Meer van hetzelfde
De patiënt, in casu de Amerikaanse economie, mag nog niet van het geldinfuus. Dat is de ietwat verrassende diagnose van ‘dokter’ Ben Bernanke, de voorzitter van de Amerikaanse centrale bank.
Tegen de marktconsensus in besliste de Fed om monetair plankgas te blijven geven. De geleidelijke afbouw (of ‘tapering’) van het stimuleringsprogramma van 85 miljard USD per maand wordt voor onbepaalde tijd uitgesteld, mogelijk tot eind dit jaar of zelfs tot volgend jaar. De eerste renteverhoging is verdaagd tot 2015. Het mag duidelijk zijn dat de Fed nog een tijd doorgaat met het printen van geld. De mogelijke benoeming van Janet Yellen als opvolgster van Ben Bernanke bevestigt die beleidskeuze. Yellen is een co-architecte van het huidige Fed-beleid, ze is geringd als een monetaire duif en staat dus borg voor de continuïteit van het extreem soepele geldbeleid.
Bernanke blaast dus af waarop hij de markten zelf had voorbereid. Wellicht is ook Bernanke geschrokken van de marktreactie sinds hij het woord ‘tapering’ in de mond heeft genomen. Vooral de behoorlijk bruuske stijging van de langetermijnrente tijdens de voorbije maanden deed de Fed-bonzen in de haren krabben. Ze gaan ervan uit dat de Amerikaanse economie die rentestijging nog niet kan verteren. Daarvoor gaat de economie nog gebukt onder een te grote schuldenlast. De rentestijging sijpelde al vooral door naar de economie via de stijgende hypotheekrente en de afkoelende huizenmarkt. De beurzen mogen dan een feestje hebben gebouwd na de beslissing van de Fed, de realiteit is dat het herstel van de Amerikaanse economie in de ogen van de Fed op broze fundamenten rust.
Zo is de daling van de werkloosheid ook voor een belangrijk deel het gevolg van het feit dat veel mensen geen baan meer zoeken en daarom uit de werkloosheidsstatistieken werden geschrapt. De werkgelegenheidsgraad is dus een betere graadmeter, en die vertelt een ander verhaal: hij daalde na de crisis van 2008-2009 tot onder 60% en blijft sindsdien rond dat niveau hangen. Ook het reële inkomen van het doorsnee Amerikaanse gezin wijst niet op een normaal economisch herstel. Dat inkomen ligt vandaag 8% lager dan bij de laatste piek in 2007. De stijging van het Amerikaanse bruto binnenlands product met 10% sinds 2009 vloeide in hoofdzaak naar de toplaag en vertaalde zich vooral in stijgende bedrijfswinsten.
Omzetgroei cruciaal
De forse stijging van de bedrijfswinsten vormt, samen met het extreem soepele geldbeleid van de Fed, de belangrijkste pijler onder de rally die Wall Street sinds 2009 kent. De bedrijfswinsten zijn intussen ver boven hun historische trendmatige groei geklommen, en precies die historisch hoge winsten laten toe om de koers-winstverhoudingen op Wall Street als fair te omschrijven, zeker in vergelijking met de kunstmatig lage rentevoeten.
De overdrijving op Wall Street zit dus (nog) niet in de waarderingen, maar zou weleens in de hoogte van de bedrijfswinsten kunnen zitten. Vandaar ook dat de cyclisch gecorrigeerde koers-winstverhoudingen wél op een te hoge waardering van Amerikaanse aandelen wijzen. Toch hopen de stieren op meer van hetzelfde om de rally aan de praat te houden: een soepele Fed en een aanhoudende stijging van de winsten. Een uitstel van tapering kregen ze al, op verder stijgende winsten hopen ze. Maar de topbedrijven konden het voorbije jaar weinig of geen omzetgroei voorleggen. De pijlers onder de rally staan er nog, maar hopelijk overschat Wall Street hun stevigheid niet.
Strategie
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier