Van Hool: terug naar de hoogdagen, de wereldfaam en de foute beslissingen
Van Hool en zijn werknemers zoeken een geschikte overnemer voor het busbedrijf dat maandag het faillissement heeft aangevraagd. Meer dan 76 jaar was de fabriek de rots in de branding in Koningshooikt en de brede regio errond. Deze verhalen brengen u terug naar de hoogdagen en de verkeerde beslissingen die het busbedrijf fataal werden.
“Tot in de jaren zeventig was normaal dat je op de Antwerpse ring en in Lier geregeld een onderstel met een motor, vier wielen en een stoel voorbij zag rijden, bestuurd door een chauffeur met een vliegeniershelm. Op die manier reden onafgewerkte voertuigen recht naar de fabriek van Van Hool”, vertelt Geert Van Lierde, journalist van Personenvervoermagazine.
“Van Hool is na de Tweede Wereldoorlog, in 1947, opgericht door Bernard Van Hool. Het is een van de weinige spelers in de sector die begonnen is als een koetswerkbouwer. Het bedrijf werkte oorspronkelijk met achtergelaten legervoertuigen, waar het vrachtwagens van maakte en daarna ook bussen. Uiteindelijk kocht Van Hool een chassis met een motor, waarop het zelf het koetswerk bouwde, volledig in functie van de opdracht.”
Rijdend restaurant
Maatwerk heeft het bedrijf altijd hoog in het vaandel gedragen. Het bedrijf is erg bekend om zijn bussen, maar Van Hool maakte ook veel unieke voertuigen. Van Lierde geeft een bekend voorbeeld. “In 1958 was er een prachtige promotiewagen, een auto die in stoeten en op wielerwedstrijden toerde. Het voertuig had op zijn dak een grote bierfles, vooraan een glas en het opschrift ‘Ginder Ale’. Dat was een bier van Merchtem (zie afbeelding). De promotiewagen is nog altijd te bezichtigen in het museum Mahymobiles.”
Voertuigen werden tot vandaag op maat gemaakt. “Enkele jaren geleden leverde Van Hool een zogenaamde ‘bistroliner’ aan het busverhuurbedrijf Bell Tours uit Sint-Pieters-Leeuw. Het gaat om een bus waarvan het achterste gedeelte bestaat uit een volledig ingerichte keuken, bedoeld om maaltijden die van de traiteur komen, af te werken. Verderop in de bus zijn ook tafeltjes geïnstalleerd. Het is dus een rijdend restaurant.”
Van Hool heeft veel meer geleverd dan enkel bussen en touringcars, wil Van Lierde benadrukken. “Er zijn verschillende brouwerijen klant bij Van Hool, omdat het bedrijf ook een bijzondere expertise heeft in het transport van bier. Van Hool maakt met name een speciale tankwagen die bier met hergisting optimaal vervoert. Die vrachtwagen is anders uitgerust dan een gewone tankwagen. De afdeling industriële voertuigen heeft in de loop der jaren naam en faam gemaakt.”
Moeilijke relatie met De Lijn
Zowel de busmaatschappij De Lijn als de Vlaamse overheid krijgt kritiek dat een recente aanbesteding voor 92 bussen is gegund aan de Chinese busproducent BYD. Een voorbeeld uit het verleden schetst duidelijk hoe de overheid vandaag een andere relatie heeft met de Belgische industrie. “Van Hool heeft ooit Mercedes Unimog-trucks in elkaar gezet, die bedoeld waren voor het Belgische leger. Het bedrijf uit Koningshooikt heeft dat in onderaanneming gedaan en het was ook niet de grote expertise van Van Hool. Maar de overheid koos expliciet voor het bedrijf om het aan een Belgische onderneming te gunnen.”
De relatie tussen Van Hool en de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen (NMVB), de voorloper van De Lijn, was van aan het begin logisch. Dat weet transporteconoom Thierry Vanelslander van de Universiteit Antwerpen. “De band met de NMVB heeft mee de schaal van Van Hool vergroot. Het liet het busbedrijf ook toe veel meer te gaan experimenteren en te testen en te leren uit fouten. Begin de jaren tachtig werden de gewesten verantwoordelijk voor het openbaar vervoer met de oprichting van De Lijn. Daarmee zijn de contracten met busleveranciers ook doorgegeven. Met de komst van nieuwe mensen bij De Lijn en Van Hool, en vooral onder hoge besparingsdruk, zijn de banden tussen de twee bedrijven verslechterd. De Lijn is naar de cijfers gaan kijken en dat heeft Van Hool zeker geen goed gedaan.”
Geert Van Lierde wijst ook op de periode van innovatie en ontwikkeling die de relatie tussen Van Hool en De Lijn heeft gebracht. “Van Hool heeft de trambus uitgevonden. Zo’n voertuig draagt de capaciteit van een tram, maar het hangt niet vast aan sporen, waardoor het een grotere flexibiliteit heeft. Er zijn verschillende varianten, van 18 tot 24 meter lang. Het hele concept is eigenlijk geïnspireerd op de Zuid-Amerikaanse rapid transit-systemen. Die worden soms oneerbiedig de metro voor de arme landen genoemd. Het is een volledig afgescheiden netwerk van lange bussen met haltes die uitgebreide faciliteiten hebben. Rapid transit werkt met een hoge frequentie van dubbel gelede bussen.
De trambus die Van Hool in 2011 gelanceerd heeft, is een modernere toepassing van dat concept. Alleen is het principe soms wat lacherig onthaald en in België kregen de trambussen van De Lijn niet de faciliteiten die ze nodig hadden om als concept goed te werken. In ons land zijn ze dus maar beperkt ingezet, waar het in het buitenland wel aanslaat. Parijs bestelde vorig jaar 56 trambussen en ook concurrenten van Van Hool zijn eigen varianten gaan produceren.”
Wereldfaam
We moeten Van Hool blijven zien als een bedrijf dat altijd bijzonder innovatief is geweest, dat bewijst ook een uitvinding uit 1985, die bussen wereldwijd voor altijd heeft veranderd. “Begin de jaren tachtig was er meer oog voor toegankelijkheid en het comfort van rolstoelgebruikers. Van Hool is pionier geweest om bussen aan die behoefte aan te passen”, legt Vanelslander uit. In 1985 ontwikkelde Van Hool de eerste lagevloerbus. Een bus waarin passagiers zonder trap kunnen opstappen.
“Dat klinkt vandaag heel vanzelfsprekend, maar het heeft Van Hool gedwongen bussen op een totaal andere manier te ontwerpen”, weet Van Lierde. “In die tijd waren bussen veel hoger omdat de motor onderaan zat. Van Hool heeft bij zijn A500-stadsbus de motor aan de zijkant geplaats, waardoor de vloer lager kon. Uiteindelijk is het de standaard geworden om de motor achteraan te plaatsen en dat is ook de reden waarom de achterste zitjes in bussen wat hoger zijn. Maar het idee van Van Hool was visionair en het werd in de hele wereld overgenomen.”
Waterstof versus batterij
Een andere ontwikkeling waarin Van Hool pionierde sinds 2005 zijn bussen die rijden op waterstof. “Het is voor lange tijd onduidelijk geweest welke technologie de norm zou worden: waterstof of elektriciteit. Het is slechts de jongste jaren duidelijk geworden dat batterijbussen het beste duurzame alternatief zijn in de stad. De eerste batterijbussen hadden een kort bereik van slechts 150 kilometer, waardoor er initieel veel twijfel was, maar door innovaties de jongste jaren is de twijfel volledig weggenomen. De toekomst van waterstofbussen is daarentegen nog altijd onzeker.”
“Waterstof werkt als concept in landen waar waterstof wordt geproduceerd”, aldus Van Lierde. “Er is vraag naar in Keulen en in regio’s van Frankrijk. In een land als België, waar waterstof niet beschikbaar is, zijn de logistieke uitdaging en de kostprijs te hoog. Een ander voordeel van waterstof is voor de touringcars, bussen die lange afstanden afleggen. Als zo’n bus moet opladen, neemt dat te veel tijd in beslag, en er is ook te weinig ruimte voor een extra batterij. Zulke bussen hebben nood aan bagageruimte. Vloeibare waterstof is dus een goed alternatief voor diesel in dergelijke toepassingen. Op waterstof kan je vlot 1.000 kilometer rijden.”
De grootste fout van Van Hool was dus niet noodzakelijk het inzetten op waterstof, beweert Van Lierde, wel het laat inzetten op elektrische bussen. Vanelslander benadrukt het enorme voordeel van busbouwers die ook de productie van batterijen in handen nemen. “Verschillende van Van Hools concurrenten (waaronder Volvo, Scania en MAN, nvdr) hebben ingezet op de eigen productie van batterijen en dat heeft natuurlijk enorme voordelen. Op die manier word je minder het slachtoffer van sterk schommelende grondstoffenprijzen en schaarste op de markt. Maar anderzijds is het te makkelijk om te zeggen dat Van Hool daardoor een kans heeft laten liggen. Geld speelt ook een rol. In de landen waar batterijproductie plaatsvindt in Europa, waar men een vuist vormt tegen het dominante China, zijn daar ook subsidies voor. Bijvoorbeeld in Frankrijk.”
Eerder deze maand besprak Trends uitgebreid de positie van Van Hool in zijn sector. Daaruit bleek dat het bedrijf opbokst tegen concurrenten die een groot schaalvoordeel hebben tegenover het bedrijf uit Koningshooikt.
Te laat in Noord-Macedonië
Van Hool heeft ook laat aandacht gehad voor een belangrijke trend in de sector: nearshoring. Busbouwers zoals MAN en Daimler/Mercedes hebben respectievelijk sinds 1966 en 1967 fabrieken in Turkije, waar het goedkoper is om bussen te bouwen. Volvo is sinds 1996 actief in Polen met een fabriek en een deel van de productie wordt binnenkort overgebracht naar het nog goedkopere Egypte.
“Van Hool heeft er te lang over gedaan om in Noord-Macedonië te gaan produceren. Acht jaar heeft de beslissing aangesleept alvorens het bedrijf uiteindelijk in 2014 daar kon produceren. Daarin heeft ook onenigheid onder familieleden een rol gespeeld”, weet Geert Van Lierde. In een recent artikel berekende Trends dat de loonkosten er ruim drie keer lager liggen dan in ons land.
“De Universiteit Antwerpen heeft samen met het Vlaams Instituut voor Logistiek (VIL) een oefening gedaan rond nearshoring. Noord-Macedonië kwam naar boven als de bestemming met de laagste total cost of ownership (TCO). Daarvoor werd rekening gehouden met de productiekosten, maar ook met de kosten van het transport om de nodige grondstoffen te leveren. Het land was een stuk goedkoper dan produceren in de Benelux, maar het was ook interessanter dan bijvoorbeeld Polen of China. De kwaliteit van de productie is er ook makkelijker te controleren dan in pakweg China.
Familiale strubbelingen
Al decennia lang lijdt Van Hool onder familiale strubbelingen, die het nagenoeg onmogelijk maken om het bedrijf te hervormen en te besturen. Oprichter Bernard Van Hool had tien kinderen, onder wie de dochters Ingrid en Simone. Die twee voelden zich miskend in hun erfenisrechten en voeren al jaren rechtszaken. Ingrid overleed in 2012, maar haar erfgenamen zetten de juridische strijd voort. Hoe dat precies zit, leest u uitgebreid in dit artikel.
Van Hool heeft ondertussen het faillissement aangevraagd. Het voorgestelde herstelplan, waarin 1.100 van de 2.500 banen zouden sneuvelen, zal niet zal worden gerealiseerd. Het bedrijf gaat nu op zoek naar de geschikte kandidaat-overnemer. Volgens co-CEO Marc Zwaaneveld gaat het om een drietal spelers. Iemand die meteen heel vocaal was over zijn interesse, is de ondernemer Guido Dumarey, van wie verwacht wordt dat hij fiks zal herstructureren en zal snoeien in de bedrijfstakken van Van Hool. De Nederlandse concurrent VDL Groep wordt ook genoemd als een van de kandidaten. VDL heeft al een fabriek in Roeselare.
Hoofafbeelding: MIVA 534-17, Jean-Philippe Dheure, CC BY-NC-ND 2.0.
Lees ook:
Busbouwer Van Hool is failliet verklaard: wat nu?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier