China doet wat moet

China pakt zijn groeipijnen kordaat aan. De Communistische Partij heeft ingrijpende hervormingen voorgesteld. Experts hebben het over de belangrijkste hervormingen in twee decennia.

Een week geleden vond het derde plenum van het Centraal Comité van de Chinese Communistische Partij plaats. Het derde plenum is traditioneel belangrijk, omdat daar de langetermijnplannen voor de Chinese economie worden vastgelegd. De afgelopen vijf jaar was China goed voor zowat de helft van de wereldwijde economische groei. Daarom waren de verwachtingen bij de westerse commentatoren hooggespannen.

We hebben er al vaker op gewezen dat economische hervormingen in China noodzakelijk waren. Sinds de start van de groeifase in de jaren tachtig stoelde hun economische model op de productie van goederen voor de export, veel investeringen in fabrieken en infrastructuur, en een lage binnenlandse consumptie. Dat model is uitermate succesvol geweest, want in twintig jaar tijd is het bruto binnenlands product (bbp; de totale productie van goederen en diensten van een land in één jaar) verachtvoudigd. Maar het model heeft zijn beste tijd gehad; het is tijd voor een nieuw model, gericht op de interne markt, hogere productiviteit, minder investeringen en meer consumptie.

Als we de evolutie van de Chinese beurzen tijdens de afgelopen week bekijken, heeft het plenum duidelijk aan de hoge verwachtingen voldaan. De Communistische Partij heeft in het slotcommuniqué een zestigtal hervormingen voorgesteld, waarvan enkele erg ingrijpend zijn. Sommige experts spreken over de belangrijkste hervormingen in twee decennia. In de relatie tussen de overheid en de markt wordt voor het eerst gesproken over een ‘beslissende’ rol voor de markt (vroeger had die een ‘basisrol’). Sectoren die nog typisch door overheidsbedrijven worden geregeerd, zoals de telecomsector, worden opengebroken richting de vrije markt. Al zullen die aanpassingen er komen in het tempo van de Chinezen: voorzichtig en gradueel om de eigen ontwikkelingsdoelen op lange termijn te realiseren.

Versoepeling van de éénkindpolitiek

Een andere ingrijpende hervorming die werd aangekondigd, is de versoepeling van het éénkindbeleid. Sinds begin jaren tachtig mochten Chinese koppels maximaal één kind krijgen. Bij meer kinderen werden de ouders met zware boetes overladen. Er liep al een tijdje een proefproject om meer kinderen toe te laten. Dat wordt nu uitgebreid.

De éénkindpolitiek werd dertig jaar geleden ingevoerd om de overbevolking van het land te counteren. Maar de Chinese demografische boom begint helemaal scheef te trekken. Geen enkel land ter wereld dreigt met een zo’n graad van vergrijzing geconfronteerd te worden als China. Het land zal vergrijsd zijn voordat het merendeel van de inwoners rijk is geworden, is de verwachting. Tegen 2050 zullen naar schatting maar liefst 99 miljoen Chinezen meer dan 80 jaar oud zijn, tegenover 12 miljoen nu. Deze hervorming komt dus zeker niets te vroeg.

Terwijl wij in het Westen nog proberen de problemen te minimaliseren (vooral in de eurozone) of vechtend over straat rollen (VS), pakt China zijn groeipijnen kordaat aan. China scoort daarbij goede punten, en dat is belangrijk voor de voorbeeldportefeuille, die meer en meer focust op de consumptie van de opkomende middenklasse in de groeilanden, met China als absolute primus inter pares.

Partner Content