‘In oorlogstijd speelt een andere dynamiek voor beleggingen’
Wie op de vlucht moet slaan, heeft cash of kleine waardevolle voorwerpen nodig, die gemakkelijk te gelde kunnen worden gemaakt. Voor mensen in oorlogsgebied is het geen goed idee een groot deel van hun vermogen in bitcoin te stoppen, zegt ULB-professor Kim Oosterlinck. En overheidsobligaties zijn nu noch voor Oekraïners noch voor Belgen aan te raden.
De voorbije jaren hebben de Belgische beleggers veel geld in vastgoed gepompt, door de historisch lage rente die lenen goedkoop en sparen verlieslatend maakte. De kans is klein dat wij ooit op de vlucht moeten slaan, maar er woedt in de achtertuin van Europa wel een oorlog met een onvoorspelbaar en machtig Russisch regime. Onroerende goederen kunt u niet meenemen en ook niet volledig veiligstellen. “Oekraïners die hun vaderland ontvluchten, weten door de bombardementen niet of ze nog een huis zullen terugvinden, als ze ooit terugkeren. Bovendien is het niet altijd eenvoudig na de oorlog te bewijzen dat het hun huis is”, zegt Kim Oosterlinck, professor financiën aan de Université Libre de Bruxelles. “Vastgoed is geen goede belegging in oorlogstijd.” Hij brengt in herinnering dat tijdens de wereldoorlogen de Belgen ook liever land kochten waar nog geen gebouwen op stonden, om de vanzelfsprekende reden dat de schade van luchtaanvallen dan gemakkelijker te herstellen is.
Bitcoin lijkt misschien een ideaal vehikel voor wie op de vlucht moet slaan, maar de volatiliteit is heel groot. Je riskeert een groot deel van je vermogen kwijt te zijn’
Kim Oosterlinck, ULB-professor financiën
Goud is een pak duurder geworden sinds de Amerikanen op 11 februari waarschuwden voor een inval van Rusland in Oekraïne. De goudprijs ging zondagnacht zelfs even boven 2000 dollar per ounce. De beleggers vluchtten vorige week in alle traditionele veilige havens: goud, de Amerikaanse dollar, de Japanse yen en schuldpapier van landen als Duitsland en de Verenigde Staten. Voor het eerst in zeven jaar was de Zwitserse frank ook even meer dan 1 euro waard. Beleggers lijken zich nog maar weinig aan te trekken van de stijgende inflatie en het rentepad van de centraal bankiers, die tot vorige week de rentes optrokken en de koersen van obligaties drukten. De bitcoin, ook wel het virtuele goud genoemd, bleek in de hoofden van de beleggers toch niet zo veilig: de cryptomunt ging samen met de beurzen onderuit bij de start van de oorlog. Sindsdien zijn er wel berichten over Oekraïne dat geld ophaalt voor de strijd via cryptomunten en Russische oligarchen die economische sancties proberen te omzeilen via bitcoin. Het zorgde voor een tijdelijke heropleving van de belangrijkste cryptomunt, maar al bij al is de bitcoin nog altijd ruim 10 procent minder waard dan op 11 februari.
Obligaties
“Overheidsobligaties zijn een slecht idee als een oorlog woedt”, waarschuwt Kim Oosterlinck. “Ze leveren een vaste vergoeding op, meestal een jaarlijkse rente, terwijl de inflatie in oorlogstijd toeneemt. Met overheidsobligaties boeten de beleggers stevig aan koopkracht in. Het maakt niet uit of de oorlog woedt in jouw land, of jouw land bezet is of maar van ver betrokken is bij een oorlogssituatie, zoals de lidstaten van de Europese Unie vandaag.”
De professor voegt eraan toe dat landen in oorlog wel altijd zullen proberen de mensen aan te moedigen of zelfs te dwingen obligaties te kopen. Een oorlog voeren, kost handenvol geld. De armlastige overheid zal dat geld in de eerste plaats bij haar eigen burgers zoeken. Voorlopig speelt het effect van de inflatie helemaal niet bij de Belgische, de Duitse of de Amerikaanse overheidsobligaties. Integendeel, de rente op langlopende obligaties zakt, en de koersen of de waarde van de obligaties stijgt. “Je ziet het effect nog niet, maar ik zou het beleggers toch niet aanraden nu overheidsobligaties te kopen”, zegt Kim Oosterlinck.
Aandelen
De vraag of de beleggers gebruik moeten maken van beurscorrecties om aandelen te kopen, is moeilijker te beantwoorden. “Ik zou in ieder geval bedrijven mijden die een directe link hebben met de regio door internationale handel of omdat ze er activiteiten hebben. Je zou aandelen van wapenfabrikanten kunnen kopen, maar dat is vanuit een ethisch perspectief niet oké. Er zijn overigens ook momenten in de geschiedenis geweest dat die wapenbedrijven na een oorlog extra belastingen opgelegd kregen, om de ‘profiteurs van de oorlog’ te straffen.”
Op de korte termijn winnen de defensieaandelen. Zo cynisch zijn de financiële markten wel. Amerikaanse aandelen als Boeing en Lockheed Martin gingen hoger toen de Russische tanks en soldaten Oekraïne aanvielen. Opvallend is ook dat beleggers bij de start van de oorlog gingen schuilen in Amerikaanse technologie-aandelen, zoals Microsoft en Apple. In Europa waren de grote spelers in hernieuwbare energie opvallende winnaars, zoals Orsted, Vestas Wind Systems en Siemens Gamesa Renewable. De oorlog drukt Europa met de neus op de feiten: de afhankelijkheid van Russisch aardgas en, in mindere mate, olie is op de lange termijn funest voor onze economieën.
Bitcoin
Op dit moment is het riskant uw vermogen tijdelijk op te slaan in bitcoin, vindt professor Oosterlinck. De voorbije jaren is bitcoin weleens gepromoot als store of value. “Het lijkt misschien een ideaal vehikel voor wie op de vlucht moet slaan, maar op een bepaald moment heb je geld nodig en moet je je bitcoin omzetten in een andere valuta. De volatiliteit is heel groot. Je riskeert een groot deel van je vermogen kwijt te zijn.”
Nochtans heeft de bitcoin wel kenmerken die in vorige oorlogen interessant bleken: de virtuele munt is discreet en gemakkelijk mee te nemen. “Bitcoin is alleen nog niet zo gemakkelijk liquide te maken, omdat er nog altijd maar een beperkte groep mensen in handelt”, vindt Kim Oosterlinck. In Oekraïne en in Rusland, na de beslissing om Rusland uit het internationaal systeem te duwen, stonden mensen aan te schuiven aan de bankloketten om cash geld af te halen.
In bepaalde scenario’s grijpen mensen terug naar cash én naar tastbare beleggingen. Dat was bijvoorbeeld ook het geval bij operatie-Gutt in 1944, na de bevrijding van België, toen bankrekeningen werden bevroren en mensen maar mondjesmaat aan hun geld konden. Daarna werden hoge belastingen geheven op het kapitaal. En zo komen we bij de vraag welke alternatieve fysieke beleggingen het best hun waarde vasthouden.
Tastbare beleggingen
“Tijdens de Tweede Wereldoorlog wisselden op de zwarte markt in Parijs kleine gouden munten van hand voor relatief hogere prijzen dan grotere munten. Je zou denken dat een gram goud een gram goud is, maar een Napoleon-munt is gemakkelijker om mee te nemen op de vlucht dan een Double Eagle. Daarom kenden de kopers een premie toe aan kleine goudmunten”, zegt Kim Oosterlinck. “Om je een weg naar Spanje te betalen, zijn kleinere munten beter. Je wilt niet te veel tonen hoeveel je bezit, en je kunt ook moeilijk zeggen: hier is een munt, waarvan de helft voor jou is en mijn wisselgeld wil ik in cash terugkrijgen.” Oosterlinck merkt wel op dat de Duitsers de Double Eagle verkozen, toen ze met hyperinflatie kampten en gouden munten kochten als waarde-opslagplaats omdat hun Duitse marken zienderogen waarde verloren.
Opvallend is ook dat onderzoek van professor Oosterlinck leert dat kleine, discrete en gemakkelijk te verplaatsen kunstwerken in oorlogstijd doorgaans veel beter hun waarde behielden dan grote kunstwerken. “Een groot schilderij van Rubens steek je natuurlijk niet zomaar in je koffer. Vandaar die premie voor kleine voorwerpen”, zegt Kim Oosterlinck laconiek. Hij reconstrueerde een kunstindex, op basis van een database van 8850 transacties van kunstwerken tussen 1937 en 1947 bij Drouot, een belangrijk veilinghuis in Parijs. Hij vergeleek het rendement van de kunstindex met aandelen, obligaties, goud op de zwarte markt en buitenlandse valuta. De kunst overtrof alle andere beleggingen.
Wapenfabrikanten zijn soms als ‘profiteurs’ gestraft met extra belastingen na oorlogen’
Kim Oosterlinck, ULB-professor financiën
“Maar veel hangt af van de inflatieverwachtingen”, merkt Oosterlinck op. “In de Eerste Wereldoorlog lag de kunstmarkt in Frankrijk plat, terwijl kunst in Duitsland booming was. In Duitsland was er toen hyperinflatie, in Frankrijk niet. Het monetair beleid in beide landen was heel verschillend.” Uit andere onderzoeken bleek al eerder dat kunst op de heel lange termijn gemiddeld beter rendeert dan obligaties, maar slechter dan aandelen. Zeldzame postzegels zitten in dezelfde categorie als de kleine kunstwerken. Oosterlinck stootte op een verzameling postzegels die in waarde vertienvoudigde tussen 1938 en 1943. “Postzegels zijn klein en gemakkelijk mee te nemen. Je kunt letterlijk een deel van je rijkdom meenemen, als je moet vluchten.”
Er is ook een verschil tussen landen waar de gevechten nog volop woeden, en landen die door de vijand bezet zijn. “Tijdens de bezetting was het in België en Nederland verboden goud te verhandelen, al gebeurde het wel op de zwarte markt. Als mensen goud bezaten, moesten ze het aangeven en werd het vaak geconfisqueerd. Enkel hun juwelen mochten ze houden. Daardoor lieten mensen soms belachelijk grote juwelen maken. In die bezette landen waren kunstwerken uiteraard een betere belegging dan goud.”
Tot slot concludeert Oosterlinck: “In een oorlogscontext bekijken de mensen beleggingen en vermogen op een andere manier. Er speelt een heel andere dynamiek.” Het gaat niet langer om vermogen opbouwen. Vermogen wordt een middel om te overleven.
Voor beleggers die wat verder van de oorlog af staan, zoals wij, is het enorm moeilijk te anticiperen op de economische sancties en de gekke bokkensprongen die de markten maken. Waarom ging de Bel-20 de vrijdag na de inval van Rusland in Oekraïne ruim 4 procent hoger, terwijl 2.000 kilometer verderop hevige gevechten plaatsvonden en almaar duidelijker werd dat we met zijn allen de economische gevolgen zouden dragen? Wie zal het zeggen? We kunnen alleen maar hopen dat de wapens in Oekraïne snel zwijgen, zodat het herstel en de heropbouw kunnen beginnen.
De geschiedenis herhaalt zich
In lokale munt schommelde het dagverlies van de beurs van Moskou vorige donderdag tussen 20 en 22 procent. Aan het einde van de beursdag stond de teller op min 17 procent. “Het is een van de zwaarste beursdalingen uit de geschiedenis”, zegt Gertjan Verdickt, professor financiën aan de KU Leuven. Hij is gespecialiseerd in historische marktendata. “De Dow Jones verloor 22,6 procent op 19 oktober in 1987, bekend als Black Monday. Dat was de ergste beurscrash tot nu.”
De handel op de beurs van Moskou werd ‘s ochtends ook even stilgelegd, maar dan weer hervat. De Russische centrale bank legde wel een verbod op shortselling (een manier om in te spelen op koersdalingen) op. Verdickt vergelijkt de situatie met de wereldoorlogen. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 werden de beurzen in België gesloten. Ze gingen niet meer open voor het einde van de oorlog. In de Tweede Wereldoorlog ging de beurzen maar enkele maanden dicht.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier