Danny Van Quaethem
‘Bij een capitulatie verkoopt u aandelen tegen miserabele prijzen’
Onze columnist Danny Van Quaethem pleit voor een serene houding in de huidige beurscorrectie. “Wanneer u zichzelf overgeeft aan de waan van de dag krijgt u barslechte voorwaarden.” Van Quaethem nuanceert de onrustwekkende daling van de olieprijs, de harde landing van de Chinese economie en de kans op een recessie in de VS.
Elke week laten we een prominente stem uit de financiële wereld aan het woord. Vandaag: Danny Van Quaethem, aandelenexpert bij Société Générale Private Banking.
U leest wel eens dat beleggers niet mogen panikeren. Toch wel, maar dan is het geen kwestie van panikeren dan wel van een rationele daad van zelfbescherming. Zodra de volatiliteit sterk toeneemt, kan u uw cashpositie dramatisch opschroeven.
Cash, het verguisde actief “dat toch niets opbrengt”, is het meest waardevol wanneer de markten het noorden kwijtspelen. Het probleem is dat veel beleggers pas panikeren nadat een correctie al vergevorderd is. Capitulatie of overgave aan de waan van de dag is een betere omschrijving. Bij een capitulatie krijgt u barslechte voorwaarden. Beleggers verkopen dan tegen miserabele prijzen. Zoiets moet u uiteraard vermijden.
Wie voluit in aandelen moet beleggen, heeft niet de luxe om veel cash aan te houden. Die moet de correctie uitzweten. Kleine en grote correcties behoren tot het normale beursleven. Soms kan een sector- of aandelenrotatie helpen. Gevoed door de neerwaartse spiraal groeit stilaan de vrees voor een berenmarkt, een lange en zware daling van de markt waarbij aandelen gemiddeld de helft van hun waarde verliezen. Die angst wordt gedreven door drie factoren: de “verontrustend” lage olieprijs, een mogelijke recessie in de VS en een “harde landing” van China.
Geleidelijk herstel olieprijs
Cash is het meest waardevol wanneer de markten het noorden kwijtspelen
De situatie op de oliemarkt is vrij eenvoudig. De vraag neemt nog steeds toe (met 1,2 miljoen vaten per dag in 2016), zij het minder dan enkele jaren geleden werd gedacht. Het probleem zit in de te forse toename van het aanbod. Het evenwicht tussen vraag en aanbod zou zich moeten herstellen naarmate de tijd vordert. De drastische beperking van de investeringen en de lage rentabiliteit zullen het productieniveau beperken. Ik verwacht dan ook een geleidelijk herstel van de olieprijs richting 50 dollar.
Beurzen reageren normaal gezien positief op een lagere olieprijs omdat dit de consumptie stimuleert. Nu geldt het omgekeerde omdat markten een negatieve besmetting vrezen. Minder inkomsten in de olieproducerende landen leiden tot minder inkomen en lagere investeringen, wat dan weer een negatieve impact heeft op de rest van de wereld. Er is weliswaar een negatieve invloed op de sector van de kapitaalgoederen, maar dat geldt niet voor de consumptie. Ik zie de lage olieprijs dus niet als een bedreiging voor onze markten.
Kans op recessie in de VS: slechts één op vijf
Een recessie in de VS zou wel een correcte reden zijn voor een zware beursdaling omdat de bedrijfswinsten in zo’n scenario fors naar beneden moeten bijgesteld worden. De consensus schat de kans op een recessie op 19 procent. Weliswaar is er reeds een duidelijke neergang in de verwerkende industrie, maar dat is toe te schrijven aan het drama in de energiesector met alle afgeleide effecten (toeleveranciers, transport).
Tal van andere indicatoren (het aantal bouwvergunningen, het aantal verkochte woningen, de werkloosheidscijfers, het consumentenvertrouwen) wijzen op een verdere expansie van de Amerikaanse economie. Uiteraard staan de bedrijfswinsten onder druk door de dure dollar. Hoewel we geen recessie verwachten, kennen we wel minder gewicht toe aan Amerikaanse aandelen dan normaal. Bovendien zijn Amerikaanse aandelen nog steeds relatief duur.
Verzwakking van Chinese munt in het juiste perspectief plaatsen
Ik vrees niet voor een harde landing in China. Het gezinsinkomen stijgt voortdurend en de kleinhandelsverkopen trekken er nog steeds fors aan
China verkeert in een moeizame overgang van een industriële, exportgedreven economie naar een diensteneconomie waarbij consumptie een toenemend aandeel krijgt in de economische groei. Dat proces neemt vele jaren in beslag. Iedereen weet dat er een enorme overcapaciteit bestaat in de traditionele sectoren, doorgaans staatsbedrijven. Maar men kan die niet in een klap afbouwen. De overproductie in staal bedraagt gemakkelijk 300 miljoen ton, meer dan 3x de productie van ArcelorMittal, ‘s werelds grootste staalproducent. Een massale sluiting zou een leger van 1,6 miljoen werklozen creëren, enkel voor staal. Een gelijkaardig probleem stelt zich voor de andere basissectoren zoals glas, mijnbouw en chemie. De Chinese autoriteiten doen er alles aan om sociale onrust te vermijden. De afbouw zal dus zeer geleidelijk gebeuren. Daarnaast liberaliseert China de financiële markten. Ook hier is een verband met de uitwassen van het oude systeem.
Staatsbedrijven werden vaak gesteund door lokale overheden, die dankzij de vastgoedboom vlot inkomsten puurden uit de verkoop van terreinen. Dat manna is er niet meer, maar de lokale overheden zitten vaak opgezadeld met een schuldenberg. Daarom is er een omruilproces bezig waarbij de centrale overheid schulden overneemt van lokale overheden. Men creëert langere looptijden, zodat er geleidelijk een Chinese obligatiemarkt ontstaat. De rentemarges van de banken staan daarbij onder druk. Om allerlei redenen is er in China geen monetaire versoepeling. Er is zelfs eerder sprake van een verstrakking. Dat heeft onder meer te maken met de grote uitstroom van kapitaal.
De perikelen rond de Chinese munt hadden de grootste impact op de markten. 11 augustus 2015, de dag dat China “devalueerde”, was het startpunt van de wereldwijde beurscorrectie. Toch moet u die devaluatie in het juiste perspectief plaatsen. Sinds begin 2015 werd de yuan bijna 6 procent goedkoper ten opzichte van de dollar, allesbehalve een dramatische evolutie. China schaft de koppeling aan de dollar af en koppelt zijn munt voortaan aan een muntkorf , waarbij het zichzelf voldoende flexibiliteit toekent in de wegingen. Ook nu hamert de Chinese overheid erop dat men niet uit is op een doorgedreven devaluatie. Het land heeft trouwens geen nood aan een goedkope munt. Ondanks alle problemen gaat men ervan uit dat de Chinese economie dit jaar met zo’n 6 procent zal groeien.
Chinese beurs wordt voor 85 procent bepaald door speculatieve handel particulieren
Een oordeel over “de Chinese beurs” vergt nuancering. De “A-markt”, waar lokale aandelen noteren, wordt voor 85 procent bepaald door de uiterst speculatieve handel door particulieren. Koersen werden opgeblazen door aankopen op krediet. Dat zoiets tot een catastrofe leidt, werd in de jaren dertig aangetoond. Bovendien moet men een onderscheid maken tussen bedrijven die actief zijn in de “nieuwe economie” en de traditionele bedrijven. Ook banken behoren tot deze laatste categorie. Ze zijn kwetsbaar voor een toename van slechte leningen. Ze noteren spotgoedkoop, maar dat kan een illusie zijn.
China blijft een markt met enorme kansen voor de bedrijven die de juiste producten en marketingstrategie hanteren
China blijft een markt met enorme kansen voor de bedrijven die de juiste producten en marketingstrategie hanteren. De arbeidsmarkt is gezond. In tegenstelling tot in 2008 is het aantal vacatures nog steeds beduidend hoger dan het aantal werkzoekenden. Het gezinsinkomen stijgt voortdurend. De kleinhandelsverkopen trekken er nog steeds fors aan (+11%). Chinese toeristen vormen een explosief groeiende markt. In Zuid-Korea verwacht men dat hun aantal dit jaar met een kwart toeneemt tot 7,5 miljoen bezoekers. Het zijn gretige kopers van premium cosmeticaproducten, waar het Zuid-Koreaanse farmabedrijf Amorepacific dan weer garen bij spint. Tijdens een recente bedrijfsconferentie toonden lokale internetbedrijven zoals Baidu, Alibaba en Tencent zich ook erg optimistisch. Hun tentakels reiken steeds verder. Ik vrees dus niet voor een harde landing in China.
Ik pleit dan ook voor een serene houding in de huidige beurscorrectie. Europese en Japanse aandelen genieten mijn voorkeur. Dankzij de correctie duiken er stilaan weer echte koopjes op. Zoals Bowie ooit zong: “Hang on to yourself”. De Spiders from Mars zijn overigens geen echte spinnen, maar bizarre geologische vormen die ontstaan nadat koolstofdioxide in de ijskap van Mars loskomt onder de vorm van gassen. Zo wil Nasa ons toch laten geloven. Laat de muizenissen over de beurs evenmin uw denken vertroebelen.
Danny Van Quaethem is aandelenexpert bij Société Générale Private Banking.
Lees ook van deze auteur: Het Zwarte beursbeest
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier