Zolang de muziek speelt
Hoe dwaas het ook mag klinken om de beleggersstrategie af te stemmen op de tijd van het jaar, toch hebben beleggers de voorbije jaren geleerd om de lente- en zomermaanden met enige angstgevoelens te bejegenen. Zowel in 2010, in 2011 als in 2012 kenden de beurzen een goede start, om dan in de periode tussen Pasen en het einde van de zomervakantie flinke klappen te krijgen, zeker in Europa. In de lente van 2010 stak de Griekse crisis het vuur aan de lont van de Europese schuldencrisis. In de zomer van 2011 kregen de markten in de gaten dat deze schuldencrisis een chronische recessie zou baren, wat tot op de dag van vandaag een correcte inschatting bleek. En in de lente van vorig jaar begonnen de markten rekening te houden met het uiteenspatten van de euro, tot ECB-voorzitter Mario Draghi in juli de gemoederen wist te bedaren met de intussen beroemde “geloof me, het zal genoeg zijn”-speech.
Zal het dit jaar weer van dattum zijn? Zullen dalende koersen opnieuw de mooie dagen vergallen? Aan wolfijzers en schietijzers is er in elk geval geen gebrek. De Europese schuldencrisis en de systeemfouten van de euro zijn niet opgelost en Europa kan dus opnieuw het epicentrum van een stevige financiële crisis worden. Ook de conjunctuur kan roet in het eten gooien, want zelfs China schakelt een versnelling lager en Europa raakt niet uit de recessie. De beurzen hebben een muur van zorgen nodig om hoger te kunnen klimmen, maar er mag niet vergeten worden dat de ladder door de centrale banken aangereikt wordt. Draghi & co lijken op dit moment alles onder controle te hebben, want noch de gevaarlijke aanpak van Cyprus, noch de politieke impasse in Italië staken de lont aan het kruitvat. Toch is dit een tijdelijk vrede.
Het IMF erkent dat het expansieve geldbeleid op dit moment nog een must is om het risico op grote ongelukken (genre eurobreak-up) van tafel te halen en een deflatoire spiraal te vermijden, maar waarschuwt tegelijk ook dat dit beleid beleggers verleidt om in een speurtocht naar rendement steeds hogere risico’s te nemen.
Steeds hogere risico’s
Vooral op de kredietmarkten jagen rendement-hongerige investeerders de prijzen omhoog, in die mate zelfs dat obligatiebeleggers niet langer voldoende worden vergoed voor het kredietrisico dat ze nemen. Amerikaanse bedrijfsobligaties, bijvoorbeeld, zijn fors duurder geworden, waarbij de dalende risicopremies gepaard gaan met een stijgend risicoprofiel, omdat de Amerikaanse bedrijven hun schuldgraad sinds een aantal kwartalen opnieuw opvoeren en omdat banken en investeerders hun kredietstandaarden afzwakken. Institutionele beleggers kunnen opnieuw geen neen meer zeggen tegen gestructureerde producten waarin een flinke schuldhefboom verweven zit. Kortom, de mechaniek die aan de basis lag van de financiële crisis van 2008-2009 begint opnieuw duivels gevaarlijk te draaien. Op het beleid van de centrale banken staat dus een houdbaarheidsdatum.
Op de beurzen heeft de speurtocht naar rendement voor een verdeeld beeld gezorgd. In Europa heeft de seizoenpaniek van de voorbije jaren de koersen nog relatief aan de ketting gehouden, maar op Wall Street staat er opnieuw wat schuim op de koersen. De nominale koers-winstverhouding lijkt historisch niet overdreven hoog, maar de cyclische gecorrigeerde is dat wel. Hoe intenser de markten op het ritme van de geldcreatie dansen, hoe pijnlijker de situatie wordt als deze muziek stopt. De kans dat Bernanke & co deze lente of zomer deze plaat al afzetten, is bijzonder klein, maar houd hints in die richting scherp in de gaten.
Strategie
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier