Alain Mouton
Subsidieregels voor defensie moeten versoepelen
Het is algemeen bekend dat investeringen in onderzoek en ontwikkeling (O&O) een positief effect hebben op de productiviteitsgroei en de economie. Met 3,2 procent van het bruto binnenlands product (bbp) dat naar O&O gaat, behoort België tot de Europese top. Zulke investeringen voor defensie genereren op de lange termijn een hogere return voor de economie dan civiele investeringen. Een onderzoek van Rabobank leert dat 1 euro gespendeerd aan O&O in defensiegerelateerde sectoren 8 tot 9 euro opbrengt. Bij civiele O&O bedraagt de return tussen 1,5 en 1,7 euro. Dat komt doordat militaire innovaties na verloop van tijd doorsijpelen naar de gewone economie – van radar, microgolfovens, GPS, het internet, touchscreens tot conserven.
Het toont aan in welke mate defensie-investeringen voor een economische bonus kunnen zorgen. Dat is interessant, nu de EU-landen hun defensiebudgetten aanzienlijk optrekken. Het zal automatisch leiden tot meer defensiegerelateerde O&O. De volgende federale regering zal dat pad inslaan, waardoor België op termijn 4,5 miljard euro extra moet vrijmaken, om de NAVO-norm van 2 procent van het bbp aan defensie-uitgaven te halen. Vlaams minister-president Matthias Diependaele (N-VA) noemt defensie een strategische sector.
Een probleem is echter dat de regelgeving remmend werkt. Zo kunnen in Vlaanderen nog altijd geen subsidies worden toegekend voor O&O, als die betrekking heeft op offensieve wapens. Voor defensieve wapensystemen kan dat wel. Dat onderscheid is niet meer van deze tijd – denk aan de drone-industrie. Soepelere regels zijn welkom en noodzakelijk. Anders mist België een belangrijke innovatietrein.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier