Voka over het OESO-voorstel over belastingontwijking: ‘Haastwerk is nergens goed voor’
De OESO werkt aan een voorstel om de internationale fiscale regels in lijn te brengen met de digitaliserende economie. Die zouden op de G20-top in november goedgekeurd worden. De Vlaamse werkgeversorganisatie Voka waarschuwt voor haastwerk.
De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) werkt in het kader van haar BEPS-programma aan een voorstel om belastingontwijking tegen te gaan. BEPS staat voor base erosion and profit shifting, aantasting van de fiscale basis en de verschuiving van winsten. Dat doet ze op verzoek van de G20, de twintig grootste economieën ter wereld. Zodra het voorstel concreet wordt, zullen de lidstaten van de OESO er zich over buigen. Voka publiceert er vandaag een rapport over. Senior adviseur Karl Collaerts is tevreden over de voorstellen, maar waarschuwt voor haastwerk.
Is er nood aan nieuwe internationale regels voor de belasting op internetbedrijven?
KARL COLLAERTS. “Zeker. Vandaag worden ondernemingen belast op basis van hun fysieke aanwezigheid in een land. Dat kader is gedateerd. Ondernemingen met een sterk digitaal bedrijfsmodel creëren veel winst in landen waar ze niet fysiek aanwezig zijn. Immateriële activa, zoals merken of patenten, zijn bovendien veel belangrijker geworden in de bedrijfsvoering. Die zeer mobiele activa worden intern verrekend en dat gaat ten koste van de lokale belastingen.
“Het OESO-voorstel rust op twee pijlers. De eerste herverdeelt de groepswinst van consumentgerichte bedrijven gedeeltelijk richting de landen waar de onderneming minimale verkopen realiseert. De tweede pijler voorziet in een minimale effectieve belasting als de eerste belasting niet correct wordt geacht. Beide pijlers moeten nog verder uitgewerkt worden.”
Is het voorstel een goede zaak?
COLLAERTS. “Voor een fundamentele hervorming van de internationale fiscale architectuur is een multilaterale aanpak zeker aangewezen. Anders dreigen heel wat landen digitale bedrijven eenzijdig te belasten, wat leidt tot fiscale vergeldingsmaatregelen, dubbele belastingen en administratieve rompslomp. Maar er zijn nog tal van knelpunten, zoals de grootte en de aard van de geviseerde ondernemingen. Het is ook belangrijk dat internationale geschillen sluitend worden geregeld. De minimale belasting gebeurt ook het beste op groepsniveau, niet land per land.
“De beleidsmakers mogen zich niet onder druk laten zetten om op korte termijn overhaaste beslissingen te nemen zonder de gevolgen goed in te schatten. Dat leidt meestal tot moeilijk toepasbare regels, dus rechtsonzekerheid.”
Is dit voorstel correct?
COLLAERTS. “Het kan ertoe leiden dat ondernemingen met sterk gedigitaliseerde bedrijfsmodellen hun correcte belastingaandeel bijdragen in de landen waar zij actief zijn op basis van hun verkopen.”
Wat betekent dat voor ons land?
COLLAERTS. “Op die vraag is er nog geen becijferd antwoord. De eerste pijler zal ons land wellicht wat bijkomende belastingopbrengsten opleveren via de taxatie van digitale operatoren. Dat effect zal wellicht klein zijn, omdat onze consumentenmarkt klein is. We zijn echter ook de vestigingsplaats van multinationale ondernemingen die zeer exportgericht zijn. Een deel van hun winst verschuift met dit voorstel mogelijk naar het buitenland. Er is nood aan uitgewerkte impactstudies van de nieuwe regelgeving.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier