Zeven strategieën om duurzaam te beleggen
Duurzaam beleggen kan op veel manieren. We bespreken de meest voorkomende strategieën, en hun belangrijkste valkuilen.
Er bestaat geen standaardformule om duurzaam te beleggen. Hoe u dit het beste aanpakt, hangt onder meer af van wat u belangrijk vindt, hoe duurzaam u precies wil zijn en welke risico’s u bereid bent te nemen. Daarom bestaan er heel diverse strategieën. De ene is niet noodzakelijk beter of meer duurzaam dan de andere. Ze verschillen vooral in filosofie en aanpak.
Er bestaat geen standaardformule om duurzaam te beleggen.
Deze strategieën worden elk meer of minder strikt toegepast en vaak ook met elkaar gecombineerd. Dat maakt het niet eenvoudig. Duurzaam beleggen vraagt dus best wat huiswerk, zelfs voor wie in fondsen investeert. U moet op zijn minst wat vertrouwd zijn met de methodes die hieronder worden beschreven. Zo kunt u zelf bepalen of een belegging duurzaam genoeg is voor u.
1. Uitsluiting
Uitsluiting is een veel voorkomende strategie van duurzaam beleggen en vormt vaak de basis. Bepaalde activiteiten, bedrijven of zelfs hele sectoren worden dan geweerd uit een portefeuille. Die uitsluiting gebeurt bijvoorbeeld wegens een wettelijk verbod, zoals op investeringen in clustermunitie, of wegens een grote impact op het klimaat en het milieu. Denk aan bedrijven uit de olie- en gasindustrie.
Valkuil: In de praktijk blijkt vaak dat weinig activiteiten volledig uitgesloten worden. Een fonds belooft bijvoorbeeld cryptisch niet in ‘de meest vervuilende’ oliebedrijven te beleggen. Daardoor is een portefeuille die louter op uitsluiting berust in de realiteit soms toch weinig duurzaam.
2. Investeren op basis van normen
Investeren op basis van normen houdt in dat een belegger nagaat of een bedrijf de internationale standaarden en normen respecteert. De Verenigde Naties hebben bijvoorbeeld een Global Compact opgesteld met tien principes waaraan bedrijven zich dienen te houden voor mensenrechten, arbeidsrechten, het milieu en corruptie. Een belegger legt zo de bedrijven in zijn portefeuille een minimumstandaard op.
Valkuil: Investeren op basis van normen vraagt vaak niet veel meer dan de wet of internationale conventies na te leven en legt de lat dus niet bijzonder hoog.
3. Best in class
De beste leerlingen uit de klas selecteren is een zeer vaak gebruikte methode om duurzaam te beleggen. Het idee is bedrijven die goed scoren te belonen voor hun inspanningen en andere bedrijven uit een zelfde sector aan te sporen dat goede voorbeeld te volgen. Zo kunt u bijvoorbeeld investeren in de chemiebedrijven die meer dan hun concurrenten proberen hun uitstoot te verminderen.
Valkuil: Deze aanpak maakt het nog altijd mogelijk in vervuilende sectoren of activiteiten te investeren. Soms wordt ‘de beste leerlingen van de klas’ ook heel breed gedefinieerd als ‘de beste 50 procent van de klas’.
4. ESG-analyse
Een ESG-analyse licht een bedrijf door voor milieu (environment), sociaal beleid (social) en goed bestuur (governance). Zo krijgen bedrijven een score of rating, waardoor ze onderling te vergelijken zijn. Wat er precies doorgelicht wordt, kan verschillen van sector tot sector.
Duurzaam beleggen vraagt best wat huiswerk, zelfs voor wie in fondsen investeert.
Een ESG-analyse maakt dat u verder kunt kijken dan louter de financiële prestaties van een bedrijf. Dit kader is uitgegroeid tot de standaard in de financiële industrie. Het Towards Sustainability-label, een duurzaamheidskeurmerk voor financiële producten van de bankenkoepel Febelfin, schrijft bijvoorbeeld zo’n analyse voor.
Valkuil: ESG-analyses worden vaak opgesteld door externe informatiekantoren op vraag van bedrijven zelf en op basis van vragenlijsten die bedrijven zelf invullen. Dat laat veel ruimte voor discussie over scores.
5. Themabeleggen
Met deze aanpak speelt u in op een thema. Bekende voorbeelden zijn fondsen die investeren in hernieuwbare energie, de strijd tegen de klimaatverandering of oplossingen voor de waterproblematiek. Met een thema- aanpak kunt u investeren in wat u belangrijk vindt of oplossingen te steunen voor concrete problemen waar u wel eens wakker van ligt.
Valkuil: Door te beleggen in een themafonds investeert u in bedrijven die in één sector actief zijn. Dat brengt risico’s met zich. Daarom is thema- beleggen maar geschikt voor een klein deel van uw portefeuille.
6. Impactbeleggen
Deze manier van duurzaam beleggen belooft dat uw geld een positieve effect heeft, bijvoorbeeld op de toegang tot onderwijs of betaalbaar wonen. Voor een impactbelegger zijn de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties een belangrijk hulpmiddel. Aan de hand van die zeventien ontwikkelingsdoelstellingen kunnen bedrijven concrete maatregelen uitwerken en hun resultaten meten.
Valkuil: Impactbeleggen houdt beleggers voor dat hun geld een directe bijdrage levert, bijvoorbeeld aan het halen van een ontwikkelingsdoel. Maar het is meestal niet uit te maken hoe groot die impact precies is.
7. Actief aandeelhouderschap
Als aandeelhouder van een bedrijf hebt u stemrecht op de algemene vergadering en dus inspraak. Bij actief aandeelhouderschap maakt u van dit recht gebruik om verandering teweeg te brengen of dat alvast te proberen. Zo zetten bijvoorbeeld beleggers in grote oliebedrijven het management onder druk om de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs te onderschrijven. Vooral grote institutionele beleggers, zoals staats-, pensioen- of verzekeringsfondsen, vinden het steeds belangrijker hun stem te laten horen en de dialoog aan te gaan met de bedrijven waarin ze investeren.
Valkuil: Veel fondsbeheerders claimen actief aandeelhouderschap, maar in de realiteit doen ze niet veel meer dan een paar symbolische vragen stellen per mail. Ook het management van bedrijven bewijst soms niet meer dan lippendienst aan de verzuchtingen van de beleggers.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier