Vlaamse ondernemers in Oekraïne over 1 jaar oorlog: ‘Mijn werknemers zijn nu supergemotiveerd’

'Er zijn zo veel luchtalarmen dat de meeste werknemers ze negeren' © Getty Images
Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur Trends

Op 24 februari is de oorlog in Oekraïne 1 jaar oud. Vlaamse ondernemers ter plekke proberen zich uit de slag te trekken. Bij de ene lukt dat al wat beter dan bij de andere. Of lukt het helemaal niet. Trends verzamelde getuigenissen. Vandaag: Luc Vancraen van softwarebedrijf Quadrox.

In een oorlog weet je nooit wat de volgende dag zal brengen, maar Luc Vancraen ziet de toekomst van Oekraïne toch al minder somber in dan een jaar geleden. Toen vluchtte een groot deel van zijn werknemers naar het westen van het land, waar het veiliger was dan in Kiev. Voor de werking van zijn softwarebedrijf Quadrox was dat geen probleem. Softwareontwikkelaars kunnen om het even waar hun werk doen, zolang ze maar een internetverbinding hebben. En die is er in Oekraïne altijd gebleven.

Zodra de belegering van Kiev voorbij was, keerden zijn werknemers terug en groeide er een zekere gewenning. “Bij een luchtalarm gaat de verantwoordelijke voor de klantenondersteuning in een kamer zonder ramen zitten”, zegt Vancraen. “In theorie is dat het verstandigst. Je vermijdt verwondingen door rondvliegende glasscherven. Maar zijn vrouwelijke collega blijft bij een luchtalarm gewoon op haar plaats zitten, bij het raam. Er zijn zo veel luchtalarmen dat de meeste werknemers ze negeren, en ik ook. Je wordt stapelgek als je je telkens moet verplaatsen.”

Door corona was thuiswerk al de norm bij Quadrox, maar de veelvuldige stroompannes lokken de meeste werknemers terug naar kantoor. Want generatoren zorgen daar voor stroom. “In het begin waren ze achter hun pc meer bezig met het opvolgen van de oorlog dan met hun werk”, zegt Vancraen. “Maar nu – en dat hoor ik ook bij andere bedrijven – is werken een manier geworden om je gedachten weg te houden van de oorlog en de gevolgen ervan. Werken is een soort van psychologische vluchtroute geworden. Mijn werknemers zijn nu supergemotiveerd.”

Tegelijk deed de oorlog het personeelsverloop dalen tot bijna nul. “Vroeger had ik altijd een groot personeelsverloop, welke inspanningen ik als werkgever ook deed”, zegt Vancraen. “Nu kiezen mensen voor veiligheid en blijven ze braafjes in hun bedrijf. Dat heeft enkele voordelen. Ik hoef mijn personeelsbestand niet uit te breiden om het personeelsverloop op te vangen, en ik heb geen nieuwelingen die zich moeten inwerken. In dit vak duurt het al gauw vijf maanden om een beetje op de hoogte zijn van de materie.”

Bij Quadrox zijn geen medewerkers naar het front getrokken. “IT-werknemers zijn beschermd tegen gedwongen mobilisatie. De IT-sector is een van de onderdelen van de economie die nog functioneren en harde valuta verdienen voor het land. De overheid wil ons geen stokken in de wielen steken”, zegt Vancraen. Wat niet betekent dat het leven in Kiev een paradijs is. “Als er stroom is tussen 4 en 6 uur ‘s morgens, sta je op en doe je de wasmachine draaien. Kijk ik dan door het raam van mijn appartement, dan zie ik in alle gebouwen rondom mij de lichtjes branden. Want de mensen beginnen dan te koken, om ‘s middags te kunnen eten, want dan zal er waarschijnlijk geen stroom meer zijn. Oorlog is continu aanpassen.”

Achtergebleven munitie

Het lastigst vindt Vancraen de avondklok. “‘s Avonds moet je om elf uur thuis zijn. Om vijf uur ‘s morgens mag je weer buiten. Als ik ‘s avonds om halfelf naar huis wandel, valt mij op hoe uitgestorven alles is.” Van vakantie komt bij de Oekraïners nog maar weinig in huis. “De mannen mogen het land niet uit en veel vrouwen willen hun man niet achterlaten”, zegt Vancraen. Hij verwacht dat de oorlogsomstandigheden een psychologische impact zullen hebben, maar de grootste klap zal pas na de oorlog komen. “En dan zwijg ik nog over de mijnen en andere munitie die hier in de grond zit. Dat is een veelvoud van de achtergebleven munitie in de Westhoek. Het wordt verschrikkelijk.”

In de winkelrekken ligt voldoende voeding, alleen is het zowat een kwart duurder geworden sinds het begin van de oorlog, deels door de devaluatie van de munt. Bovendien is de armoede toegenomen, volgens Vancraen. “De economie is met een 30 procent gekrompen. Dat betekent dat het inkomen van veel mensen een gigantische klap gekregen heeft. Dat merk je ook aan de restaurants. Ik schat dat één op drie weer open is. Maar er zit weinig volk. De koopkracht is gewoon weg. Mijn medewerkers hebben een baan en een degelijk inkomen, want de IT-sector is overeind gebleven, net zoals de landbouw. Maar de industrie ligt plat, wegens gebrek aan voldoende stroom. De vluchtelingen die uit het oosten komen, hebben zo goed als niks. En de sociale voorzieningen zijn hier niet zoals in België. De solidariteit onder de Oekraïners is echter groot. Zo organiseren ze gaarkeukens. Maar elke dag in een gaarkeuken eten is nu ook weer geen pretje.”

Partner Content