De balans: 9 juni is herleid tot federale verkiezingen
In deze campagne gaat het over de tegenstellingen tussen PS en N-VA, een rijkentaks, de koopkracht, migratie en onveiligheid. Vlaamse thema’s zoals het onderwijs en het subsidie- en vergunningenbeleid komen amper aan bod. Onterecht, want de toekomstige welvaart hangt ook af van de keuzes die de volgende Vlaamse regering zal maken.
Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) maakte vorige week een opvallende bocht. Voor haar is een herziening van het stikstofdecreet in een volgende legislatuur geen breekpunt meer. Nochtans had ze een paar weken geleden nog verklaard dat men daarvoor “een andere ezel” zou moeten zoeken. Maar kijk, in een provinciale Limburgse peiling zakt N-VA onder 20 procent, en dan is veel mogelijk.
Het was een van de weinige keren dat het Vlaamse beleid in deze campagne aan bod kwam. Want de laatste weken wordt vooral gesproken over de federale uitdagingen. Een rijkentaks, de manieren om de koopkracht van de burgers te versterken, migratie, onveiligheid. En uiteraard de platte politieke discussies over de mogelijke federale coalities na 9 juni. Wordt het Vivaldi II? Komt N-VA opnieuw aan boord?
Opvallend was het debat op Terzake tussen MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez en Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA). De thema’s die ter sprake kwamen, waren een staatshervorming en de mogelijkheid om een centrumrechts beleid te voeren. Federaal natuurlijk. Over het Vlaamse beleid kreeg Jambon nauwelijks vragen. Het is alsof de minister-president van pakweg de Duitse deelstaat Rijnland-Palts door zijn partij wordt opgevorderd om federaal campagne te voeren. De campagne richting 9 juni is herleid tot de federale verkiezingen, en dat is jammer. Want de economische groei die we de komende jaren broodnodig hebben, hangt ook af van het beleid van de volgende Vlaamse regering.
Naar een vlotter vergunningenbeleid
Het genoemde voorbeeld van het stikstofdecreet blijft relevant. De onzekerheid of toekomstige investeringen nog mogelijk zijn, baart het bedrijfsleven zorgen. En de regelgeving en het vergunningenbeleid is een Vlaamse materie.
Het is in deze campagne nog nergens vermeld: bijna 30 procent van de vergunningsaanvragen waarover in 2023 een beslissing is genomen, heeft niet tot een vergunning geleid, blijkt uit cijfers van Voka. Dat is een stijging tegenover de vorige jaren. De doorlooptijden van investeringsprojecten worden almaar langer. Ze botsen ook op lange beroeps- en vernietigingsprocedures.
Dat vertaalt zich ook in de scores van de overheidsefficiëntie, die Voka berekent. In de ranking van de kwaliteit van de overheid zakt België dit jaar van de 17de naar de 18de plaats op 24 EU-landen. Die slechte score is ook een gevolg van het Vlaamse beleid.
“De regelgeving en de vergunningen komen onder meer naar voren in de component ‘micro-economie’, en daar zie je ook een verslechtering”, zegt Voka-hoofdeconoom Bart Van Craeynest. België zakt hier van de 8ste naar de 11de plaats. “De gebruikte indicatoren geven vooral een beeld van de resultaten op die domeinen, en minder van de oorzaken. Maar je krijgt wel een beeld van een doorgeschoten regulering die het ondernemingen moeilijker maakt. Ook deze legislatuur is daar duidelijk nog een schep bovenop gekomen.” Voka pleit er daarom voor dat de Vlaamse procedures om omgevingsvergunningen te verlenen sneller, kwaliteitsvoller en betrouwbaarder worden.
Daarom stelt de Vlaamse werkgeversorganisatie voor het openbaar onderzoek om te draaien en eerst werk te maken van de adviesverlening en een politiek gevalideerde ontwerpbeslissing. Nadien pas wordt die ontwerpbeslissing aan een openbaar onderzoek onderworpen. Zo merkt iedereen onmiddellijk hoe het project er zal uitzien, welke adviezen zijn verleend en welke vergunningsvoorwaarden worden voorgesteld. Tegelijk kan ook de aanvrager reageren op de ontwerpbeslissing. “Het omdraaien van het openbaar onderzoek kan perfect binnen de bestaande beslissingstermijnen en dus zonder de procedure langer te laten duren”, is het pleidooi van Voka.
Zijn er politici die dit thema tijdens de campagne al op tafel hebben gegooid? Het antwoord is neen.
Zeg niet Jambon I
Hetzelfde geldt voor het Vlaamse subsidiebeleid en het onderwijs, twee andere belangrijke thema’s met een economische impact. Vlaanderen scoort almaar lager op de PISA-rankings van de kwaliteit van het onderwijs. In deze campagne werd er met geen woord over gerept. Een ander voorbeeld: Vlaanderen geeft jaarlijks bijna 18 miljard euro uit aan subsidies. Afgezien van de invoering van een subsidieregister dat alles in kaart brengt, is het wachten op een evaluatie van dat beleid. Ondertussen is ook dat een blinde vlek in deze campagne.
Dat de Vlaamse thema’s weinig aan bod komen, heeft misschien te maken met het zwakke rapport van de regering-Jambon. Er werd op zekere momenten meer ruzie gemaakt dan beleid gevoerd, of het nu over de kinderbijslag, de kinderopvang of het stilstokdecreet ging. De regeringsploeg hing als los zand aan elkaar, waardoor een aantal positieve resultaten naar de achtergrond zijn verschoven: dat Vlaanderen richting 80 procent werkzaamheidsgraad fietst, of dat de regio aan de Europese top staat op het gebied van investeringen in onderzoek en ontwikkeling.
Maar door het geruzie wil niemand in deze campagne aan de regering-Jambon I worden herinnerd. Daarom worden de Vlaamse uitdagingen onder de mat geschoven.
De balans van de week door Alain Mouton
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier