De profielschets van de belegger: waarom banken zoveel over u willen weten
Voordat een bankier u advies kan geven, moet hij of zij u leren kennen. Bij de meeste banken is het resultaat van zo’n kennismaking dat u een beleggingsprofiel krijgt aangemeten. We stelden een twintigtal vermogensbeheerders vragen over de manier waarop zo’n profiel tot stand komt en welke gevolgen ze eraan vastknopen.
Sinds 1 november 2007 zijn financieel adviseurs verplicht informatie in te winnen over hun klanten. Dat is de reden waarom uw bank u allerlei lastige vragen stelt over uw financiële situatie, kennis van en ervaring met beleggingen, beleggingshorizon, beleggingsdoelen en risicoappetijt. Het principe werd ingevoerd met de eerste Europese beleggersrichtlijn MiFID, die wilde voorkomen dat banken hun klanten het fonds van de week in de maag splitsten.
Sindsdien moeten de banken aan de toezichthouders bewijzen dat ze producten op de maat van hun klant aanbieden. In de praktijk leidt dat doorgaans tot een indeling van de klanten in verschillende beleggerstypes en een classificatie van de beleggingsproducten naargelang het risico dat ermee gemoeid is. De FSMA controleert of alles volgens de regels verloopt. Dat het de toezichthouder menens is, bleek onlangs nog, toen AXA Bank Belgium een minnelijke schikking van een half miljoen euro moest betalen omdat de vragenlijst die de bank gebruikte tekortschoot.
1 Welk type belegger bent u?
Banken die zonder profielen werken
De grootbank Belfius werkt niet met “voorgedefinieerde profielen”. “Er zijn evenveel profielen als er klanten zijn. We kunnen de klanten niet in een paar vakjes onderbrengen. Wij delen onze beleggingsoplossingen in drie categorieën in. In een gesprek met de private bankier wordt de ideale verdeling tussen de producten vastgesteld, die overeenkomt met de financiële draagkracht en de risicobereidheid van de cliënt.”
Ook Deutsche Bank gebruikt “geen gestandaardiseerde profielen”. De bank maakt aan de hand van een algoritme een zogenoemde Financial ID van haar klanten aan. “Het algoritme houdt rekening met de leeftijd van de cliënt, maar de belangrijkste factoren zijn het financiële vermogen om verliezen te dragen en de risicotolerantie.” De klanten van Deutsche Bank moeten voor hun Financial ID ook opgeven hoeveel liquiditeit, bescherming of groei van hun kapitaal ze nodig hebben.
Alle andere bevraagde instellingen werken op de een of andere manier met beleggingsprofielen. De meeste banken, private banken en vermogensbeheerders delen hun klanten in vier tot tien profielen in, zodat ze weten hoeveel risico ze aankunnen. De banken kiezen zelf hoe ze die profielen noemen, maar spelen weleens leentjebuur voor de benamingen. ‘Neutraal’ staat doorgaans voor een portefeuille waarin aandelen en obligaties ongeveer evenveel gewicht krijgen. ‘Defensief’ staat voor minder aandelen dan obligaties en ‘dynamisch’ voor meer aandelen dan obligaties. Die indeling en de namen die ze de verschillende types klanten geven, zeggen soms ook al veel over de visie van de betrokken banken.
Banken die klanten dwingen kleur te bekennen
Zowel de traditionele spaarbank Argenta als de familiale vermogensbeheerder Mercier Vanderlinden identificeert vier types beleggers. Ze hebben allebei een neutraal profiel in hun typologie, maar Argenta heeft twee profielen (‘zeer defensief’ en ‘defensief’) die minder risicotolerant zijn dan neutraal. Mercier Vanderlinden daarentegen hanteert twee profielen die risicovoller zijn dan neutraal (‘groei’ en ‘dynamisch’).
Door die indeling lijkt de ene bank meer behoudsgezind en de andere meer groeigericht. Uiteindelijk zit 34 procent van de klanten van Argenta in het dynamische profiel, waarbij het gros van de beleggingen richting aandelen gaat, terwijl de meerderheid van de klanten bij Mercier Vanderlinden in de categorie ‘groei’ of ‘dynamisch’ zit.
KBC telt ook vier profielen, maar die lijken vrij evenwichtig verdeeld. De bank dwingt haar klanten kant te kiezen: ofwel ‘defensief’ of ‘zeer defensief’, ofwel ‘dynamisch’ of ‘zeer dynamisch’. Het vis-noch-vleesprofiel ‘neutraal’ zit er bij KBC niet bij.
De meeste andere banken werken met vijf profielen – mét een neutraal profiel. Dat is het geval bij AXA Bank Belgium, Banque de Luxembourg Belgium, BNP Paribas Fortis, Capital at Work, Crelan, Degroof Petercam, Puilaetco en Van Lanschot. Bij ABN AMRO Private Banking Belgium zijn er profielen van ‘zeer defensief’ tot ‘zeer offensief’. Ook hier zit er een neutraal profiel tussen. Bij BNP Paribas Fortis is bijna de helft van de klanten (47%) in zo’n neutraal profiel beland.
De beleggingsprofielen van Crelan en AXA Bank Belgium zijn nog niet gestroomlijnd, ondanks de overname van AXA Bank Belgium door Crelan die in januari is aangekondigd. Beide banken trekken ruim twee jaar de tijd uit om de fusie voor te bereiden. Bij Crelan heten de meer risicovolle beleggingsprofielen ‘dynamisch’ en ‘offensief’, terwijl er bij AXA Bank Belgium daarbovenop nog een full offensive-profiel bestaat. Crelan hoort net zoals Argenta thuis in het rijtje van de banken die tegen hun klanten zeggen: doe maar liever langzaam aan, dan breekt het lijntje niet.
Profielen die het percentage aandelen bepalen
CapitalAtWork hanteert voor elk van zijn vijf standaardprofielen expliciet een maximum aan aandelen dat de klanten in portefeuille mogen hebben. Een veryconservative-klant bijvoorbeeld kan 0 procent van zijn vermogen in aandelen beleggen. Aan het andere eind van het spectrum staat een growth-klant, die voor de volle 100 procent voor aandelen mag gaan. “Als de klant een aangepast profiel wil, kunnen we dat op maat uitwerken naar bijvoorbeeld maximaal 60 procent aandelen.”
De private bank Delen en de onlinevermogensbeheerder Easyvest hebben respectievelijk acht en tien risicoprofielen opgesteld, waarbij het profiel nauw gelinkt is aan het percentage aandelen dat de klanten in portefeuille kunnen hebben. “Ongeveer 78 procent van alle contracten zitten in profielen die 50 tot 100 procent van hun middelen in aandelen mogen beleggen”, klinkt het bij Delen. Bij Easyvest zit zelfs 80 procent van de klanten in een profiel waarvoor 50 procent aandelen of meer gepast is. “Beleggers die Easyvest benaderen, hebben over het algemeen een relatief hoge risicotolerantie. Het populairste profiel omvat 70 procent aandelen.”
2 welke beleggingsproducten zijn geschikt voor u?
Om het risico van beleggingsproducten aan te duiden, gebruiken de banken een schaal van 1 tot 7. Een hoog cijfer betekent dat de beleggingen de voorbije vijf jaar sterk in waarde hebben geschommeld. “Aandelenfondsen die beleggen in de opkomende landen, in één sector of in één thema zijn typische voorbeelden van producten die tot de risicoklasse 7 kunnen behoren”, legt BNP Paribas Fortis uit. Bij BNP Paribas Fortis mogen beleggers pas vanaf een neutraal profiel in producten uit de risicoklasse 7 beleggen.
De meeste banken werken met profielfondsen. Bij een bepaald beleggingsprofiel past een bepaald profielfonds. Zo’n fonds belegt meer of minder in aandelen, obligaties en eventueel ook in andere beleggingsfondsen. De beheerders van zo’n fonds nemen dan een gepast risico met het geld van een groep klanten met een vergelijkbaar beleggingsprofiel. Alleen hebben de verschillende spelers op de Belgische markt ook verschillende ideeën over wat gepast is voor de voorzichtigste belegger bijvoorbeeld.
Doorgaans kloppen mensen met meer centen bij de private banken aan. Zij hanteren drempels, waardoor mensen al minstens 250.000 euro, een half miljoen of een miljoen euro mee moeten brengen. Mensen met wat minder centen kunnen bij de zogenoemde retail- of gewone banken terecht. U denkt misschien dat de gewone banken de gewone mensen met wat spaarcenten niet zo snel in aandelen zullen laten beleggen en dat de private banken tegelijk de grote vermogens wel snel richting aandelen zullen dirigeren, maar zo eenvoudig is het niet.
Aandelen hebben niks vandoen met voorzichtig beleggen
“Individuele aandelen worden niet met advies van het kantoor verkocht”, stelt Argenta. “En klanten met het voorzichtigste profiel kunnen niet in aandelenfondsen beleggen.” Het gaat om een kleine minderheid van ongeveer 1 procent van de klanten van de bank. Ook bij Crelan is het antwoord heel duidelijk: “Voor het voorzichtigste profiel adviseren wij geen aandelen of aandelenfondsen.” Slechts 4 procent van de vrouwelijke klanten van Crelan en 3 procent van de mannelijke klanten hoort bij het type belegger dat geen enkel aandelenrisico verdraagt.
Bij BNP Paribas Fortis, dat zowel een retail- als een private bank in huis heeft, kunnen de meest conservatieve beleggers enkel aandelen of aandelenfondsen in portefeuille hebben, als ze die al hadden voor ze klant werden bij de bank of voor het profiel werd opgemaakt. En dan nog wordt maximaal 5 procent aandelen in de portefeuille getolereerd. De klanten van Belfius “die geen risicobereidheid hebben, hebben geen toegang tot een heel scala van beleggingen, waaronder aandelen”.
Maar ook bij de private bank Banque de Luxembourg zijn aandelen uitgesloten voor de meest defensieve beleggers. “In die portefeuilles vindt u geen aandelen of andere op groei gerichte beleggingscategorieën terug, maar wel activa die mikken op kapitaalbehoud.” Bij CapitalAtWork vermeldden we hierboven al het 0 procentaandelenprofiel. Net als bij Argenta identificeert slechts 1 procent van het klantenbestand van CapitalAtWork zich met dat heel voorzichtige profiel.
Aandelen horen ook thuis in de voorzichtigste portefeuille
Bij Deutsche Bank daarentegen is het voor een belegger met het meest voorzichtige profiel “perfect mogelijk” aandelen te kopen. “Zelfs onze klanten met een lage risicotolerantie kunnen een klein deel van hun portefeuille toewijzen aan een groeiportefeuille. Stel dat een klant maximaal 15 procent verlies kan lijden op een totale portefeuille van 500.000 euro, wat neerkomt op een verlies van 75.000 euro. Als die klant 100.000 euro cash aanhoudt voor korte en onverwachte uitgaven (liquiditeit) en 100.000 euro in obligaties of gestructureerde producten met een kapitaalgarantie (bescherming), kan de resterende 300.000 euro in groei worden geïnvesteerd om het rendement op te krikken. Op die groeiportefeuille mag de klant dan 25 procent verliezen. De klant krijgt voor dat stukje van zijn portefeuille toegang tot alle producten uit ons aanbod, zelfs de meest risicovolle.”
De onlinevermogensbeheerder Easyvest bouwt alle portefeuilles met dezelfde bouwstenen: een beursgenoteerd indexfonds (ETF) met meer dan 2.000 aandelen uit heel de wereld en een ETF met meer dan 250 Europese overheidsobligaties. “Al onze klanten zijn in meer of mindere mate blootgesteld aan aandelen. Als een klant tijdelijke waardeverminderingen niet kan dragen of als de beleggingshorizon te kort is, zijn onze beleggingsoplossingen niet geschikt.”
Bij ABN AMRO Private Banking worden voor het voorzichtigste profiel geen aandelen gekocht “bij een neutrale visie op de aandelenmarkten”. “Er kan binnen dat mandaat wel tot 10 procent in aandelen en/of in aandelenfondsen worden belegd als we een positieve visie op de aandelenmarkten hebben.” Ook het meest defensieve beleggingsprofiel bevat bij Puilaetco “een relatief beperkte aandelenweging”. Een mandaat dat focust op vastgoedaandelen of beleggingen in niet-beursgenoteerde bedrijven (private equity) zijn bij die private bank wel voorbehouden voor beleggers met iets meer risicoappetijt.
De private bankiers van Van Lanschot gaan nog een stapje verder. “Uiteraard kunnen beleggers met het voorzichtigste profiel aandelen of aandelenfondsen kopen. Anders zouden het geen beleggers maar spaarders zijn.” Bij Van Lanschot gaan de profielen van inkomstengericht, defensief, neutraal, groeigericht naar offensief. “Voor mensen die op inkomsten gericht zijn, zullen we doorgaans ongeveer 15 procent van het vermogen in aandelen beleggen. Voor het defensieve, neutrale, groeigerichte en offensieve profiel zal het gewicht van aandelen respectievelijk rond de 35, 55, 70 en 100 procent schommelen.”
3 bent u een duurzame belegger?
Vanaf 2 augustus komen er bij de meeste banken nog vragen bij over uw duurzaamheidsprofiel. U moet dan aangeven hoeveel procent van uw vermogen u op een maatschappelijk verantwoorde manier wilt beleggen, en wat voor u precies ethisch is en wat niet. “Het grote probleem is dat die MiFID-vereisten samenhangen met twee andere Europese regelgevingen: SFDR en Taxonomy”, meent Van Lanschot.
Volgens de SFDR-regels moeten de beheerders van fondsen kenbaar maken aan de beleggers of fondsen totaal geen rekening houden met duurzaamheid, wel rekening houden met bepaalde duurzaamheidscriteria (artikel 8) of een duurzame impact nastreven (artikel 9). Met de taxonomie zou Europa duidelijk maken welke economische activiteiten het milieu beschermen en welke het milieu beschadigen.
Van Lanschot: “Zowel voor SFDR als voor Taxonomy zijn de data nog niet voorhanden. Ze zullen ten vroegste in de loop van 2023 beschikbaar zijn. Hier wordt dus eigenlijk het onmogelijke gevraagd van banken en vermogensbeheerders. Het zou dan ook niet meer dan logisch zijn dat dit uitgesteld wordt tot 1 januari 2023.”
“Er komt een wettelijk kader voor de manier waarop we klanten moeten bevragen over hun ecologische en maatschappelijke voorkeuren en de manier waarop bedrijven gerund worden. Dat kader zal helpen om de spelers eruit te halen die prat gaan op de integratie van ESG-factoren in hun beleggingsproces, maar in werkelijkheid aan greenwashing doen en hun klanten misleiden over hun aanbod”, vindt Banque de Luxembourg.
Meerdere klanten, één profiel
Er zijn behoorlijk wat koppels die een gemeenschappelijke effectenrekening hebben en hun beleggingen samen beheren. Uit de rondvraag blijkt dat één profiel per rekening opgemaakt wordt. De manier waarop de bank tot dat ene profiel komt, kan wel verschillen. “Als beide partners actief wensen te handelen op het account, nemen we één vragenlijst over het investeringsprofiel en twee aparte kennis- en ervaringstesten. Beide personen tekenen hier dan op af”, zegt ABN AMRO Private Banking België.
“Het beleggingsprofiel wordt bepaald op basis van twee vragenlijsten: één over de financiële situatie die elke rekeninghouder individueel moet invullen en waar de zwakste financiële situatie bepalend is, en één over de beleggingsdoelstellingen die de rekeninghouders gezamenlijk moeten invullen”, zegt BNP Paribas Fortis.
“Als er voor een bepaalde vraag een te grote kloof bestaat tussen de antwoorden van elke individuele partner, wordt het antwoord genomen van de partner die financieel het zwakst staat of het meest defensief heeft geantwoord”, laat Degroof Petercam weten.
“Vrouwen blijken gemiddeld een voorzichtiger beleggingsprofiel te hebben. Van onze vrouwelijke klanten is 41,5 procent ‘conservatief’ of ‘defensief’, tegenover 35,8 procent van de mannen. Dat verschil laat zich niet alleen verklaren door de risicobereidheid”, meent BNP Paribas Fortis. De profielen van mannen en vrouwen kunnen nog verder uiteenliggen. “We zien dat mannen gemiddeld meer risico nemen. In het hoogste risicoprofiel zitten procentueel twee keer zoveel mannen als vrouwen”, klinkt het bij Degroof Petercam. Voor een gemeenschappelijke rekening van heterokoppels is het dus de voorzichtigere visie van de vrouwen die de doorslag geeft.
Zet uw spaargeld aan het werk
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier