Resultaten kleuren de zomer

De Europese bedrijfswinsten zouden forser moeten stijgen dan de Amerikaanse.

Vandaag gaat het Amerikaanse resultatenseizoen officieus van start, met de bekendmaking van de kwartaalresultaten van Alcoa (bespreking in het volgende nummer, 28B). We hebben al vaker geschreven dat de trager dan verwachte ontwikkeling van de bedrijfswinsten de meest remmende factor is voor stijgende beurzen, vooral op Wall Street. Voor de brede S&P500-index werd in 2013 een winstgroei van 9 à 10% verwacht, maar we zijn in de buurt van 6% gestrand, op 108,3 USD per aandeel.

Dat betekent dat we vandaag gemiddeld 17,9 keer de historische winst betalen voor een Amerikaanse indexwaarde, het hoogste peil in jaren en 12% boven het gemiddelde van de afgelopen vijf jaar. We betalen ook 1,75 keer de gemiddelde omzet, 2,7 keer de gemiddelde boekwaarde, de verhouding tussen de ondernemingswaarde (ev) en de bedrijfskasstroom (ebitda) is 10,9 en het gemiddelde dividendrendement bedraagt 1,9%. Weinigen zullen betwisten dat Amerikaanse aandelen hoog gewaardeerd zijn. Dat is enkel mogelijk bij de gratie van een historische lage rente.

Geen excuses meer

Op 3 januari bedroeg de analistenconsensus voor de S&P500-index een winst per aandeel van 119,2 USD, of een toename met 10% ten opzichte van 2013. Begin juli moeten we echter vaststellen dat die winstverwachting, net als vorig jaar, begint af te brokkelen. De consensus staat op 3 juli nog op 118 USD (ruim +8% tegenover vorig jaar). De zondebok voor het eerste trimester was het klimaat. Terwijl wij hier in West-Europa geen echte winter hebben gehad, was die ongemeen zwaar in de Verenigde Staten. De volhardende cycloon polar vortex verstoorde enkele weken het economische leven grondig.

Zo’n excuus is er niet meer voor het tweede kwartaal. De winstgroei moet nu terugkeren om teleurstelling te vermijden. Opmerkelijk is ook dat de gemiddelde analistenverwachting voor 2015 erg hoog ligt. Volgend jaar mikt de consensus op meer dan 11% winstgroei. Dat is op zijn minst ambitieus, maar duwt natuurlijk wel de waardering van het marktgemiddelde naar beneden. De S&P500-index noteert 16,6 keer de gemiddelde verwachte winst voor dit jaar en 14,9 keer die voor volgend jaar. Die hoge winstverwachtingen maken aandelen nog altijd aantrekkelijker dan obligaties.

Maar vooral Europa heeft nog flink wat groeipotentieel voor de bedrijfswinsten. Die staan nog lang niet op een historische piek, in tegenstelling tot de Amerikaanse. De analistenconsensus verwacht dan ook een nog sterkere winstgroei voor de eurozone dan voor de Verenigde Staten: een dubbelcijferige winstgroei voor 2014 (+10,1%) en voor 2015 (+15,9%). Al moeten we er wel aan toevoegen dat de winstverwachtingen de jongste weken neerwaarts worden bijgesteld. Daarmee volgen de analisten de verlagingen van de groeiverwachtingen voor de eurozone. Niet alleen klimatologisch, maar ook voor een aantal bedrijven zou het een hete zomer kunnen worden.

Partner Content