Europese bankaandelen goedkoper dan ooit
De Europese banksector staat nog altijd onder druk. Dat maakt de aandelen goedkoop, maar de sector blijft met problemen kampen.
Sinds 2007 zijn we maar een koele minnaar van beleggen in financiële waarden. Af en toe lijkt er een momentum te zijn om in Europese financiële aandelen te beleggen. Zo’n moment leek er begin vorig jaar te zijn, toen sprake was van ‘gesynchroniseerde groei’ ofwel economische groei in alle werelddelen. Maar sinds het vorig jaar in Italië politiek uit de hand liep, is er maar weinig reden meer geweest om in Europese bankaandelen te beleggen. De cijfers spreken voor zich.
Zwaar achtergebleven
We zijn intussen ruim tien jaar na de financiële crisis, maar in het afgelopen decennium hebben de aandeelhouders van Europese banken weinig reden tot vieren gehad. Een belegging in de Stoxx600 Banks–index, de index met alle belangrijke Europese beursgenoteerde bankaandelen, leverde slechts een return (koersevolutie + dividenden) van 6 procent (0,6% gemiddeld per jaar) op. Het gemiddelde Europees bankaandeel staat nog steeds een kwart lager dan tien jaar geleden. De return van de Stoxx600-index sinds september 2008 bedraagt 151 procent (9,7% gemiddeld per jaar). Dat is een verschil van 145 procent!
Op vijf jaar is de gemiddelde return voor de Europese banken zelfs negatief (-15% gemiddelde return door -30% gemiddelde koersevolutie voor Stoxx600 Banks), tegenover 32 procent voor Stoxx600-index of nog steeds een verschil van 47 procent in het nadeel van de Europese banksector. En ook over de jongste twaalf maanden loopt de prestatie van de bankwaarden ver achter op het marktgemiddelde: -17,5 procent (-18,5% return voor Stoxx600 Banks versus -1 % voor Stoxx600-index). Daarmee behoort de Europese banksector samen met de autosector andermaal tot de zwakst presterende sectoren in Europa.
Zeer goedkoop
Zoals in vele andere zaken hebben de Europeanen de sanering van de bankbalansen na de crisis niet doortastend genoeg aangepakt: veeleer op zijn Japans dan op zijn Amerikaans. De Europese Unie telt nog te veel banken die aan ‘zombiebanken’ doen denken, met veel te weinig buffers. Vooral de Italiaanse banksector is nog ziek en zwaar ondergekapitaliseerd.
In de strijd tegen recessie en deflatie is de negatieve rente van de Europese Centrale Bank natuurlijk ook geen hulp, want ze beperkt de winstcapaciteit. Dat winstmodel was sowieso sinds de bankencrisis al zwaar aangetast. Want sinds de financiële crisis zijn flink wat nieuwe regulering en belastingen uitgevaardigd, die de winsten van banken aan banden leggen.
Ook het beleid van de ECBom in januari 2015 van start te gaan met kwantitatieve versoepeling (QE) heeft de winsten van de Europese banken onder druk gezet en hun koersen doen zakken. De erg negatieve perceptie ten aanzien van de sector heeft voor erg lage waarderingen gezorgd.
De 47 waarden uit de Stoxx600-Banks worden gemiddeld tegen slechts 0,7 keer de boekwaarde verhandeld (1,7 keer gemiddeld voor de aandelen uit de Stoxx600-index), tegen 9 keer de verwachte winst 2019 (14 keer voor de Stoxx600-index) en ze noteren met een gemiddeld dividendrendement van 5,4 procent bruto (3,8 procent gemiddeld voor de Stoxx600-index). In historisch perspectief kunnen we dan ook spreken over de laagste waardering tegenover het marktgemiddelde. Ook in termen van de beurswaarde ten opzichte van de activa (minder dan 18%) waren bankaandelen zelden of nooit zo goedkoop (nog bijna 27% in 2007).
Niemand had midden vorig decennium kunnen vermoeden dat de bankaandelen in Europa tegen 2020 de paria’s van beurzen zouden zijn. En dat ondanks het feit dat de volatiliteit in de bankwinsten serieus is afgenomen de voorbije jaren. De voorspelbaarheid van de winsten, die jaren geleden heel moeilijk was, neemt dus weer gevoelig toe. Dat pleit traditioneel in het voordeel van een hogere waardering van de Europese banksector.
Dat alles staat in schril contrast overigens met de Amerikaanse bankaandelen, die wel weer op de historische gemiddelden zitten. Ook het feit dat de regelgeving en het toezicht verstrengd zijn, heeft objectief bekeken het risico verlaagd.
Geen no-brainer
In principe zou je bij zulke lage waardering meteen blind aan het kopen slaan. Maar helaas moeten we stellen dat beleggen in Europese bankaandelen nog steeds geen no-brainer is. Lang niet alle problemen zijn van de baan in de Europese banksector. Het Europese gemiddelde staat mee onder druk door de nog steeds zwaar ondergekapitaliseerde Italiaanse banken, die nog altijd veel te veel probleemkredieten op de balans hebben. Ook de structurele winstgevendheid van de Europese banksector is gedaald sinds de financiële crisis. Die staat tegenwoordig extra onder druk door de krimpende marge. Bovendien blijft de kostenstructuur in verhouding tot die structureel lager winstpotentieel te hoog. Tot slot zijn er onlinekapers op de kust. De Apples en Googles van deze wereld steken niet onder stoelen of banken dat ze ook ambities in de bancaire wereld koesteren.
Naast de Italiaanse banken is er nog een grote schande in de Europese banksector: Deutsche Bank. De koers van dat aandeel staat op zijn laagste peil ooit, na een daling van 83 procent in tien jaar.De Duitse grootbank heeft het voorbije decennium een handvol CEO’s versleten en heel wat nieuwe businessmodellen uitgeprobeerd, maar nog altijd niet de weg naar structurele winstgevendheid teruggevonden. Het gaat dan ook om een zeer risicovolle belegging in de Europese banksector. De balans oogt nog steeds zwak, zeker in combinatie met een gigantische derivatenportefeuille. Ook de nieuwe Duitse regering lijkt zich bewust van het omvangrijke risico en trachtte een fusie te forceren met een ander zorgenkind in de Duitse banksector: Commerzbank (koers -78% in tien jaar).Maar relatief snel na aanvang van de fusiegesprekken bleek het water te diep. De fusiegesprekken werden dan ook afgeblazen. Dat betekent dat de problemen vooralsnog blijven bestaan.
Uitblinkers
Toch mogen we hier ook geen volledig negatief verhaal van maken. De mindere prestatie van de financiële sector in de afgelopen maanden en jaren is wel heel ongebruikelijk. Bovendien laten de resultaten – zeker in de Lage Landen – zien dat er in die weliswaar uitdagende omgeving wel degelijk behoorlijke, stabiele winsten kunnen worden gemaakt. Het parcours van KBC is daarvan een mooie illustratie. De bank-verzekeraar is erin geslaagd weer een mooie rendabiliteit te realiseren en daarmee samenhangend de ratio’s ver boven het gemiddelde op te krikken. Bovendien zit een grote mate van stabiliteit in de resultaten, zodat grote verrassingen bij de voorstelling van de resultaten uitblijven. Over de voorbije tien jaar was het ook het best presterende bankaandeel uit de Stoxx600 Banks-index met een stijging van 327 procent, versus dus een daling van 24 procent voor het gemiddelde Europese bankaandeel.
Het blijft jammer dat de beursgang van Belfius in het voorjaar van 2018 niet is doorgegaan door de politieke koppeling aan het Arco-dossier. Dat had hét hoogtepunt van de Belgische financiële sector in 2018 moeten vormen. Belfius zou zich geprofileerd hebben als een dividendwaarde.
Voor beleggingskeuzes zouden we het sowieso niet al te ver gaan opzoeken. Automatisch kijken we dan in de richting van bankaandelen uit de buurt, zoals KBC, ABN-AMRO, BNP Paribas en ING. Ze bieden stabiliteit. De malaise op de aandelenmarkten in het algemeen kan deze aandelen de komende maanden bovendien spotgoedkoop maken. Daarnaast kunt u voor het sectorverhaal gaan via de tracker iShares Stoxx600 Banks.
We kunnen enkel maar beamen dat de Europese bankaandelen goedkoop noteren, maar zijn nog niet gehaast al volop te kopen. Wie toch nu al weer een gespreide belegging in Europese banken overweegt, kan terecht bij de tracker iShares Stoxx600 Banks (13,27 euro; notering in Frankfurt; hoogste en laagste koers afgelopen 12 maanden 17,86 en 12,67 euro; ISIN-code DE000A0F5UJ7), die de Stoxx600 Banks-index volgt, om op dit verhoopte herstel in te spelen.
Strategie
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier