Marc De Vos

Campagnetekort: ‘De EU is nagenoeg compleet afwezig als verkiezingsthema’

Marc De Vos Columnist

We staan op drie weken van de verkiezingen. Ik weet niet hoe u zich voelt onder de aanhoudende lawine van verkiezingsnieuws en -prikkels. Mijn reflex is er een van bewuste en rationele onwetendheid. Bewust wegens campagneoverdaad, rationeel wegens campagnetekort.

We leven in tijden van hypercampagne. Het debat is versnipperd over een veelheid aan media: de partijen en hun websites, de kranten en tijdschriften, de praatprogramma’s, reality-tv voor politici, TikTok en YouTube-filmpjes, online spotjes, boodschappen op X, en ga zo maar door. Enkel de professionele Wetstraat-watcher kan het nog behappen. Wie het nieuws niet om den brode volgt, staat voor een veelvoud aan campagnes voor een veelvoud aan doelpublieken. We hebben allemaal ons eigen venstertje op een campagne die niet meer voor iedereen hetzelfde betekent. Dat venstertje maken wij en maken ook de algoritmes die campagnesnippers op ons scherm duwen.

Bij gestuurde fragmentatie en overdaad past bewuste zelfreflectie over eigen voorkeuren en prioriteiten. Dat is ook rationeel wegens het campagnetekort, de kloof tussen het electorale aanbod en de postelectorale realiteit. De doorrekening van het Planbureau – als dat een deel van uw campagnevenster was – heeft geleerd dat geen enkel partijprogramma, hoe voorgeselecteerd en afgeborsteld ook, de toets van budgettaire houdbaarheid doorstaat. En dat is het eufemisme van de politieke legislatuur. Want het Planbureau loopt niet vooruit op de budgettaire saneringsinspanning die de Europese Unie zal verlangen. Het verrekent niet welke defensie-uitgaven Oekraïne en de NAVO van ons verlangen. Het poneert niet de kostprijs van een strategisch industriebeleid. Het dicteert niet tot welke investeringen de klimaatcrisis noodzaakt.

Tegenover die onzichtbare ijsberg van dwingende noden zijn alle partijprogramma’s formules stoelen verschuiven op het dek van de Titanic. Na 9 juni wacht ons in de eerste plaats Europa. Niet alleen voor de begrotingsrealiteit die de Europese Commissie aan België zal opdringen, maar ook, en vooral, voor de grote vragen die voor België het politieke weer maken. Hoeveel extra miljarden vergt de strijd tegen Rusland? Hoe fors moeten we subsidiëren om onze industrie te behouden? Hoeveel tanden moeten we bijsteken in de energietransitie? Hoe vrij kunnen we nog handel drijven en buitenlandse investeringen verwelkomen? Welke grenzen kunnen we trekken voor asiel en migratie? Het wordt allemaal bepaald via de Europese Unie.

Het grootste campagnetekort is daarom de nagenoeg complete afwezigheid van de Europese Unie als thema. Dat is intrinsiek problematisch door de realiteit van de Unie als locus van grootmacht in Europa. Het is ook historisch misplaatst, omdat de Europese Unie op een kantelpunt staat. Onze geopolitieke relatie met China en de Verenigde Staten. De oorlog tegen Rusland. De geostrategische reikwijdte van een Unie die met landen als Oekraïne, Moldavië en Georgië richting Eurazië neigt. De balans tussen staatssturing en open markt, tussen klimaat en industrie, tussen duurzaamheid en competitiviteit. Het komt allemaal op de Europese tafel.

De Europese Unie heeft nog nooit zoveel gedaan voor de modale burger als de afgelopen jaren. Coronavaccins, relance, energiezekerheid, veiligheid, handelsoorlog: ze zijn er dankzij en door Europa, met lidstaten die samen reageerden op externe crises. Nu komen de jaren waarin we samen moeten ageren: proactief, offensief, in een nieuwe wereldorde. België is bitter weinig zonder een sterk Europa. Maar het stilzwijgen over Europa geeft vrij spel aan een stil euroscepticisme. Als dat na 9 juni doorweegt in het Europees Parlement, de Europese Commissie en de Europese Raad van Regeringsleiders, wacht ons zwarte sneeuw.

De auteur is co-CEO van de denktank Itinera, strategieconsultant en doceert aan de UGent. www.marcdevos.eu

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content