Hoe veilig zijn effecten op een effectenrekening?
Ik las onlangs dat effecten opgenomen in een effectenrekening beschermd zijn door het Beschermingsfonds bij een faillissement van de bank of de beursvennootschap. Ik dacht nochtans dat effecten altijd eigendom van de klant blijven. Hoe zit dat precies in elkaar?
De wettelijke bescherming van een effectenrekening is geregeld via het Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten. Dat fonds werd opgericht door een wet van 17 december 1998 en regelde oorspronkelijk zowel de bescherming van deposito’s (bank-, spaar- en termijnrekeningen) als financiële instrumenten (aandelen, obligaties, trackers, fondsen,…).Het maximale plafond van de tussenkomst bedroeg voor beide categorieën 20.000 euro per persoon per financiële instelling. Na de financiële crisis van 2008 werd beslist het plafond voor deposito’s te verhogen tot 100.000 euro. Sindsdien is die bescherming geregeld via een apart Garantiefonds voor financiële diensten.
Het klopt dat de effecten die u koopt volledig uw eigendom blijven. De effecten worden opgenomen in een effectenrekening die in het geval van een faillissement geen deel uitmaakt van de inboedel van de financiële instelling. Normaal worden de effecten getransfereerd naar een andere financiële instelling van uw keuze. Het Beschermingsfonds komt tussenbeide mocht naar aanleiding van het faillissement blijken dat sprake was van ernstige fraude, bijvoorbeeld het vervalsen van de rekeninguittreksels van de effectenrekening, of administratieve fouten.
Een andere mogelijkheid is dat de instelling de effecten niet kan opleveren. Het risico daarop is klein, maar is niet helemaal uitgesloten in het geval de instelling uw aandelen heeft uitgeleend aan een derde partij, en in geval van nood het daarvoor door de instelling verleende onderpand (typisch 4 à 5% boven de waarde van de aandelen) niet volstaat. Tot voor enkele jaren werden geen aandelen van retailbeleggers uitgeleend, maar een aantal onlinebrokers (onder meer BinckBank, Traders Only, Degiro) heeft dat geïntroduceerd. Het komt erop neer dat in ruil voor een vergoeding (meestal fiftyfifty verdeeld met de klant) de aandelen tijdelijk worden uitgeleend. Normaal gebeurt dat na de expliciete toestemming van de klant, maar vraag dat in geval van twijfel even na.
Deelbewijzen in een beleggingsfonds, zelfs indien ze zijn uitgegeven door de betreffende bank, blijven ook de eigendom van de klant. Bij problemen komt het beschermingsfonds dus maximaal voor 20.000 euro tussen. We zien dat risico als heel laag. Anders is het voor het aandeel van de bank en voor obligaties of gestructureerde schuldbewijzen (notes) die zijn uitgegeven door de bank. Daarop kunt u bij een faling wel geld verliezen.
Zoals altijd is het aangewezen, zeker in geval van grote portefeuilles, te spreiden over twee of meerdere banken of brokers, en de rechtstreekse blootstelling aan schuldbewijzen van de bank te beperken. De blauwdruk die bij de redding van enkele Cypriotische banken in 2015 werd gehanteerd, heeft aangetoond dat de Europese politiek verschuift van de tijdens de financiële crisis gebruikte bail-outs (waarbij de overheden de verliezen van het faillissement dekken) naar bail-ins. In dat laatste geval worden eerst verliezen verhaald op de spaarder of de belegger van de bank. In dat geval geldt voor alle duidelijkheid het maximale beschermingsplafond van 100.000 euro.
HEBT U OOK EEN BELEGGINGSVRAAG?
Elke week behandelen we een actuele vraag van een abonnee. Hebt u ook een beleggingsvraag? Mail die dan naar insidebeleggen@roularta.be. Misschien leest u hier dan het antwoord.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier