De balans: de Duitse regeringsonderhandelingen zijn kopie van de Belgische

Friedrich Merz | Foto: Getty
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

In Duitsland heeft toekomstig bondskanselier Friedrich Merz een moeilijke klif gerond, nu de schuldenrem wordt losgelaten en miljardenuitgaven voor defensie en infrastructuur mogelijk worden. Een regering tegen Pasen blijft het doel, maar de sociaaldemocraten zijn harde onderhandelaars: ze eisen belastingverhogingen voor de rijksten. Net zoals Vooruit in België heeft gedaan.

Nog voor hij Duits bondskanselier wordt, heeft Friedrich Merz (CDU/CSU) al een belangrijke maatregel genomen. Een paar weken geleden ging twee derde van de Bundestag akkoord met zijn voorstel om de schuldenrem deels los te laten. Sinds vijftien jaar staat in de Duitse grondwet ingeschreven dat het begrotingstekort niet meer dan 0,35 procent van het bruto binnenlands product (bbp) mag bedragen. Die kentering of Zeitenwende vindt Merz noodzakelijk als Duitsland zijn defensie-uitgaven wil optrekken en extra wil investeren in infrastructuur. Tal van wegen bij onze oosterburen zijn in slechte staat, de treinmaatschappij Deutsche Bahn draait vierkant door een gebrek aan middelen en de IT-netwerken zijn niet aangepast aan de digitale uitdagingen. Er wordt 500 miljard euro vrijgemaakt voor infrastructuurwerken.

Defensie-uitgaven boven 1 procent van het bbp vallen buiten de schuldenrem, wat betekent dat de volgende Duitse regering jaarlijks 45 miljard euro kan vrijmaken om de Bundeswehr op te tuigen.

Meer uitgeven is niet genoeg

Voor de sociaaldemocratische SPD, de toekomstige coalitiepartner van de christendemocratische CDU/CSU, is het lossen van de schuldenrem een trofee. Zij zijn voorstander van meer overheidsuitgaven om de economie aan te zwengelen. Duitsland dreigde voor het derde jaar op rij op een recessie af te stevenen. Politieke waarnemers gingen ervan uit dat de vorming van een nieuwe regering niet lang op zich zou laten wachten. Pasen, dat valt op 20 april, geldt nog altijd als deadline. Maar waarom niet vroeger tot een akkoord komen? Dat de schuldenrem wordt gelost, is een toegeving van de conservatieve en orthodox-liberale Merz. Tijdens de verkiezingscampagne had hij zich daar fel tegen verzet. De CDU/CSU stelde toen dat hogere defensie-uitgaven konden worden gerealiseerd door te besparen op de sociale zekerheid en migratie.

Maar bij de SPD vinden ze die geste van Merz niet genoeg. Onderhandelaars Lars Klingbeil en Saskia Esken willen hun huid duur verkopen. De redenering van de SPD is drievoudig. Ten eerste heeft de CDU/CSU net geen 30 procent van de stemmen gehaald, en dat was iets minder dan verwacht. Dus moeten Merz en zijn partij niet zo hoog van de toren blazen. Ten tweede zijn de sociaaldemocraten na hun slechtste verkiezingsscore in jaren (16,41%) verplicht om een aantal van hun strijdpunten binnen te halen, anders dreigt bij de volgende verkiezingen een verschrompeling. Ten derde: er is geen alternatief voor de GroKo of Grosse Koalition, en dus moeten de sociaaldemocraten in het regeerakkoord voldoende eten en drinken vinden.

Daar is de vermogenstaks opnieuw

Vooral rond fiscaliteit wordt het spel hard gespeeld, tot ergernis van de CDU/CSU. Want vergeet niet: in tegenstelling tot cd&v bij ons zijn de Duitse christendemocraten economisch uitgesproken liberaal. De SPD wil een signaal geven aan zijn achterban dat niet alleen de overheidsuitgaven verhoogd worden, maar dat de rijken een grotere bijdrage leveren aan de budgettaire inspanning om het begrotingstekort niet te laten ontsporen. En zo zijn de Duitse regeringsonderhandelingen zowaar een kopie van de formatiegesprekken die bij ons tot de regering-De Wever hebben geleid.

Een van de belangrijkste redenen waarom ze zolang hebben aangesleept, is de houding van Vooruit. Zijn wilden enkel in een federale regering stappen als er een “bijdrage van de sterkste schouders” zou komen. Concreet is dat een meerwaardebelasting op aandelen.

De SPD hoopte lange tijd op de herinvoering van een vermogensbelasting. Die werd in 1997 in Duitsland afgeschaft. Die opnieuw invoeren is echter problematisch, want het Duitse Grondwettelijk Hof beschouwt die taks als ongrondwettelijk.

Nog altijd hogere fiscale druk in België

Daarom richten de Duitse sociaaldemocraten hun focus op de roerende voorheffing, de al bestaande meerwaardetaks en de personenbelasting. Een stijging van de belasting op dividenden van 25 naar 30 procent botst echter op een njet van de partij van Merz. De redenering is dat die maatregel vooral de middenklasse zal treffen. Over een hervorming van de personenbelasting wordt nog hard onderhandeld. De SPD wil het tarief van 42 procent optrekken naar 47 procent. De 42 procent wordt momenteel opgelegd vanaf 66.800 euro per jaar (voor alleenstaanden). Die grens wordt in de toekomst verhoogd naar 83.000 euro. Daarnaast is er nog een Reichensteuer van 45 procent voor inkomens boven 277.000 euro. De SPD wil dat tarief optrekken naar 49 procent.

Als de sociaaldemocraten hun slag thuishalen, zal het Belgische tarief van de personenbelasting nog altijd hoger liggen dan in Duitsland. Bij ons bedraagt het hoogste tarief 50 procent en daar zit je al aan met een inkomen boven 49.890 euro.

Partner Content