Twee soort inkomsten, twee soorten belastingen

Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

De komende dagen gaat de begrotingsopmaak 2017 van start. Opnieuw zullen de CD&V-ministers pleiten voor een vermogenswinstbelasting. Vicepremier Kris Peeters droomt hardop van een zogenoemde dual income tax: inkomsten uit arbeid progressief belasten, vermogen belasten met een vast tarief. Volgens de Hoge Raad van Financiën kan zo’n tweeledige belasting 4 miljard euro opbrengen.

Het voorbije jaar zijn 62 artikels gewijd aan de dual income tax. In de periode tussen 2001 en 2015 waren dat er twaalf. Niet verwonderlijk, want minister van Werk en vicepremier Kris Peeters probeert de dual income tax al een tijd te verankeren in het fiscale taalgebruik. In september pleitte hij tijdens een lezing aan de universiteit Hasselt voor zo’n tweeledige belasting. Volgens hem is dat een rechtvaardig systeem waardoor vermogenden meer bijdragen aan de belastingpot. Een omfloerste versie van ‘Laat de rijken de crisis betalen’ dus.

Met een dual income tax worden de inkomsten uit arbeid en de sociale uitkeringen progressief belast, de inkomens uit vermogen worden tegen een vast percentage belast, bijvoorbeeld 25 procent. In België staan we daar ver vanaf. Sommige vermogenswinsten worden niet of amper belast, zoals reële huurinkomsten, de meerwaarde bij de verkoop van een woning of de meerwaarde op aandelen. En in de roerende voorheffing bestaan uiteenlopende tarieven.

Met één belastingvoet is alles transparanter en kan de koterij in de Belgische vermogensfiscaliteit opgeruimd worden, redeneert Peeters. Bovendien bestaat zo’n tweeledige belasting al in het buitenland: een aantal Scandinavische landen voerde ze in de jaren 80 en 90 in. Maar CD&V haalt de mosterd niet in het Hoge Noorden, wel uit een rapport van de Hoge Raad van Financiën uit 2014, besteld door toenmalig minister van Financiën Koen Geens (CD&V). Het rapport levert munitie voor belastinghervormingen.

4 miljard euro opbrengst

Al sinds het aantreden van de regering-Michel pleiten de christendemocraten bij zowat elke begrotingsopmaak of -controle voor een nieuwe, andere of hogere belasting op vermogensinkomsten om het gat in de begroting op te vullen. Het rapport van de Hoge Raad is hun bijbel. De studie pleit voor een duale belasting die de schatkist 4 miljard euro kan opleveren. Dat is de helft van wat nodig is om tegen 2018 een structureel begrotingsevenwicht te hebben. De Hoge Raad pleit voor een belasting op alle vermogenswinsten van 25 procent. Economen noemen zoiets evenwaardig aan 50 procent op arbeidsinkomsten. De redenering is dat inkomen uit arbeid stijgt met de inflatie, terwijl mensen met een roerend vermogen al 2 procent rente nodig hebben om de inflatie bij te benen. Daarom zou 2 procent winst worden vrijgesteld van belasting. Alle rendement daarboven zou dan worden belast. Ook de intresten op het klassieke spaarboekje zouden niet meer veilig zijn. Nu zijn intresten tot 1880 euro op spaarboekjes vrijgesteld van roerende voorheffing. Een afschaffing zou 1,2 miljard opleveren.

Maar vooral: met de invoering van een dual income tax zou de door CD&V zo sterk bepleite belasting op meerwaarden van aandelen een feit zijn. Nu bestaat die enkel voor aandelen die men minder dan zes maanden in portefeuille heeft. Een tweeledige belasting zou ook de vastgoedfiscaliteit aanpassen. 25 procent belasting op de werkelijke nettohuurprijzen (na aftrek van 40%van de lasten) zou volgens de Hoge Raad van Financiën 283 miljoen euro opbrengen, terwijl die nu niet worden belast.

De Hoge Raad noemt een duale belasting billijk en rechtvaardig: “Twee belastingplichtigen met een gelijk bedrag aan vermogensinkomsten, maar met een andere samenstelling, zouden dezelfde belasting moeten betalen. Daarenboven, gezien de concentratie van de inkomsten uit spaargelden in de bovenste decielen van de inkomstenverdeling, zou een uniforme belasting, ongeacht het tarief, het herverdelende effect van de belasting verhogen.”

Onlangs verdedigde Liesbet Sommen, directeur Sociale Zaken op het kabinet van Kris Peeters, de duale belasting in een vrije tribune op Knack.be: “Het systeem biedt ook voordelen in de opsplitsing van de inkomsten als zelfstandige in een arbeids- en vermogensluik. De belastingdruk voor de zelfstandige daalt, wat de beweging naar steeds meer ‘schijnvennootschappen’ afremt. Bovendien zal het zelfstandige ondernemingen aansporen om meer te investeren, omdat het geïnvesteerde kapitaal in het nieuwe systeem minder wordt belast dan beroepsinkomsten.”

Zoveelste belastingverhoging

Maar dreigt een duale belasting niet uit te draaien op een belastingverhoging, aangezien bepaalde vermogenswinsten dan niet langer belastingvrij zijn? Voorstanders van hogere kapitaalbelastingen zeggen dat dat geen probleem is: België is een fiscaal paradijs voor vermogenden en dus kunnen de belastingen op vermogens of vermogenswinsten nog een stuk omhoog. De realiteit is anders: de belasting op vermogen is in België 3,5 procent van het bbp. Van alle OESO-landen scoren enkel Groot-Brittannië (4%) en Frankrijk (3,7%) hoger. De impliciete belasting op kapitaal – dat zijn de inkomsten uit vermogenstaksen in verhouding tot de totale belastbare basis – is met 35,5 procent de vijfde hoogste van de Europese Unie.

Volgens econoom Gert Peersman (Universiteit Gent) hoeft een duale belasting niet per se uit te draaien op een belastingverhoging. “Bepaalde inkomsten, zoals de meerwaarde op aandelen of reële huurinkomsten, worden dan inderdaad voor het eerst belast. Dat betekent extra inkomsten, wat ruimte vrijmaakt om een lager uniform tarief te hanteren. De regering kan, net zoals in de personenbelasting, voor een belastingvrije sokkel kiezen in de kapitaalinkomsten. Die bestaat al voor de intresten op spaarboekjes. Je kunt dat uitbreiden tot andere activa, zoals aandelen of obligaties. Dat zal er misschien voor zorgen dat er minder geld op spaarboekjes wordt opgepot. Dan zal de allocatie van kapitaal ook efficiënter verlopen. Het is toch absurd dat we zouden kiezen voor een vermogenswinstbelasting waarmee mensen die bedrijfsactiviteiten ontwikkelen wel geraakt worden door een belasting op meerwaarden, terwijl de reële huurinkomsten onaangetast blijven. Met een belastingvrije schijf voer je ook een zekere progressiviteit in, waardoor degenen die veel kapitaalinkomsten hebben procentueel meer betalen. De middenklasse zou dan zelfs minder belastingen op kapitaal betalen dan vroeger.”

Geert Janssens, hoofdeconoom van de werkgeversorganisatie Etion, is minder overtuigd: “De vrijstelling van 1880 euro is met de huidige rentevoeten onwaarschijnlijk hoog. Wie dat bedrag jaarlijks opstrijkt met zijn spaarboekje, is geen ‘kleine spaarder’ meer. Zo’n vrijstelling moet dus gekoppeld zijn aan de marktrente. Het doel van een dual income tax is ook het systeem eenvoudiger, transparanter en rechtvaardiger te maken, niet extra inkomsten te genereren. Zo’n hervorming vergt visie, maar vooral ook een aanpak die we de voorbije decennia niet meer hebben gezien. Ze moet lang en zorgvuldig worden voorbereid.”

Niet gebruiken voor begroting, wel voor taxshift

De discussie over een andere vermogensfiscaliteit wordt gevoerd naar aanleiding van een begrotingsoefening. Nochtans ziet het rapport van de Hoge Raad van Financiën een duale belasting niet direct als een middel om de overheidsfinanciën te saneren, maar wel als een onderdeel van een taxshift. De hogere vermogenswinstbelastingen kunnen dan een verdere verlaging van de lasten op arbeid compenseren. In Noorwegen bedraagt de belasting op vermogenswinsten 28 procent, de tarieven in de personenbelasting variëren tussen 28 en 41,7 procent. Toen er nog geen duale belasting bestond, was het hoogste tarief in de personenbelasting er 66 procent. Zweden deed hetzelfde: het hoogste marginaal tarief werd verlaagd van 87 naar 62 procent. Tegelijk werd een uniforme vermogenswinstbelasting van 30 procent ingevoerd. In die twee landen was het dus nooit de bedoeling met een ‘rijkentaks’ de begrotingsputten te vullen.

“Op dit moment is het normaal naar aanleiding van de begrotingsopmaak te praten over vermogenswinstbelastingen”, stelt Peersman vast. “De discussie gaat meer over het opvullen van gaten die in de vorige taxshift zijn overgebleven. Maar ik denk niet dat die 8 miljard gevonden zou worden via vermogenswinstbelastingen. Er zal ook bespaard worden. Als het doel is de hele fiscaliteit te herzien, zitten we in een ander verhaal. Dat moet buiten de begrotingsdiscussie blijven.”

“Meer belastinginkomsten uit sparen en kapitaalopbrengsten zullen niet volstaan om het gat in de taxshift te financieren, laat staan de begroting in evenwicht te krijgen”, vult Geert Janssens aan. “Voor een taxshift is er nog geld te vinden bij de btw en de milieubelastingen, maar een overheid die 52 procent van het bbp uitgeeft, moet ook besparen. Laten we niet vergeten dat de Duitse gezamenlijke overheden – alle verhoudingen in acht genomen – vandaag 40 miljard euro minder uitgeven dan al de Belgische overheden samen.”

Alain Mouton

Met één belastingvoet is alles transparanter en kan de koterij in de Belgische vermogensfiscaliteit opgeruimd worden, redeneert Kris Peeters.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content