Europese banksector heeft het vertrouwen van beleggers nog steeds niet teruggewonnen
De banksector is er niet in geslaagd het volle vertrouwen van de beleggers terug te winnen sinds de financiële crisis van ruim een decennium geleden.
Een maand geleden werden de aandeelhouders van Europese bankaandelen nog maar eens opgeschrikt door een schandaal. Uit de FinCEN-files bleek dat heel wat Europese banken betrokken waren bij witwaspraktijken. Het aandeel van ING moest de zwaarste klap incasseren, omdat die Nederlandse bank heel nadrukkelijk in de documenten opdook. Het was het zoveelste slechte nieuws uit de Europese financiële wereld, dat opnieuw een aantal aandeelhouders de handdoek in de ring deed werpen.
Als we kijken naar de waarderingen in de Europese banksector, is de enig mogelijke conclusie dat de sector er niet in is geslaagd het volle vertrouwen van de beleggers terug te winnen sinds de financiële crisis van ruim een decennium geleden. Europese bankaandelen bleven goedkoop om diverse redenen. Vooreerst zijn de bankbalansen niet doortastend genoeg gesaneerd. Dan denken we in de eerste plaats aan de Italiaanse banksector, maar ook aan enkele Duitse kleppers zoals Deutsche Bank en Commerzbank. Daarnaast is er de strafrente die de Europese Centrale Bank oplegt als banken bij haar overtollige cash deponeren, naast nieuwe buffers en reguleringen. Al die maatregelen wegen op de rentemarge en dus op de winstgevendheid van de banken. Daar komt het risico van ernstige kredietverliezen door de coronacrisis nog eens bij.
Dat heeft geleid tot een negatieve perceptie ten aanzien van de sector en bijgevolg tot erg lage waarderingen. De 38 aandelen in de Stoxx600-Banks worden gemiddeld tegen minder dan 0,42 keer de boekwaarde verhandeld (1,8 keer gemiddeld voor de aandelen uit de Stoxx600-index), en dat is nog nooit eerder gebeurd. Op het dieptepunt in maart kwamen veel banken slechts aan een waardering van 0,3 keer de boekwaarde. In historisch perspectief kunnen we dan ook spreken over de laagste waardering tegenover het marktgemiddelde en tegenover het eigen sectorgemiddelde van de voorbije tien jaar. Ook in termen van de beurswaarde tegenover de totale activa waren bankaandelen nooit zo goedkoop (nauwelijks 3,5% gemiddeld, tegenover nog bijna 27% in 2007).
Zwaar achtergebleven
Het afgelopen decennium hadden de aandeelhouders van Europese bankaandelen dan ook weinig reden tot vieren. Een belegging in de Stoxx600 Banks-index, de index met alle belangrijke Europese beursgenoteerde banken, leverde ondanks vaak riante dividenden toch een negatieve return van -43 procent op (-5,5% gemiddeld per jaar, koersevolutie plus dividenden). In hoofdzaak kwam dat doordat het gemiddelde Europese bankaandeel nog altijd 61 procent lager staat dan tien jaar geleden. De return van de Stoxx600-index het afgelopen decennium bedraagt 96 procent (6,9% gemiddeld per jaar), of een verschil van bijna 140 procent.
En ook sinds het jaarbegin loopt de prestatie van de bankwaarden ver achter op het marktgemiddelde: -42 procent voor de Stoxx600 Banks, tegenover -11 procent voor Stoxx600-index. We blijven voorlopig pleiten voor een voorzichtige benadering van de banksector. Het is raadzaam zich nog altijd te richten op de spelers met de beste balansen en een zo stabiel mogelijke winst. We denken dan in de eerste plaats aan KBC of de goedkopere, indirecte belegging via het moederbedrijf KBC Ancora. Al moeten we niet meteen alle kruit verschieten.
Strategie
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier