Duiven regeren de Fed
De eerste renteverhoging is meer dan ooit een symbooldossier geworden.
Heeft het zogenaamde evenement van het jaar een muis gebaard? Aan de reactie op Wall Street gemeten wel. De meeting van de Amerikaanse centrale bank op 16 en 17 september is opnieuw geen historische vergadering geworden. Want de eerste Amerikaanse renteverhoging sinds juni 2006 werd niet bekendgemaakt. De Federal Reserve heeft voor de stilaan ontelbaarste keer sinds het najaar van 2008 de rente onveranderd gelaten. Ze bestendigt zodoende het nulrentebeleid.
Eigenlijk konden we het weten. De Fed twijfelde de vorige keren al en heeft in de heisa rond China en de daaraan gekoppelde lagere inflatieverwachtingen (in hoofdzaak door de vrije val van de prijs van olie en andere grondstoffen) het argument gevonden om de rente niet te verhogen en die beslissing voor de zoveelste keer naar een volgende bijeenkomst door te schuiven. Al moest voorzitster Janet Yellen volmondig bekennen dat de Amerikaanse arbeidsmarkt verder verbetert.
Er komt dan ook steeds meer kritiek op Yellen en de andere Fed-directeuren. Te weinig lef. Ze willen een perfecte toestand, die er wellicht nooit zal komen. Men kan echter bezwaarlijk stellen dat de Amerikaanse economie zich nog in een diepe crisis bevindt en geen geleidelijke ‘normalisering’ van de rente zou aankunnen.
Het is duidelijk dat in de loop van de voorbije jaren de haviken, die voor een orthodox, klassiek monetair beleid staan, bijna overal zijn vervangen door duiven, die de nulrente en de kwantitatieve versoepeling bijna als vanzelfsprekend zijn gaan beschouwen. En we weten uit de berichten voor duivenliefhebbers dat die vaak heel lang moeten wachten. Veel traders in de marktenzalen hebben nog nooit een Amerikaanse renteverhoging meegemaakt. Veelbetekenend.
Gemengde reacties
De reacties op de nonbeslissing van de Fed was verdeeld. Er werd enkel gefeest op de westerse obligatiemarkten. De expliciete verwijzing van Yellen naar de lage inflatie en de lagere inflatieverwachtingen op korte termijn deed de obligatiekoersen voor de zoveelste keer de jongste jaren opveren. De dollar moest inleveren ten opzichte van de euro, en ook het goud kon wat meer blinken. De Amerikaanse beursindexen konden in een eerste reactie ook wel meer dan 1% winst boeken, maar die winst verdween even snel als ze gekomen was, zodat uiteindelijk met een licht verlies werd afgesloten. Ook bij de opening van de Aziatische en Europese beurzen vrijdag was geen sprake van een enthousiaste reactie, integendeel.
Het is duidelijk dat aandelenbeleggers die eerste renteverhoging liefst zo snel mogelijk achter de rug willen hebben. En dan liefst vergezeld van de boodschap dat een tweede niet voor meteen zal zijn en dat de normalisering van de rente een traag proces wordt. Een rente op 0%, 0,25% of 0,50% is op zich zeker niet doorslaggevend. Afgelopen week werd echter nog eens bevestigd dat het voor de financiële markten een symbooldossier is geworden. Hoe langer de Fed nog met een renteverhoging wacht, hoe groter het risico op toenemende nervositeit. Helemaal geen renteaanpassing dit jaar zou pas een veeg teken zijn.
Strategie
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier