedtransacties of de uitbetaling van verzekeringen en minder dan zes maanden voor het faillissement op de rekening zijn gestort.

Kosten

Wilt u uw geld terug voor het einde van de looptijd van de termijnrekening, dan moet u bij de bank aankloppen. De bank zal meestal een wederbeleggingsvergoeding eisen wanneer u uw geld vervroegd opvraagt en administratiekosten aanrekenen.

Fiscaliteit

De intresten van termijnrekeningen zijn in tegenstelling tot die van spaarrekeningen niet vrijgesteld van roerende voorheffing. Het tarief van 30 procent is van toepassing. Let dus op met geafficheerde brutorendementen op termijnrekeningen, die niet te vergelijken zijn met de rendementen op spaarrekeningen.

Duurzaam of niet?

Er zijn geen termijnrekeningen, kasbonnen of staatsbonnen met het duurzame label van Towards Sustainability. Voor de staatsbon mag dat niet verwonderen, want de jongste uitgifte dateert van maart 2019. Daarna werd het zelfs op een looptijd van tien jaar onmogelijk voor het Agentschap van de Schuld om de kleine beleggers nog een positieve rente te bieden. Verschillende banken zijn ook gestopt met kasbonnen, omdat de interesse van beleggers tanende was. Banken zijn veelal meer bezig met het ontwikkelen en aanbieden van duurzame beleggingsproducten dan met duurzame spaarproducten.

Obligaties

Karakteristieken

Met een obligatie verstrekt u een lening aan een onderneming, een semi-overheid of een overheid. In ruil krijgt u meestal een jaarlijkse vergoeding. Als alles goed gaat, krijgt u op de vervaldag uw volledige kapitaal terug. De jaarlijkse coupon kan vast of variabel zijn. Als het bedrijf betalingsproblemen krijgt, recupereren de obligatiehouders meestal nog een deel van hun inleg, omdat ze vooraan in de rij met schuldeisers staan. Hoogrentende of ‘rommel’ obligaties bieden meer rente, maar houden ook een groter risico op wanbetaling in.

In 2020 hebben slechts twee Belgische bedrijven obligaties verkocht aan kleine beleggers, in coupures van 1000 euro: de vastgoedontwikkelaar Atenor en de staalgroep Bekaert. Die obligaties hadden looptijden tussen vier en zeven jaar, en boden een nettorendement tussen 1,6 en 2,4 procent. In de periode april 2009 tot mei 2015 waren er een kleine veertig obligatie-uitgiftes van Belgische bedrijven met kortere looptijden en hogere rendementen. Maar er zijn ook overheden die geen rente betalen, of zelfs rente krijgen.

De Europese Centrale Bank koopt massaal overheids- en bedrijfsobligaties in, om de rente op alle obligaties te drukken. Bovendien kunnen bedrijven gemakkelijk aan goedkoop krediet geraken, zonder alle formaliteiten van een uitgifte voor kleine beleggers te moeten afhandelen.

Bescherming

Hoe veilig uw geld is, hangt ten eerste af van de emittent. De scores die kredietbeoordelaars als S&P, Moody’s en Fitch aan landen en bedrijven geven, kunnen een hulpmiddel zijn om de kredietwaardigheid of de terugbetalingscapaciteit van de emittent te beoordelen. Ten tweede is er voor de terugbetaling een hiërarchie. Met een achtergestelde of een eeuwigdurende obligatie staat u bijvoorbeeld achter de gewone obligatiehouders. En ten derde zijn er wisselkoersrisico’s als u investeert in obligaties in andere munten. Zakt die munt in waarde, dan krijgt u in euro minder dan uw inleg terug. De hogere rente die u in andere munten dan de euro kunt krijgen, compenseert voor een deel dat risico. De vuistregel is: hoe meer rendement, hoe meer risico.

Kosten

Als u inschrijft op nieuwe obligaties, zitten de kosten al in de uitgifteprijs verrekend. Reken op 1,5 à 2 procent kosten. U kunt ook bestaande obligaties kopen. De kosten daarvoor liggen doorgaans hoger dan voor aandelentransacties, omdat de obligatiehandel nog grotendeels tussen banken gebeurt en niet zo geautomatiseerd is als de aandelenhandel.

Fiscaliteit

Op de aan- en de verkoop van bestaande obligaties is 0,12 procent beursbelasting verschuldigd, met een maximum van 1300 euro per transactie. Bij de uitgifte van obligaties komt geen beurstaks kijken. De banken houden 30 procent roerende voorheffing in op rentebetalingen. De meerwaarde die u realiseert met een obligatie is belastingvrij. Daardoor kan het interessant zijn obligaties onder pari of onder hun uitgifteprijs te kopen op de markt.

Duurzaam of niet?

Of een obligatie duurzaam is, hangt af van de activiteiten van het bedrijf of de overheid die de obligaties uitgeeft. Met green bonds of groene obligaties halen overheden of bedrijven geld op voor projecten die het klimaat of het milieu ten goede komen.

Gemengde fondsen

Karakteristieken

Een gemengd beleggingsfonds investeert zowel in aandelen als obligaties. De pensioenspaarfondsen zijn de bekendste gemengde fondsen. Een pensioenspaarfonds mag nooit meer dan 75 procent in aandelen investeren en nooit meer dan 75 procent in obligaties. Er zijn ook flexibele gemengde fondsen. Dat zijn producten waarvan de beheerders de verdeling van de activa kunnen aanpassen aan hun verwachtingen. Sommige fondsen kunnen van 0 naar 100 procent aandelen gaan. In het verleden werden de obligaties in de portefeuille vaak minder waard als de aandelen in waarde toenamen, en vice versa. De juiste mix van aandelen en obligaties zorgde voor mooie rendementen en minder grote schommelingen in de waarde van de deelbewijzen. Maar het verleden biedt geen garanties voor de toekomst.

Bescherming

Een gemengd fonds kan zware verliezen boeken. Er is geen enkele garantie op rendement of kapitaalbehoud. Mochten uw deelbewijzen door fraude verdwenen zijn — wat zo goed als onmogelijk is door alle controlemechanismes — treedt een beschermingsregeling voor beleggers in werking tot 20.000 euro per persoon en per financiële instelling. Dat geldt zowel voor aandelen als obligaties als fondsen. Die effecten blijven altijd juridisch uw eigendom, terwijl spaarrekeningen en tak21-levensverzekeringen op de balans van de financiële instelling staan.

Kosten

Er zijn instap- en beheerskosten en soms een prestatievergoeding. De instapkosten verschillen van bank tot bank. Van het geafficheerde rendement zijn de beheers- en de prestatievergoedingen al afgetrokken.

Fiscaliteit

Als u inschrijft op deelbewijzen, betaalt u geen beursbelasting. Als u ze verkoopt, roomt de fiscus 1,32 procent af van de deelbewijzen van fondsen zonder dividend (kapitalisatie), met een maximum van 4000 euro per transactie. Keert het beleggingsfonds een dividend uit (distributie), dan is daarop 30 procent roerende voorheffing verschuldigd. Bij de verkoop van deelbewijzen gaat 30 procent af van de meerwaarde die voortvloeit uit de rente die het fonds heeft geïnd en uit de koersstijging van de obligaties. Als het fonds geen berekening maakt van de meerwaarde uit het vastrentende gedeelte, betaalt de belegger belasting a rato van het percentage obligaties in de portefeuille, of in sommige gevallen op de volledige meerwaarde.

Duurzaam of niet?

“Gemengde beleggingsfondsen en beleggingsfondsen in het algemeen vormen de grootste groep van duurzame financiële producten”, weet Tom Van den Berghe, van het Belgische agentschap dat duurzame labels aan bank- en verzekeringsproducten toekent. Het is ook gemakkelijker om een fonds duurzaam te maken dan een hele financiële instelling. De pensioenspaarfondsen van Belfius, BNP Paribas Fortis, Crelan, KBC, ING en VDK kregen bijvoorbeeld al het label Towards Sustainability.

Aandelen

Karakteristieken

Met een aandeel koopt u een stuk van een bedrijf en deelt u mee in de bedrijfswinst via een winstuitkering of een koersstijging van het aandeel. Zo’n winstuitkering kan in de vorm van een dividend in aandelen of in cash, of via een fiscaalvriendelijke kapitaalvermindering. Volgens studies komt meer dan de helft van het rendement van aandelen voort uit het dividend. De rest komt van een eventuele koersstijging. Een index of een korf van aandelen meet de temperatuurschommelingen op de beurs. Bekende voorbeelden van indexen zijn de Amerikaanse Dow Jones of de Belgische Bel-20, waarin twintig grote aandelen van de beurs van Brussel vertegenwoordigd zijn.

Wanneer de beurs meer dan 20 procent stijgt, komen we in een stierenmarkt terecht. Zodra een beursindex meer dan 20 procent verliest, spreken we van een berenmarkt. De hoorns van een stier zijn naar boven gericht. De beer richt zijn klauwen naar beneden. 2020 was een woelig beursjaar, met zowel een beren- als een stierenmarkt. De Bel-20 verloor tussen 17 februari en 17 maart 40 procent en won in de rest van het jaar 47 procent.

Bescherming

Bij een faillissement van de onderneming staan de aandeelhouders achteraan in de rij van de schuldeisers. U riskeert dus uw volledige inleg te verliezen als het bedrijf over de kop gaat. Door de aard van de activiteiten of de mate waarin een bedrijf zich in de schulden steekt, kan het aandeel meer of minder defensief zijn. Maar er zijn nooit garanties.

Kosten

Bij de meeste internetbanken betaalt u 6 tot 7,5 euro transactiekosten voor kleine aan- en verkooporders op de beurs van Brussel. Bij de grootbanken betaalt u hogere transactiekosten. Daar komen nog jaarlijkse dossier- en bewaarkosten bovenop.

Fiscaliteit

Bij elke aan- en verkoop van aandelen draagt u 0,35 procent belastingen af, met een plafond per transactie van 1600 euro. Van de dividenden die u opstrijkt, gaat 30 procent roerende voorheffing naar de overheid, op enkele uitzonderingen na. Sinds het inkomstenjaar 2019 kunt u de roerende voorheffing op de eerste schijf van 800 euro aan dividenden recupereren via uw belastingbrief. Normaal zou dat bedrag voor het inkomstenjaar 2020 geïndexeerd worden tot 812 euro, maar de regering besliste onlangs de indexering van een aantal fiscale grensbedragen te bevriezen op het niveau van 2019.

Duurzaam of niet?

Bedrijven staan almaar meer onder druk om ethische en ecologische standaarden te halen in hun bedrijfsvoering. Ze krijgen daarover vragen van grote, institutionele beleggers. De Europese Unie neemt ook initiatieven om duurzame investeringen op de agenda te zetten. De focus in Europa ligt vooral op het verminderen van de CO2-uitstoot.

Aandelentracker

Karakteristieken

Een tracker of ETF is een beursgenoteerd fonds dat de prestatie van een korf activa schaduwt, bijvoorbeeld een beursindex. Het rendement is niet 100 procent hetzelfde als dat van de index. Hoe groot de afwijking is, hangt onder meer af van hoe vlot de activa verhandelen en hoe de beheerder dividenden van bedrijven herinvesteert. Trackers worden, net zoals aandelen, verhandeld op de beurs. In één muisklik kunnen beleggers zo een gespreide portefeuille van aandelen of obligaties kopen.

De jongste jaren is er almaar meer kritiek op de grote indexbouwers, zoals MSCI en S&P Dow Jones, die onder meer de MSCI World en de Amerikaanse S&P-500 samenstellen en onderhouden. Professionele beleggers gebruiken die indexen als maatstaf om hun eigen prestaties tegen af te zetten. Vroeger waren de indexen en de data gratis beschikbaar. Tegenwoordig moeten fondsbeheerders en andere professionals steeds meer betalen voor die data. Daarom zijn sommige vermogensbeheerders hun eigen indexen beginnen te maken, of ze zijn overgestapt naar goedkopere en onbekendere indexleveranciers.

Bescherming

Een tracker hoeft niet de activa te kopen waarvan hij het rendement repliceert. De beheerders van synthetische trackers sluiten een ruilcontract af met een derde partij, een bank, die het rendement levert in ruil voor een vergoeding. Daardoor loopt de belegger een extra risico: het tegenpartijrisico. De partijen storten wel een onderpand op een rekening van een onafhankelijke partij, om dat gevaar te beperken.

Kosten

De transactiekosten van trackers en aandelen zijn doorgaans gelijk. Er zijn geen instapkosten en de beheerskosten zijn een pak lager dan die van klassieke beleggingsfondsen. De kosten van obligatietrackers en andere trackers met minder liquide activa kunnen iets hoger oplopen.

Fiscaliteit

Op elke aan- en verkoop van een tracker is beursbelasting verschuldigd. Voor ETF’s die niet geregistreerd zijn in België, maar wel in de Europese Economische Ruimte (EER), bedraagt het tarief 0,12 procent, met een plafond van 1300 euro per transactie. Voor ETF’s die geregistreerd zijn in België, is er een verschil in tarief tussen ETF’s met een dividenduitkering (0,12%) en zonder dividenduitkering (1,32%, met een plafond van 4000 euro). Voor ETF’s die noch in België, noch in de EER geregistreerd zijn, betalen beleggers 0,35 procent beursbelasting, met een plafond van 1600 euro.

De meerwaarde op een tracker is belastingvrij, tenzij 10 procent of meer van de beleggingen bestaat uit obligaties of andere activa die de fiscus onder schuld klasseert. In dat geval gaat 30 procent roerende voorheffing af van de meerwaarde van het vastrentend deel.

Duurzaam of niet?

BNP Paribas Fortis, Candriam en BlackRock hebben voor verschillende trackers het Towards Sustainability-label gekregen. Tom Van den Berghe (Towards Sustainability) legt uit: “Bij de fysieke replicatie van een index wordt gekeken naar de samenstelling van de index. Bij de synthetische replicatie moeten we ook beoordelen of de samenstelling van het onderpand duurzaam is.” In het eerste geval investeert de tracker ook echt in de indexleden, in het tweede geval niet.

Structured notes

Karakteristieken

Er zijn verschillende soorten gestructureerde beleggingsproducten. De populairste zijn de gestructureerde obligaties of structured notes. In 2019 investeerden de Belgen 4,7 miljard euro in gestructureerde producten, volgens de financiële waakhond FSMA. Het meeste geld (2,2 miljard euro) ging richting schuldinstrumenten of notes. De toezichthouder zorgt er sinds 2011 voor dat al te complexe of ondoorzichtige gestructureerde producten niet aan particulieren worden aangeboden.

Gestructureerde producten hebben doorgaans een vaste looptijd. Beleggers krijgen vaak de belofte dat ze hun kapitaal minus de kosten terugkrijgen op vervaldag. Daarnaast hebben ze uitzicht op een beperkt rendement, als alles goed gaat. Die producten bestaan uit een combinatie van verschillende financiële instrumenten, zoals een obligatie en een optie. De obligatie zorgt dan voor de kapitaalbescherming en de optie voor de kans op iets extra’s.

Een klassiek voorbeeld is een gestructureerd product waarvan het rendement afhangt van de prijsevolutie van de aandelen in een index, zonder rekening te houden met de dividenden. Een groot deel van het rendement van aandelen komt voort uit de herinvestering van de dividenden.

Bescherming

Voor de meeste gestructureerde obligaties beloven de banken op de vervaldag minstens de inschrijvingsprijs terug te betalen. Stel dat een belegger bij de start een inschrijvingsprijs van 100 euro en 2 euro instapkosten betaalt. Die 2 euro valt niet onder de kapitaalbescherming. En als het product voor de vervaldag wordt verkocht, is de inschrijvingsprijs ook niet beschermd. Let op: er bestaan ook tal van gestructureerde producten zonder kapitaalbescherming.

Gestructureerde obligaties vallen niet onder de depositobescherming tot 100.000 euro per bank en per klant, waar spaar- en zichtrekeningen, kasbons en termijnrekeningen wel onder vallen. De belegger blijft wel altijd eigenaar van de gestructureerde obligaties die op een effectenrekening staan. Een faillissement van de bank verandert daar niets aan. Soms staat nog een derde partij garant voor de terugbetaling van het kapitaal, als de uitgever in gebreke blijft.

Kosten

Er zijn vaak relatief hoge instapkosten, beheerskosten, en eventueel distributiekosten en uitstapkosten verbonden aan gestructureerde producten. De impact ervan op het rendement staat in het essentieel informatiedocument.

Fiscaliteit

Voor gestructureerde obligaties is op een eventuele meerwaarde op de vervaldag, of op tussentijdse rentebetalingen, 30 procent roerende voorheffing verschuldigd. Bij andere gestructureerde producten hangt de fiscaliteit af van de onderliggende activa (zie de fiches van tak23 en beleggingsfondsen).

Duurzaam of niet?

Er zijn vijf gestructureerde producten met een duurzaam label in de database van Towards Sustainability. Ze zijn alle vijf uitgegeven door BNP Paribas Fortis of AG Insurance. “De duurzaamheid van structured notes is moeilijk te bepalen”, vindt Tom Van den Berghe van Towards Sustainability. “Het hangt af van het duurzaamheidsgehalte van de financiële instelling die ze uitgeeft.” Dat is bij spaarboekjes bijvoorbeeld ook het geval.

Tak21-levensverzekering

Karakteristieken

Een tak21-levensverzekering is een spaarproduct met een looptijd van minstens acht jaar. Het rendement van een tak21-product bestaat uit twee componenten: een gewaarborgd rendement en een winstdeelneming, die afhangt van de resultaten van de verzekeraar. Let op, sommige verzekeraars garanderen het rendement enkel in het eerste jaar van het contract. Andere verzekeraars garanderen het rendement voor de eerste acht jaar en nog andere voor de volledige looptijd.

Een tak21-levensverzekering mag zeker niet verward worden met een tak23-levensverzekering waarbij noch het kapitaal, noch enig rendement gegarandeerd is.

Bescherming

De reserves – wat overblijft na aftrek van de kosten en de premiebelasting – vallen in ons land onder de depositogarantie tot 100.000 euro per klant en per verzekeraar. De Belgische verzekeraars betalen daarvoor een bijdrage aan het Garantiefonds. Als u een contract afsluit bij een buitenlandse verzekeringsmaatschappij, hebt u die bescherming niet.

Wie een levensverzekering afsluit waarbij een kapitaal wordt uitgekeerd bij overlijden, kan een of meerdere begunstigden aanduiden. Met zo’n spaarformule kunt u de mensen die u lief zijn – maar niet automatisch iets van u erven – een financiële bescherming bieden bij uw overlijden.

Kosten

De instapkosten die verzekeraars aanrekenen, lopen soms op tot 6 procent. Van elke 100 euro komt dan slechts 94 euro in het verzekeringscontract terecht. Zo begint u te sparen met een stevige achterstand. Goed onderhandelen over de kosten is de boodschap.In de essentiële informatie van de levensverzekering kan de belegger de verwachte rendementen in verschillende scenario’s en over verschillende periodes terugvinden. Die scenario’s zijn bijvoorbeeld een stress-, ongunstig, gematigd en gunstig scenario bij leven en bij overlijden.

Fiscaliteit

Van elke 100 euro die u stort, gaat ook 2 euro naar de fiscus. Die belasting heet de premie- of verzekeringsbelasting. Een levensverzekering in het kader van pensioensparen ontsnapt aan die premietaks.

In ruil voor die belasting bij de start, is er geen roerende voorheffing meer aan de meet verschuldigd op tak21-contracten die langer lopen dan acht jaar en één dag.

Duurzaam of niet?

Er zijn slechts veertien tak21-levensverzekeringen met het Belgische label voor duurzaamheid van Towards Sustainability. Ze zijn allemaal uitgegeven door AG Insurance. “Er is slechts een beperkt aanbod, maar de interesse van de verzekeringssector groeit”, zegt Tom Van den Berghe van het Central Labelling Agency of the Belgian SRI label. Dat is een verschil met de spaar- en termijnrekeningen, waar de interesse voorlopig beperkt blijft tot de nichebanken die zich 100 procent op duurzaamheid toeleggen.

Tak23-levensverzekering

Karakteristieken

Een tak23-levensverzekering is niet veel meer dan de verpakking van een beleggingsfonds, meerdere beleggingsfondsen of andere activa, zoals rusthuizen. Exotische beleggingen zoals wijn of teakhout kunnen door een verbod van de financieel toezichthouder FSMA niet meer. Het rendement en de risico’s hangen grotendeels af van die activa. Een tak23-levensverzekering met een onderliggend aandelenfonds is minstens even risicovol als het aandelenfonds zelf. Het is sterk af te raden te investeren in tak23-levensverzekeringen met ondoorzichtige of complexe activa of structuren. Er bestaan ook financiële producten die een tak21-levensverzekering (met een gewaarborgd rendement) combineren met een tak23 (met een niet-gewaarborgd rendement). Sommige financiële instellingen noemen die combinatie een tak44-levensverzekering.

Sinds enkele jaren is het fonds dédié voor vermogende beleggers in ons land in opmars. Dat is een verzekeringscontract dat uit Luxemburg is overgewaaid, en dat individuele aandelen en obligaties als onderliggende beleggingen kan hebben. De verzekerde moet het beheer van die beleggingsportefeuille wel uit handen geven. Sinds 2017 heeft een aantal Luxemburgse verzekeraars een bijkantoor in België geopend, om dat fonds dédié te promoten.

Kosten

De verzekeraars rekenen instap- en beheerskosten aan, en soms ook uitstapkosten. Als de onderliggende activa bestaande beleggingsfondsen zijn, betaalt de belegger onrechtstreeks ook een vergoeding aan de beheerders van de fondsen. De beheerskosten op het niveau van de fondsen liggen doorgaans wel iets lager dan wanneer een particulier rechtstreeks in de fondsen zou stappen. In de essentiële informatie van de levensverzekering kan de belegger de verwachte rendementen in verschillende scenario’s en over verschillende periodes terugvinden. Die scenario’s zijn bijvoorbeeld een stress-, ongunstig, gematigd en gunstig scenario bij leven en bij overlijden.

Fiscaliteit

Van elke storting gaat 2 procent premiebelasting af. Daar staat tegenover dat de inkomsten volledig vrijgesteld zijn van roerende voorheffing. Er is ook geen taks op beursverrichtingen (TOB) verschuldigd, die bij de verkoop van een beleggingsfonds wel wordt aangerekend. Voor wie regelmatig wil switchen tussen beleggingsfondsen – met meer of minder risico bijvoorbeeld – kan de structuur van een tak23-contract voordelig zijn. Hoe langer een belegging in een levensverzekering loopt, hoe meer de belegger de achterstand kan wegwerken die hij bij de start door de premietaks en de instapkosten heeft opgelopen.

Duurzaam of niet?

Meestal is een tak23-levensverzekering niet veel meer dan een verzekeringsstrik rond een bestaand beleggingsfonds of meerdere fondsen. Of het tak23-product duurzaam is, hangt af van de onderliggende beleggingen. In de database van Towards Sustainability vonden we tak23-levensverzekeringen van drie partijen: AG Insurance, Argenta en KBC.

Goud

Karakteristieken

Fysiek goud heeft geen economische functie. Dat maakt het moeilijk er een richtprijs op te kleven. Het edelmetaal brengt ook geen rente op en het keert geen dividenden uit. Het rendement moet volledig voortkomen uit de stijging van de goudprijs. Op de internationale markten wordt de goudprijs uitgedrukt in dollar.

Goud is gevoelig voor de renteverwachtingen in de Verenigde Staten. Bij elke renteverhoging van de Amerikaanse centrale bank nemen de opportuniteitskosten voor een belegging in goud toe – beleggers lopen dan meer rente mis. Voorlopig ligt er geen renteverhoging in het verschiet. De centrale banken wereldwijd doen er alles aan om krediet zo goedkoop mogelijk te houden, om de economische gevolgen van de coronapandemie te verzachten.

Bescherming

Goud biedt een toevluchtsoord wanneer de munt van een land of een muntunie in elkaar klapt, of als er onzekerheid is over het financieel systeem. Ten tijde van de bankencrisis in 2008 en 2009 vluchtten veel beleggers in goud, omdat ze vreesden dat het financieel systeem in elkaar zou klappen. Tijdens de eurocrisis in 2011 en 2012 had het edelmetaal succes, omdat de euro op instorten stond. In 2018 was goud een goede belegging voor Indiërs, omdat de Indiase roepie ineenstuikte tot zijn laagste peil tegenover de dollar. Ook in 2020 gingen beleggers schuilen in goud, toen de hele wereld op zijn grondvesten daverde door de coronapandemie.

De status van goud als veilige haven staat soms ter discussie. Volgens specialisten hangt de prijsevolutie van goud af van drie factoren. Er is ten eerste een sterk negatief verband tussen de goudprijs en de dollar. Ten tweede heeft een stijging of een daling van de Amerikaanse rente een belangrijke invloed. En ten derde is de vraag naar goud voor beleggingen en sieraden vanuit China belangrijk.

Kosten

In de aan- en de verkoopprijzen die de handelaars in edelmetalen afficheren, zijn de kosten al verrekend. Wie via een bank goud koopt of verkoopt, betaalt vaak nog bijkomende kosten.

Fiscaliteit

Beleggen in fysiek goud is belastingvrij. Er is ook geen btw verschuldigd op goudstaven of goudmunten. Voor staven zilver of platina daarentegen betaalt de koper 21 procent btw op het volledige aankoopbedrag en voor munten 21 procent btw op de winstmarge van de handelaar.

Duurzaam of niet?

Volgens Amnesty International zijn er vooral in de gas-, de olie- en de mijnbouwindustrie bedrijven te vinden die de mensenrechten aan hun laars lappen. Er rijzen vragen over de omstandigheden waarin mijnwerkers moeten werken, over corruptie, enzovoort. Daarnaast is er de impact op het milieu. Mijnbouw zal altijd sporen nalaten in het landschap. Sommige grondstoffen zijn essentieel om de economie te doen draaien, maar goud is daar niet bij. Bovendien zijn er mijnbouwers die voor het kortetermijngewin gaan, en erts met een lage concentratie goud niet samen met het erts met een hoge concentratie goud uit de grond halen, waardoor reserves verloren gaan. De ene mijn is natuurlijk de andere niet, en er is ook nog zoiets als de recyclage van ‘oud goud’, uit juwelen bijvoorbeeld.

Partner Content