Chinese beurzen ontwaken
Het pessimisme over China staat in schril contrast met de uitbodeming van de Chinese beurzen.
Vorige week donderdag was een tegenvaller voor de Chinese economie. De maandelijkse peiling van Markit leverde voor China een PMI voor de industriële component van 50,0 op (index van de aankoopdirecteuren of Purchasing Managers). Precies dat cijfer van 50 is cruciaal. Daarboven is sprake van groei, een cijfer onder 50 wijst op het krimpen van een economie. Voor China betekent dat dus dat er sprake is van een stagnatie in de industrie. En kijk, vrijdag kreeg we de prompte reactie van de Chinese centrale bank met een renteverlaging, de eerste sinds 2012.
Nooit is er het afgelopen decennium zo veel twijfel geuit over de op één na grootste economie ter wereld als het afgelopen jaar. Met als hoogtepunt – of dieptepunt, zo u wilt – het rapport van de Conference Board in oktober, die een zeer negatief toekomstbeeld schetste voor de Chinese economie. Volgens het rapport zal de Chinese economie het komende decennium scherp terugvallen. Voor de periode 2015-2019 mikt Conference Board nog op een gemiddelde groei van 5,5%, ten opzichte van 6,6% bij het Internationaal Monetair Fonds en 7,0% bij de Wereldbank. Voor het lustrum daarna – de periode 2020-2025 – ziet de Conference Board de groei verder zakken tot 3,9%, tegenover 5,9% bij de Wereldbank.
Uitbodeming
Dat pessimisme staat toch wel in schril contrast met de evolutie van de Chinese beurzen zelf. Er komt steeds meer bevestiging dat de zware berenmarkt (dalende beurstendens) daar afgelopen is. De Shanghai Composite-index explodeerde tussen 2005 en 2007 van afgerond 1000 naar 6000 punten. Om dan eind 2008 de duik naar minder dan 2000 punten te maken. Even was er in 2009 een herstel tot net boven 3000 punten, maar sinds 2010 was er opnieuw een vervelende en dus langdurige daling, waarbij we opnieuw naar 2000 punten zijn gezakt. Na de renteverlaging staat de index terug boven 2500 punten en lijkt het proces van uitbodeming afgerond.
Het sentiment ten aanzien van de groeilanden in het algemeen en China in het bijzonder was wellicht te negatief geworden. Trackers als DB-X Trackers Harvest CSI300 China (28,6 USD op NYSE met ticker ASHR; Isin-code US2330518794) of een beursgenoteerd gesloten beleggingsfonds als China Fund (21,8 USD op NYSE met ticker CHN; décôte van 9% op intrinsieke waarde; Isin-code US1693731077) bieden dan ook kansen de komende maanden en jaren.
We hadden ook beloofd om Chinese waarden met een notering op Wall Street of andere westerse beurzen te bekijken. Voor de voorbeeldportefeuille lonken we naar de grootste Chinese bank en ook grootste gewicht in de Shanghai Composite-index (5,2%), Industrial & Commercial Bank of China, afgekort ICBC (zie ‘Flash’ p.7). De basisnoteringen zijn in Shanghai (code 601398) en Hongkong (code 1398), maar er is ook een notering op New York (OTC-segment; ticker IDCBY; Isin-code US4558071076) met voldoende handelsvolume om het op te nemen. Het zijn zogenoemde ADR’s, waarbij elk deelbewijs slaat op 20 ICBC-aandelen in Shanghai en Hongkong.
Strategie
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier