Verenigd Koninkrijk verwaarloost toezicht op financiële systemische risico’s
De jongste jaren heeft in de Europese markt voor financiële afgeleide producten een enorme risicoconcentratie plaatsgevonden bij een aantal Britse spelers. Het toezicht van de Britse waakhond op die risico’s is ronduit slecht, oordeelt de Europese toezichthouder.
De Europese financiële marktenwaakhond ESMA tikt vandaag enkele nationale toezichthouders op de vingers om hun gebrekkige toezicht op de handel in afgeleide producten. Dat zijn bijvoorbeeld rente- of wisselkoersderivaten waarmee financiële spelers hun risico’s afdekken.
Sinds 2013 zijn alle financiële spelers verplicht hun derivatenhandel te rapporteren. Ze moeten elke individuele trade in een databank (trade repository) melden. De financiële toezichthouders in de lidstaten hebben samen met de ESMA toegang tot die databanken. Zo kunnen ze de risico’s inschatten op de Europese derivatenmarkt. Eind 2017 schatte ESMA nog dat daar jaarlijks 660.000 miljard euro in omgaat.
Ongeziene risicoconcentratie
Uit het rapport dat vandaag verscheen, blijkt echter dat de Britse toezichthouder, de Financial Conduct Authority (FCA), ruimschoots tekortschiet in zijn toezicht op die derivatenhandel. Het Verenigd Koninkrijk is nochtans de grootste markt voor afgeleide producten. Meer dan 90 procent van die 660.000 miljard gebeurt in Londen.
De voornaamste reden is dat na de crisis van 2008 toezichthouders wereldwijd alle financiële partijen aanmanen om hun derivaten door een centrale tegenpartij (central counterparty, CCP) te laten lopen. Dat is een soort tussenpersoon die het risico van beide partijen van een derivatencontract op zich neemt. “De CCP’s en bijhorende derivatenhandel zitten zo goed als volledig geconcentreerd in Londen. Dat vormt een ernstig systemisch risico”, legt Karel Lannoo uit, oprichter van de denktank CEPS en expert van de Europese derivatenmarkt.
De twee grootste Europese CCP’s, ICE en LCH, hebben hun zetel in Londen. De handel via CCP’s vermindert de risico’s op de derivatenmarkt aanzienlijk, maar concentreert ze wel bij een handvol spelers, die almaar aan belang winnen.
Laks toezicht geen verrassing
Het feit dat de Britse toezichthouder onvoldoende zicht heeft op de handel die langs die twee molochs verloopt, is verontrustend. Karel Lannoo verbaast het niets. “De Britten zijn trots op hun grote CCP’s en zeggen altijd dat alles onder controle is. Maar als je ze vraagt wie er precies toezicht houdt op die dingen, en hoe goed dat toezicht is, komen daar heel weinig antwoorden op”, vertelt hij.
Het ESMA-rapport wijst erop dat de Britse toezichthouder het Europese toezichtkader voor de derivatenmarkt onvoldoende toepast. Bovendien zijn de kwaliteit en de analyse van de data die het erover verzamelt slecht. Kortom, op de gigantische risico’s van derivaten die zich de jongste tien jaar vooral in het VK hebben geconcentreerd, heeft de plaatselijke toezichthouder weinig tot geen zicht. “Het macroprudentiële toezicht op die markt door de Bank of England gebeurt door twintig mensen. En dat terwijl er bij LCH alleen al meer dan 700 mensen enkel met risicobeheer bezig zijn”, zegt Karel Lannoo ontsteld. “De Britten hanteren een heel losse vorm van toezicht.”
200 miljard in een paar minuten
De grootte van die risico’s meet Lannoo af aan de sommen die CCP’s instant bij derivatenhandelaren mogen oproepen in geval van een systemische schok. Het geld dat CCP’s acuut nodig om hem te bufferen, mogen ze à la minute ophalen bij alle partijen die via hen handelen. “LCH alleen al mag in een fractie van enkele minuten meer dan 200 miljard dollar ophalen bij de financiële spelers die derivatencontracten hebben lopen bij hen”, aldus de CEPS-topman.
Uiteraard zal ook de brexit een impact hebben op de derivatenmarkt. “Voorlopig is er een equivalentieregeling waarmee de EU erkent dat de Britse CCP’s in orde zijn met de Europese regels. Die regeling is nog geldig tot eind maart”, legt Lannoo uit. Daarna moet er een nieuwe onderhandeld worden. Als het VK het centrum van de Europese derivatenhandel wil blijven, zal het bereid moeten zijn aan alle Europese financiële toezichtregels te voldoen.
Eind 2017 wees de Nationale Bank van België al op gelijkaardige risico’s van derivatenhandel voor de Belgische financiële sector. Ook de Bank voor Internationale Betalingen, het hoofd van alle centrale banken wereldwijd, deed gelijkaardige bevindingen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier