Lezersvraag: Blijft RWE een goedehuisvaderaandeel?
Blijft het Duitse RWE te midden van de enorme energiecrisis een goedehuisvaderaandeel? Graag nog eens een update.
Tegen de achtergrond van de snel verslechterende wereldeconomie en de enorme impact van de oorlog in Oekraïne op de energiemarkt zette RWE een sterke eerste jaarhelft neer. De totale elektriciteitsproductie zakte beperkt, van 78,4 tot 77,8 gigawattuur. De daling van de bijdrage van kernenergie (-5,6 tot 5,6 gigawattuur) werd grotendeels opgevangen door een hogere bijdrage uit gascentrales in het Verenigd Koninkrijk (+1,9 tot 20,5 gigawattuur), offshore wind (+1,6 tot 4,8 gigawattuur) en onshore wind en zonne-energie (+1,9 tot 10,9 gigawattuur).
Door de fors gestegen prijzen steeg de omzet uit de verkoop van elektriciteit met 82 procent tot 13 miljard euro en die uit de verkoop van gas verviervoudigde tot 2,2 miljard. De groepsomzet klom van 8,6 miljard tot 16,3 miljard euro. De recurrente bedrijfskasstroom of rebitda (zonder eenmalige elementen) klom van 1,75 miljard tot 2,86 miljard euro (+63,2%). Offshore wind boekte een rebitda van 632 miljoen euro (+173 miljoen tegenover vorig jaar), onshore wind en zonne-energie 491 miljoen (+533 miljoen) en water, biomassa en gas 755 miljoen (+458 miljoen), terwijl de bijdrage van steenkool en kernenergie met 44 miljoen zakte tot 501 miljoen euro.
De groep boekte een eenmalige afschrijving van 748 miljoen euro op een leveringscontract van Russisch steenkool dat nog liep tot in 2025 en zoekt alternatieven voor de import van Russisch gas. RWE sloot in mei een contract voor vijftien jaar voor de import van vloeibaar gas (lng) uit de Verenigde Staten. Maar ook het gebruik van bruinkool nam toe om aan de leveringscontracten te kunnen voldoen. De goede winstcijfers vertaalden zich niet in de operationele kasstroom, die terugviel van 5 miljard naar 2,9 miljard euro. Dat was een gevolg van de fors gestegen prijs van CO2-uitstootcertificaten (van 44 naar 85 euro per ton) en de noodzaak om meer certificaten te kopen door de gestegen CO2-emissie. De investeringen lagen lager dan vorig jaar (1,2 miljard tegenover 1,9 miljard euro), maar blijven volop gericht op alternatieve energie, in lijn met het vorig jaar gepresenteerde strategische plan Growing Green. Dat stelt tegen 2030 een investering van 30 miljard euro voorop om de capaciteit in groene energie te verdubbelen tot 50 gigawatt.
De jaarverwachtingen werden door de sterke halfjaarcijfers opgetrokken: de verwachte rebitda steeg van 3,6 à 4 miljard naar 5 à 5,5 miljard euro en de gezuiverde nettowinstverwachting van 1,3 à 1,7 miljard naar 2,1 à 2,6 miljard. Het brutodividend zal in 2023 opnieuw 0,9 euro per aandeel bedragen, of een brutorendement van 2,2 procent. Het aandeel mag in de portefeuille blijven als defensieve manier om in te spelen op de energietransitie. Het aandeel steeg sinds begin dit jaar met een heel mooie 12,4 procent, maar vertoont tekenen van topvorming. We verlagen daarom tijdelijk het advies naar houden (rating 2B).
HEBT U OOK EEN BELEGGINGSVRAAG?
Elke week behandelen we een actuele vraag van een abonnee. Heeft u ook een beleggingsvraag? Mail die dan naar insidebeleggen@roularta.be. Misschien leest u hier dan het antwoord.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier