Het gele gevaar

Meer en een betere marktwerking is dringend nodig, geen symptoombestrijding. Anders dreigt China in plaats van een houvast een onstabiele factor te worden.

Het is een slechte gewoonte geworden in het nieuwe jaar: we starten de dag geregeld met een nieuwe crash op de Chinese beurzen. Het bezorgde ook de Europese en de andere aandelenmarkten een beroerde start van het beursjaar 2016. Ondanks de dubbele stopzetting van de handel verloren de lokale Chinese beurzen in amper zeven beurssessies 15%, terwijl de schade in Europa voor de Eurostoxx50-index in de eerste beursweek ook al opliep tot 7%. Zo’n zwakke start van het jaar hebben we in decennia niet meer meegemaakt op de westerse beurzen.

Omdat de spaardeposito’s bij de overwegend staatsbanken nauwelijks rente opbrachten, kozen steeds meer Chinezen eerst voor vastgoedbeleggingen, met forse prijsstijgingen tot gevolg. Toen de overheid de vastgoedzeepbel deed leeglopen, trokken zowat 70 miljoen Chinese gezinnen met weinig of geen kennis van zaken naar de lokale beurzen. De overheid was opvallend afwezig en liet de speculatie hoogtij vieren, ondanks manifeste tekenen van een gevoelige afkoeling van de economie. Tussen de herfst van 2014 en de zomer van 2015 kenden de Chinese beurzen een fenomenale klim van 150%.


Paniekvoetbal

Toen de beurstrend afgelopen zomer keerde, sloegen de Chinese autoriteiten in paniek. Staatsfondsen werden verplicht aandelen te kopen, referentie-aandeelhouders mochten dan weer geen aandelen meer verkopen, shorten (inspelen op een beursdaling) werd zes maanden verboden (die termijn is intussen verlengd), er kwamen beperkingen op de omvang van de daling van de indexen, de rente werd om de haverklap verlaagd, en de koppeling van de yuan aan de dollar werd losgelaten. Veel ingrepen deden de wenkbrauwen fronsen en droegen eerder bij aan de panieksfeer dan dat ze een oplossing boden. Amper drie à vier maanden later zien we identiek hetzelfde paniekvoetbal. Opnieuw wordt heftig gereageerd, met onder meer het stopzetten van de beurshandel, de verplichte aankopen door staatsfondsen en de verzwakking van de yuan. Maatregelen die precies bijdragen tot de paniekstemming en de dreun van de volgende dag voorbereiden.

China’s sterke man Xi Jinping zal meer moeten doen dan paniekvoetbal spelen, nu het land voor het eerst sinds lang met een ernstige groeicrisis af te rekenen krijgt. Hij zal moeten doorzetten met de hervormingen, zoals de ontmanteling van inefficiënte staatsbedrijven en dus offers vragen aan de bevolking om de economie weer op het groeipad te krijgen.

Van de 136 hervormingen die het vorige Partijcongres in 2013 aannam, zijn er vandaag amper enkele gerealiseerd. We zien dus een zenuwachtige en weinig daadkrachtige Communistische Partij, die bang is voor meer sociale en etnische spanningen. Meer en een betere marktwerking is dringend nodig, geen symptoombestrijding. Anders dreigt China in plaats van een houvast een onstabiele factor te worden – niet alleen in de internationale politiek, maar ook voor de financiële markten.

Partner Content