Gaat de ECB beginnen taperen?

Christine Lagarde, voorzitter van de ECB. © Belga Image
Danny Reweghs
Danny Reweghs Directeur strategie Trends Beleggen

Deze week is het de beurt aan de Europese Centrale Bank om zich te buigen over de vraag of het niet stilaan tijd wordt om het opkoopprogramma van obligaties te gaan milderen.

Vorige week vrijdag zagen we een enorme verrassing bij de bekendmaking van het Amerikaanse banenrapport voor augustus. Tegenover een gemiddelde verwachting van 733.000 nieuwe banen werden er slechts 235.000 gecreëerd. Net geen half miljoen onder de verwachtingen dus. De werkloosheidsgraad zakte wel tot de verwachte 5,2 procent (was 5,4%) en het gemiddeld uurloon op jaarbasis steeg zelfs meer dan de verwachte 4,3 procent (3,9% verwacht).

Door de teleurstellende banencreatie – een gevolg van de doorbraak van de deltavariant – gaan de meeste strategen en economen ervan uit dat Fed-voorzitter Jerome Powell tijdens de vergadering in september niet zal aankondigen dat zijn instelling het stimuleringsprogramma wordt afgebouwd. Tijdens zijn toespraak in Jackson Hole, de jaarlijkse ontmoetingsplaats van centrale bankiers aan het eind van de zomer, had de voorzitter van de Amerikaanse centrale bank duidelijk gemaakt dat de doelstelling van volledige tewerkstelling nog niet is bereikt. Het teleurstellende banenrapport van augustus helpt daar niet bij.

Deze week is het de beurt aan de Europese Centrale Bank (ECB) om zich te buigen over de vraag of het niet stilaan tijd wordt om het opkoopprogramma van obligaties te gaan milderen. Zelfs Europa heeft intussen een inflatie van 3 procent. Dat is al heel lang geleden en duidelijk boven de doelstelling van 2 procent. Voldoende argumenten voor enkele centrale bankiers uit land met een zogenoemd orthodoxe monetair beleid (Duitsland, Nederland en Oostenrijk) om voor tapering te pleiten. Maar in Zuid-Europa wordt nog altijd gesproken van een tijdelijke inflatieopstoot en wil men evenveel obligaties blijven opkopen in het laatste kwartaal van dit jaar. De meeste economen gaan er toch vanuit dat ECB-topvrouw Christine Lagarde een vermindering van de obligatieaankopen zal aankondigen.

Ondergewaardeerde opkomende markten

Beleggers in de opkomende markten maakten een vreugdedansje toen Joe Biden vorig najaar president van de Verenigde Staten werd en Donald Trump, de man van het protectionistische Make America Great Again geen tweede termijn kreeg. De MSCI Emerging Markets-index schoot omhoog en troefde alle andere indexen af.

Dat herstel kwam niets te vroeg. Het afgelopen decennium was niet dat van de opkomende markten. Een belegging in de MSCI Emerging Markets-index bracht de voorbije tien jaar gemiddeld 5,1 procent per jaar op, of een return van 65 procent (koersevolutie plus dividenden), aangezien de index in die periode nauwelijks met 26 procent is gestegen. In dezelfde periode haalde de wereldindex MSCI World een opbrengst van 237 procent, of gemiddeld 12,9 procent per jaar – een verschil van maar liefst 172 procent.

Dat resultaat werd natuurlijk vooral gestuwd door de Amerikaanse techgiganten. Door het stimuleringsbeleid van de Federal Reserve bleef het beleggingsgeld op Wall Street. Bovendien was er de structurele groeivertraging in China en kampten enkele groeilanden met politieke problemen, waaronder Brazilië.

Na het aantreden van Biden leek het ergste achter de rug voor de opkomende landen en was er meer ruimte voor positivisme voor dit en de volgende jaren. Tussen begin maart vorig jaar en eind februari dit jaar troefde de MSCI Emerging Markets-index de MSCI World-index wél af (39 versus 32%). Het dure Wall Street leidde de Amerikaanse beleggers naar investeringskansen buiten de eigen grenzen.

De argumenten om in de opkomende landen te beleggen zijn er nog altijd. Terwijl de middenklasse in de westerse wereld onder druk staat, groeit die in de opkomende landen nog altijd gestaag, wat ook gepaard gaat met een toename van de koopkracht. Terwijl in de Verenigde Staten 65 miljoen millennials wonen en in de Europese Unie 60 miljoen, zijn dat er in Azië alleen al 800 miljoen. Ook Afrika en Latijns-Amerika tellen honderden miljoenen millennials. Die jonge bevolking staat garant voor een stevig groeipotentieel de komende jaren en zelfs decennia. De economie wordt er in ijltempo gedigitaliseerd.

Maar in maart stokte de herstelbeweging. De MSCI Emerging Markets-index dook weer lager, terwijl de MSCI World-index de opmars verder doortrok. Sinds begin dit jaar gaapt er opnieuw een kloof van bijna 18 procent (0 versus +18%) in het nadeel van de opkomende markten. De boosdoeners zijn snel gevonden. Er zijn er twee. Vooreerst is er de minder snelle uitrol van de vaccinatiecampagnes in de meeste opkomende landen. Zeker met de opkomst van de deltavariant is dat een flinke handicap. Daarnaast is er de aanval van de Chinese autoriteiten op hun te machtige techgiganten. Chinese aandelen wegen zwaar in de groeimarktenindexen.

Dat leidde tot een drastische ommekeer van het sentiment en tot een stevige onderwaardering. De waardering van de MSCI Emerging Markets-index ligt nu gemiddeld 37 procent onder die van de MSCI World-index (historische gemiddelde onderwaardering van 25% ). Maar eerst moet het sentiment rond de Chinese aandelen weer verbeteren, alvorens er een herstelbeweging op gang kan komen.

Partner Content