IS wordt WAS

MOSUL IS moet de tweede stad van Irak prijsgeven. © REU

In 2017 wordt Islamitische Staat verslagen. Maar daarmee zijn de problemen met islamistische terreur niet opgelost.

Voorspellingen over terroristen zijn vaak verkeerd gebleken, maar het ziet ernaar uit dat lokale strijdkrachten en een internationale coalitie van een zestigtal landen onder leiding van de Verenigde Staten in 2017 het wreedste jihadistische regime ooit, het zelfverklaarde kalifaat van Islamitische Staat (IS), vernietigt. Barack Obama beloofde dat in september 2014, drie maanden nadat IS de wereld met verstomming had geslagen door Mosul, de tweede grootste stad van Irak, in te nemen. Obama’s opvolger, Donald Trump, heeft beloofd het werk af te maken.

IS was in november 2016 uit bijna heel Irak verdreven, waar het op een bepaald moment een derde van het land in handen had en oprukte tot de buitenwijken van de hoofdstad Bagdad. Enkel Mosul en een paar kleine stadjes bleven in handen van het kalifaat. Bij een operatie die op 17 oktober gelanceerd werd, waren 7000 Iraakse en grote aantallen irreguliere manschappen betrokken, geholpen door tot 5000 Amerikaanse special forces en internationale luchtondersteuning. Ze rukten op naar Mosul en de overwinning leek voor het grijpen. Tegen de tijd van de aanval waren de meeste van de leiders van IS al gedood door Amerikaanse luchtaanvallen en waren vele strijders al gevlucht. Vermoed werd dat de leider, Abu Bakr al-Baghdadi, zich buiten Mosul schuilhield. In november riep hij zijn troepen op vechtend te sterven.

In Syrië is IS al verdreven van een groot deel van het grondgebied dat het ooit in handen had en houdt het zich verborgen in de woestijn in het oosten van het land, in en rond de stad Raqqa. Begin november naderden door de Amerikanen gesteunde Koerdische troepen de stad. Een combinatie van Koerdische strijders, soennitische milities en zware Amerikaanse en Russische vuurkracht zal het in 2017 halen.

De vloek blijft

Dat betekent niet dat Irak en Syrië verlost zijn van de terroristische vloek. IS is zijn grondgebied kwijt, maar veel extremisten die voor IS vochten, zullen overleven, net zoals ze de vernietiging van al-Qaeda door de Verenigde Staten in 2007-2008 overleefden. Het komt erop aan de schade die ze kunnen aanrichten, te beperken. In het slechtste geval kan zoiets als de anarchistische al-Qaeda-jaren terugkeren. Het lijkt zeker dat Syrië geteisterd blijft door oorlog en terreur. Maar in het beste geval kan in Irak de normalisering inzetten.

Er zijn verontrustende, maar ook hoopvolle signalen. De regering van premier Haider al-Abadi heeft al een decentralisatiewet goedgekeurd die vele regeringstaken en het bijbehorende geld overdraagt aan de provincies. In 2017 krijgen de drie centrale provincies met een soennitische meerderheid beperkte macht. De regering hoopt daarmee de wrok te lenigen die de Iraakse soennieten nog altijd koesteren omdat ze nu een minderheid vormen in het land dat ze onder Saddam Hussein ooit regeerden.

Een groter probleem is wat moet gebeuren met de sjiitische milities die overal opdoken nadat de soennitische strijders van IS het land overspoeld hadden. Zodra hun taak erop zit, moeten ze worden opgenomen in het geregelde leger of een baan krijgen. Anders zal de dreigende aanwezigheid van meer dan 100.000 zwaar bewapende sjiieten de soennieten niet echt geruststellen. Het zal niet makkelijk zijn de zowat 300 grote en kleine milities te ontmantelen. Vele worden bovendien uitgerust en geleid door Iran, waardoor de regering in Bagdad er weinig vat op heeft.

Een derde heikele kwestie is de controle over bevrijd Mosul en de omliggende provincie Ninawa. De sjiieten en de Koerden, om nog niet te spreken van de jezidi’s, de Turkmenen en de christenen, willen allemaal beslag leggen op delen van dat in meerderheid soennitisch-Arabische deel van het land. Tot slot, blijft de kwestie van de Amerikaanse betrokkenheid. Wil Irak enige kans maken op een normalisering van de toestand, dan moet een aanzienlijk Amerikaans contingent aanwezig blijven. President Trump ziet dat misschien wel anders.

Syrië blijft in 2017 een veel hardnekkiger probleem. Hoewel de laatste delen van het kalifaat vallen, blijft een groot deel van het land oorlogsgebied. Bashar al-Assad blijft zich verschansen aan de kust, dankzij Russische hulp immuun voor omverwerping door de rebellen. Maar hij is niet in staat de controle te heroveren over het grootste deel van het land. Daar, tussen de ruïnes, zal het jihadisme opbloeien.

De auteur is redacteur Midden-Oosten en Afrika van The Economist.

Christopher Lockwood

IS is zijn grondgebied kwijt, maar veel extremistendie voor IS vochten, zullen overleven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content