De balans: onder Marc Leemans sloeg het ACV de populistische weg in
Nu Ann Vermorgen is voorgedragen om de nieuwe ACV-voorzitter te worden, komt een einde aan het tijdperk-Marc Leemans. De voorbije tien jaar liet hij de christelijke vakbond een radicale en populistische koers varen. Het consensusmodel van sociaal overleg werd verlaten.
Naar aanleiding van Rerum Novarum, het feest van de christelijke arbeidersbeweging, heeft Marc Leemans zijn laatste toespraak als ACV-voorzitter gegeven. Hij haalde onder andere zwaar uit naar de partijen in de federale regering, die blijven streven naar een werkzaamheidsgraad van 80 procent. Die doelstelling moet worden bereikt met een strengere activering en desnoods bestraffing van werkzoekenden, stelt Vooruit-voorzitter Conner Rousseau, daarin bijgetreden door de liberalen en cd&v. Volgens Leemans wordt werken zo te veel als een straf gezien. Kortom, de voorzitter van de grootste vakbond van het land komt er openlijk voor uit dat meer mensen aan de slag krijgen geen prioriteit is. Het bevestigt de indruk die bij een groot deel van de bevolking bestaat: de vakbonden zijn niet geïnteresseerd in banencreatie.
Leemans kwam in zijn speech ook nog eens terug op de heisa rond zijn vertrek als voorzitter. Hij zou misbruik maken van het SWT, het vroegere brugpensioen, stelden arbeidsmarktexperts en juristen. Leemans moest inbinden, maar liet niet na een sneer te geven naar zijn critici. Hij had het over “een persoonlijke afrekening van vakbondshaters’.
Zijn laatste Rerum Novarum-toespraak lag dus in de lijn van het discours dat Leemans tijdens zijn tien jaar als ACV-voorzitter hanteerde: agressief, radicaal en populistisch. Slogans en simplisme haalden het van de inhoud. Het beleid van de vorige regering noemde hij een “horrorverhaal in afleveringen”. De huidige regering-De Croo, die toch eerder naar links neigt, krijgt regelmatig het etiket ‘neoliberaal’ opgeplakt.
Weg van het consensusmodel
Als het dan toch om de inhoud ging, dan kwam Leemans niet verder dan een pleidooi voor een vermogensbelasting en een hardere aanpak van de fiscale fraude. Dat zou volgens hem zoveel geld opbrengen, dat het gat in de begroting direct gevuld zou zijn. Daarnaast bleef hij pleiten voor sterke loonstijgingen boven op de index, ook al bedreigde dat de concurrentiekracht van de bedrijven. De hoge fiscale druk, ook die op arbeid, was geen probleem, want die moest de kas van de sociale zekerheid spekken. Dat Leemans nu aan het einde van zijn mandaat klaagt over het feit dat werken financieel niet lonend genoeg is, omdat nog altijd een groot deel van het brutoloon wordt afgeroomd, komt wat zielig over.
De voorbije jaren was het dan ook meer en meer met een vergrootglas zoeken naar de verschillen tussen het ACV en de van nature radicalere, socialistische vakbond ABVV. Onder Marc Leemans keerde de christelijke vakbond zich af van het consensusmodel in het sociaal overleg. De voorgangers van Leemans verkozen altijd het overleg boven het conflict. Op die manier ontstond een goede verstandhouding tussen ACV-voorzitters als Jef Houthuys, Willy Peirens en Luc Cortebeeck enerzijds en de werkgeversvertegenwoordigers van het VBO (Tony Vandeputte, Wilfried Beirnaert, Pieter Timmermans) anderzijds. Een paar telefoontjes tussen het ACV en het VBO waren vaak voldoende om een sociaal akkoord te bereiken. Voor het VBO was de sociale vrede in de bedrijven belangrijk, de christelijke vakbond wist heilige huisjes overeind te houden, zoals de automatische loonindexering en systemen van vervroegde uittreding als het brugpensioen. Een akkoord sluiten met het ABVV lag veel moeilijker. De socialistische partijen keken mee over zijn schouder en met de radicale Waalse viel geen land te bezeilen. Zeker sinds de rode vakbond steeds meer PVDA/PTB-militanten in haar rangen telt.
Vroeger voorstander van langere loopbanen
In het verleden was het ACV ook bereid bepaalde syndicale taboes te laten vallen. Daarvoor hoeven we niet per se terug te gaan naar de jaren tachtig en het herstelbeleid van de regeringen-Martens, toen ACV-voorzitter Jef Houthuys zich niet eens verzette tegen de devaluatie van de Belgische frank in 1982 met een aantal indexsprongen erbovenop.
Rond de eeuwwisseling was de christelijke vakbond gewonnen voor een beleid van langere loopbanen. Systemen als het tijdskrediet kregen het groene licht, omdat men ze zag als een manier om het aan het einde van de loopbaan rustiger aan te doen. Dat moest uiteindelijk leiden tot een latere uittredingsleeftijd. Luc Cortebeeck vond dat best oké. Maar de voorbije jaren beschouwt de vakbond dat tijdskrediet en de landingsbanen als verworven rechten, die losstaan van de prikkels om langer te werken, die het ACV nu verguist.
Zal de christelijke vakbond in 2024 met Ann Vermorgen als nieuwe voorzitter een andere houding aannemen? Dat is onduidelijk. Als nummer één van het Vlaamse ACV kent ze vooral het sociaal overleg op Vlaams niveau goed. Maar dat verloopt van nature minder conflictueus, omdat de ‘harde’ sociale thema’s als de loonvorming, de index of het werkloosheidsstelsel federale materies zijn.
De balans van de week door Alain Mouton
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier