Waarom de coronacrisis een overnamegolf zal teweegbrengen
De onzekerheid bevriest de overnamemarkt. Hoeveel zal een bedrijf na de coronawinter nog waard zijn? Een tiende tot een vijfde minder, blijkt uit een rondvraag door Vlerick Business School. “Ik hoop dat het geen uitverkoop aan het buitenland wordt.”
Het is windstil op de overnamemarkt. Voor een deel ligt dat aan praktische problemen. Wie een bedrijf wil kopen, brengt het best een bezoek, maar in coronatijden ligt dat niet voor de hand. En een overnameprijs leg je niet vast via Skype. Als die al vast te leggen valt. Waardering is nattevingerwerk geworden, volgens Veerle Catry, partner bij het accountants- en advieskantoor BDO Belgium. “Hoelang zal deze crisis duren? Wat zal de impact zijn op de kosten en de cashflow van het bedrijf? Wat zal de inflatie doen? Niemand kan daar cijfers op kleven. De onzekerheid is compleet.”
Allicht zullen de overnamedossiers pas na de zomer uit de koelkast komen, wanneer de economische toekomst zich al wat beter aftekent. Goed nieuws voor de overnameprijzen wordt het niet, afgaand op de M&A Monitor, de jaarlijkse enquête door professor bedrijfsfinanciering Mathieu Luypaert en onderzoeker Gianni Spolverato, beiden verbonden aan de Vlerick Business School. Ze ondervroegen 110 Belgische overnamespecialisten, zoals zakenadvocaten, bankiers en private-equityspelers. Daarvan verwacht 40 procent een prijsdaling met een tiende, nog eens 20 procent verwacht een daling met vijfde. Daarmee komt een einde aan de vette jaren op de overnamemarkt. In 2013 werd voor een Belgisch bedrijf gemiddeld 5 keer de operationele cashflow betaald. Die multiple was in 2019 gestegen tot 6,5, maar staat voor een duik. “De onderhandelingen tussen de koper en de verkoper zullen nog moeilijker worden”, aldus Luypaert.
Ik zie nog altijd bedrijven floreren. Voor kandidaat-kopers is dit het moment
Veel bedrijven zullen uit noodzaak in de etalage belanden, vreest zakenadvocate Elke Janssens, partner bij het kantoor NautaDutilh. “De overheid nam steunmaatregelen voor bedrijven, maar het is niet eenvoudig daarvan gebruik te maken. Een overheidswaarborg moet via de bank passeren. Die zal een post-coronabusinessplan vragen. Bedrijven zullen zichzelf ter discussie moeten stellen. Een bedrijf kan worden verplicht een afdeling te sluiten of een dochterbedrijf te verkopen. Vanaf september verwacht ik een saneringsgolf in de bedrijfswereld.”
Catry verwacht pijnlijke taferelen. “Ondernemers zullen hun bedrijf moeten verkopen tegen een prijs die ze voor de coronacrisis nooit hadden geslikt. Ik hoop dat het geen uitverkoop aan het buitenland wordt. Er is voldoende geld beschikbaar in België, alleen krijgen we het niet op de juiste manier gemobiliseerd.” Maar Janssens betwijfelt of het Belgische geld kan optornen tegen de enorme vuurkracht van de buitenlandse fondsen. “Buitenlandse partijen hebben vaak enkele miljarden euro’s ter beschikking, waarmee ze overnames van enkele honderden miljoenen euro kunnen doen. Dat kunnen de Belgen niet bolwerken. Zij houden het vooral bij overnames van 20 tot 150 miljoen euro. De grotere dossiers zullen naar de buitenlandse fondsen gaan.”
Meer of minder banen
Dat hoeft nog geen ramp te zijn, aldus Luypaert. “We kunnen strategisch belangrijke technologie verliezen aan de grote staatsfondsen uit China en het Midden-Oosten. Zij schuimen de westerse markten af op zoek naar koopjes. Maar zowel de Europese Commissie als enkele grote lidstaten hebben maatregelen aangekondigd om dat te verhinderen. Overnames door klassieke private-equityfondsen zijn een positiever verhaal. Zij zitten wereldwijd op een oorlogskas van 2500 miljard dollar, bedoeld om bedrijven nieuwe groeikansen te bieden. Waarom zou je dat geld niet gebruiken, zeker nu veel bedrijven in geldnood komen?”
Na een overname knippen private-equityfondsen in de kosten, en dus ook in de banen, luidt de vaak gehoorde kritiek. De M&A Monitor legde die kritiek voor aan de overnamespecialisten. Een kleine 40 procent verwacht de komende drie jaar geen tewerkstellingseffect van overnames door private-equityfondsen in 2019. Een derde verwacht zelfs een stijging van het aantal banen tot 10 procent. Nog eens 12 procent ziet het aantal banen tot een vijfde hoger gaan. “Gebeurt de overname door een ander bedrijf, dan is het optimisme over de banencreatie iets minder groot”, aldus Luypaert. “Zo slecht voor de samenleving zullen de private-equityfondsen dus niet zijn.”
Ware kwaliteit
De private-equityspelers zullen als eerste de overnamemarkt weer op gang trekken, aldus Janssens. “Zij moeten wel investeren, want hun fondsen hebben een beperkte levensduur. Ze zullen sectoren bekijken die weinig last hebben van de coronacrisis, zoals lifesciences en hightech. Daar zijn de durfkapitaalinvesteringen gewoon blijven doorlopen. Ook bedrijven met een onlinemodel of een onlinepotentieel worden interessant. Ondanks de sluiting van de winkels had een Belgische speelgoedketen een heel goede maand april, dankzij onlineverkoop en thuislevering. Tijdens de lockdown hebben veel Belgen de stap gezet naar online-aankopen en ze zullen daar niet gauw van terugkomen. Private-equityfondsen zullen op zoek gaan naar solide bedrijven die geïnvesteerd hadden in onlineverkoop, maar bijvoorbeeld te veel schulden op hun balans hebben en vers geld nodig hebben. Het wordt zaak de juiste bedrijven eruit te pikken. Sectorkennis is nu cruciaal voor private-equityspelers.”
Het is uitkijken of de banken even enthousiast als vroeger overnames zullen financieren, volgens Wannes Gheysen, sectorverantwoordelijke Ondernemers bij Bank J. Van Breda. “Heel wat banken hebben extra reserves aangelegd voor probleemkredieten, een teken aan de wand. Voor de coronacrisis ging iedereen mee in de flow van het gratis geld, ook de banken. Voor overnamekredieten vroegen banken slechts beperkte waarborgen, met een kleine inbreng van eigen middelen. Door de crisis zijn er drama’s in de maak. Ik hoop dat de banken conservatiever worden. Dat is niet alleen goed voor de koper. Banken met weinig probleemkredieten zijn gezond voor de hele economie.”
Ware kwaliteit zal bovendrijven, aldus Gheysen. “Een bedrijf dat na maanden van gemiste omzet nog overeind staat, toont crisisbestendigheid. Sectoren zoals horeca, kleding- en schoenketens zitten op hun tandvlees, door de lage marges en de hoge huur voor panden op toplocaties. Voedingsbedrijven met een focus op de lokale markt komen sterker uit de crisis, want mensen moeten nu eenmaal eten. Ik zie nog altijd bedrijven floreren. Voor kandidaat-kopers is dit het moment.”
Overzicht: de economische impact van het coronavirus
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier