Topmanager Ronnie Leten: ‘België is een bedrijf in nood’
De Limburgse topmanager Ronnie Leten, voorzitter van de telecomreus Ericsson en het mijnindustriebedrijf Epiroc, heeft sinds zijn afscheid als CEO van het industriële concern Atlas Copco niets aan strijdlust ingeboet. Dat bleek het afgelopen jaar onder meer uit een interview met Trends.
Dit interview verscheen in Trends van 6 december 2018
Ronnie Leten is allerminst in een zwart gat gevallen na zijn vertrek als CEO bij de beursgenoteerde wereldspeler Atlas Copco in de lente van 2017. Eerst werd hij voorzitter van het vorig jaar van Atlas Copco afgesplitste Epiroc. Dat werd gecreëerd rond de meer cyclische Atlas Copco-divisies die mijnbouwmachines en -onderdelen produceren en onderhouden. Epiroc trok in juni dit jaar apart naar de beurs. Enkele maanden daarvoor werd Leten tevens voorzitter van de Zweedse gigant Ericsson. Aan die functie heeft de bijna 62-jarige Leten sindsdien een zeer vette kluif. Zijn agenda vult de Beringenaar verder op met bestuurszetels bij SKF en IPCO. Net als Atlas Copco, Epiroc en Ericsson – en Electrolux, waar hij voordien voorzitter was – zijn het bedrijven in de invloedssfeer van de machtige Zweedse familie Wallenberg bij wie Leten erg hoog aangeschreven staat.
‘De overheid moet ervoor zorgen dat wij de beste digitale interactiemogelijkheden hebben. 5G is daarbij absoluut nodig.’
Maar terwijl Leten vanuit Stockholm in zijn acht jaar als CEO met Atlas Copco een straf parcours neerzette, hield hij voortdurend de vinger aan de pols van het Belgische economische en politieke reilen en zeilen. Leten, de Trends Manager van het Jaar 2013, gaf onze overheden al meermaals verbale billenkoek, en een nieuwe flinke tik kon te midden van de huidige politieke herrie niet uitblijven. Voor het eerst blikt Leten daarbij terug op zijn eerste stappen als voorzitter van Ericsson, en pleit hij in één adem voor een grotere sense of urgency voor 5G, de vijfde en snellere generatie mobiele communicatie die vereist is voor de digitalisering van de maatschappij, zoals de groei van toepassingen als virtuele realiteit en de uitbouw van het internet der dingen, dat slimme toestellen met elkaar verbindt.
Wat vergt de meeste tijd in uw agenda na uw vertrek vorig jaar bij Atlas Copco?
RONNIE LETEN. “Ericsson, veruit. Die materie was nieuw voor mij. Dat betekent veel studeren, ook nu nog. Ik kan niet zomaar meneer wijsneus spelen. Ik moet de verbanden zien en ben vrij zeker dat ik ze nog altijd niet allemaal heb gezien. Je weet immers niet wat je niet weet. Bovendien zat Ericsson de voorbije paar jaren niet bepaald in de meest gunstige situatie. Elke stakeholder was daardoor nerveus. Dat betekent dat ik moet proberen de rots in de branding te zijn, en zeggen ‘kom we gaan dat hier oplossen’. Dat vraagt veel tijd. Gelukkig is ook Börje (Ekholm, de CEO van Ericsson, nvdr) een ervaren rot die al heel wat stormen heeft doorstaan in zijn carrière. En nu gaat het goed, we zijn we op het juiste pad.”
Wat is er veranderd?
LETEN. “We hebben de te brede portfolio aangepakt, en beslist te focussen op netwerkinfrastructuur. Het motto dat wij twintig jaar hebben gehanteerd bij Atlas Copco is stability, profitability, growth. Anders gezegd, eerst zorgen dat je de funderingen legt en versterkt, en pas dan kan je werken aan je organisatie om ze efficiënter en competitiever te maken, waardoor je meer winst maakt en marktaandeel wint. Vroeger zat Ericsson onder meer in media, wat misschien bedrijfseconomisch logisch leek, tot later bleek dat dat vooral veel geld heeft gekost. Het is niet omdat je bijvoorbeeld Ferrari bent, dat al wat je onder dat merk zet, ook een succes is. Maar je moet niet mijmeren over het verleden. Business is vooruitkijken. Een richting kiezen – ze noemen dat soms strategie – en er hard voor gaan in de uitvoering, zorgen dat iedereen in de organisatie enthousiast wil komen werken. Mensen die 40 procent van de tijd lopen te zeuren, kunnen zich niet 100 procent smijten.”
Maar pas met de komst van 5G zal blijken of Ericsson goed zit voor de toekomst?
LETEN. “We staan er met 5G. Ericsson is goed gepositioneerd in technologie, patenten en productenaanbod. Die 5G-technologie is rijp om uit te rollen. Nu moeten de maatschappij volgen. Je merkt daarvoor in Europa en dus ook in België minder animo, terwijl in de Verenigde Staten en in China wel een uitrolrace bezig is voor 5G.”
Ericsson zal ongetwijfeld in zijn vuistje lachen nu de spanning tussen de VS en China toeneemt. Dat speelt in het nadeel van de grote Chinese concurrent Huawei.
LETEN. “Dat speelt aan beide kanten, want Ericsson heeft ook een flink marktaandeel in China. Trouwens, als ze iets beslissen in Peking of in Washington, moet je dat als Zweeds bedrijf toch ondergaan. Wat voor Ericsson wel gunstig is, is dat het in Noord-Amerika altijd een grote voetafdruk heeft gehad. Maar we moeten ons veel meer inzetten om bij wijze van spreken de gospel over het belang van 5G in Europa te verspreiden. Europa moet beseffen dat als het leiders in innovatie wil hebben, het erbij te winnen heeft te kopen van Europese bedrijven, gesteld uiteraard dat de technologieën van de spelers even goed zijn.”
Wat heeft u het meest verrast in de telecomsector?
LETEN. “De grote concentratie van de klanten. In België zijn er drie, Orange en Telenet, en Proximus als potentiële klant. En daarnaast het enorme belang van telecommunicatie voor de maatschappij. Als je met de auto van hier (doelt op zijn thuis in Mol, nvdr) naar Antwerpen moet rijden, of van Gent naar Brussel of Antwerpen, melden ze op de radio vaak files. Over telecommunicatie zeggen ze dat niet, maar dat komt. Ook op de huidige netwerken komen files. Dat moet dit land absoluut vermijden. Het overheidsbeleid moet ervoor zorgen dat wij de beste digitale interactiemogelijkheden hebben. 5G is daarbij absoluut nodig.”
‘België heeft 11 miljoen inwoners, Zweden 10 miljoen. En toch telt de actieve bevolking in Zweden bijna een miljoen meer mensen.’
Het eerste 5G-netwerk, waarvoor veel meer kleinere gsm-masten nodig zijn, zou ten vroegste in 2020 klaar zijn. En Vlaanderen gaat mee in dat denken, maar het ligt wat lastiger in Wallonië en heel wat lastiger in Brussel.
LETEN. “Ja, in Vlaanderen kunnen we al beginnen. We moeten het niet op een ander steken. Nogmaals, ik ben echt verwonderd dat dat hier zo weinig leeft. Als ik kijk naar tv-programma’s als De Zevende Dag of Villa Politica, zie ik dat nooit bij de onderwerpen opduiken. We lopen achter. De digitalisering gebeurt nu. 5G is het zaadje dat wordt geplant om ervoor te zorgen dat nieuwe activiteiten groeien via cloud computing, machine-to-machine-communicatie, het internet der dingen, enzovoort. Als we concurrentieel willen zijn en blijven, moeten wij vooraan staan. Maar als we vandaag niet beslissen, is het er in 2020 niet. Zo snel kan je dat niet uitrollen.”
Moet 5G de locomotief zijn waar andere sectoren hun wagonnetje aan kunnen koppelen?
LETEN. “Inderdaad. Sectoren zoals transport en geneeskunde zullen fundamenteel veranderen. Een chirurg in Tokio, die een patiënt via 5G opereert in Brussel, is niet meer veraf. Door de vele mogelijkheden die 5G-communicatie biedt, zullen nieuwe toepassingen ontstaan. Dat zijn potentiële nieuwe groeipolen voor onze regio. Ofwel zijn wij mee, ofwel kopen wij ze later van Amerikaanse of Chinese bedrijven. Hier ligt er een breed veld van groeikansen open.”
Maar onze regering is met andere dingen bezig, zoals het migratiepact, het budget, de verkiezingen. En mogelijk valt een dezer dagen zelfs de regering.
LETEN. “Dat zijn belangrijke zaken, maar voor mij is België een bedrijf in nood. Daarmee bedoel ik dat wij fantastisch getalenteerd zijn, maar dat er geen eenheid van leiding is, wat maakt dat er geen eensgezindheid is over welke richting we moeten uitgaan. Dat ziet iedereen. We hebben nochtans geen tijd te verliezen. Als wij competitief achteroplopen, gaat onze welvaart er ook op achteruit. Wij zullen globaal marktaandeel verliezen. We zullen simpel gezegd een minder goed leven hebben. Een sneller, kleiner en efficiënter overheidsapparaat zou hier waarschijnlijk al veel bij helpen.”
Er zijn heel wat werven. Verkeer is er een van.
LETEN. “Ik kan begrijpen dat iemand die in Mol woont en elke dag in Antwerpen in de haven moet werken, zegt dat hij dat niet kan volhouden, ook als die zijn of haar werk nog graag doet. Op het werk geraken en weer thuis geraken, is bijzonder problematisch voor velen. Daar hebben we fouten gemaakt en die moeten we proberen op te lossen. Budgettair hebben we daarvoor geen mogelijkheden, wordt soms gezegd. Maar waar gaat ons geld dan naartoe? Onze minister van Financiën zegt dat ons probleem opgelost zal zijn als de tewerkstellingsgraad hoger is. Wel, zorg dan dat dat gebeurt. België heeft 11 miljoen inwoners, Zweden 10 miljoen. En toch telt de actieve bevolking in Zweden bijna een miljoen meer mensen. Als we allemaal zouden werken tot 65, heb je 10 procent meer inkomsten en 10 procent minder lasten. Reken maar uit.”
Maar met werken als de Oosterweelverbinding zal het verkeer in Vlaanderen toch al een stuk vlotter gaan, niet?
LETEN. “Jij en ik zijn al met pensioen tegen dat het zover is. Transport is te goedkoop. We moeten rekeningrijden invoeren. In Stockholm bijvoorbeeld is dat gebeurd met succes, na een proefperiode. Het werkt. Maar dat moet dan ook samengaan met efficiënt publiek transport, bussen en treinen die op tijd komen.”
Hoe kondigt 2019 zich aan voor u?
LETEN. “Hetzelfde als 2018, met het voorzitterschap van Epiroc en Ericsson en bestuurszetels in SKF en IPCO. Daarnaast doe ik af en toe consultancywerk voor andere bedrijven, en ik ben al vijftien jaar adviseur van de voorzitter van H. Essers (Hilde Essers, nvdr). Maar er komt geen bestuurdersmandaat bij Belgische beursgenoteerde bedrijven. Mijn professionele netwerk bevindt zich veel meer in Scandinavië dan hier.”
U moet ongetwijfeld nog een gaatje houden in uw agenda voor andere opdrachten voor de familie Wallenberg.
LETEN. “Dat is zo. Ik heb hun daarvoor mijn woord gegeven. Maar ik heb de goede balans gevonden. Toegegeven, het was lastig af te kicken van het CEO-schap, maar een schoonmoeder voor de CEO’s van Ericsson en Epiroc ben ik niet. Dat had ik zelf ook niet graag toen ik CEO was. Ik ben hands-on en heb veel energie, maar ik wil geen high maintenance-voorzitter zijn, die lastig is en veel aandacht nodig heeft. Ik heb een goede balans gevonden, hoewel mijn vrouw Ria zegt dat ik nu meer in Stockholm vertoef dan toen we er woonden ( lacht). Maar dat klopt niet, al ben ik dit jaar toch nog 120 dagen op reis geweest.”
Bij uw benoeming tot voorzitter steeg de aandelenkoers van Ericsson meteen met enkele procenten. Een mooi eerbetoon.
LETEN. “Je kan ook zeggen dat Ronnie gevoel voor timing heeft ( lacht).”
Bio
· Geboren op 12 december 1956 in Beringen
· 1979: licentiaat TEW, Universiteit Hasselt
· 1979-1985: General Biscuits, België, functies in financiën, IT en productie
· 1985-1995: Atlas Copco Airpower nv, functies in IT, logistiek en productiemanagement
· 1995-1997: fabrieksdirecteur Tenneco Automotive Inc, België
· 1997-1999: business development manager Atlas Copco Airpower nv
· 1999-2001: president divisie Airtec
· 2001-2006: president divisie Industrial Air
· 2006-2009: president business area Compressor Technique
· juni 2009-april 2017: CEO Atlas Copco Group
· 2012-2018: Voorzitter Electrolux
· Sinds juni 2017: voorzitter Epiroc
· Sinds maart 2018: voorzitter Ericsson
· Sinds 2017: bestuurder IPCO (vroeger Sandvik Process Systems) en SKF
Werken tot 75
“Ik heb gezegd dat ik wil werken tot mijn 75ste. Daar heb ik heel wat negatieve reacties op gekregen, een beetje zoals de stroom van negatieve reacties als gevolg van de beslissing van onze overheid dat mensen moeten werken tot hun 67ste. Nochtans is in Scandinavië de tewerkstellingsgraad al veel hoger dan in ons land. Als dat daar kan, moet dat hier toch ook kunnen? Vergeet trouwens niet dat van de kinderen die vandaag geboren worden, meer dan de helft 100 jaar of ouder zal worden. Logisch dus dat mensen ook langer zullen moeten werken.”
Lang leve transparantie
“Het is veel gemakkelijker een bedrijf te leiden in Zweden dan in België”, zegt Ronnie Leten. “De transparantie is er veel groter, in alles. ( Grijpt uit een wandkast een dikke turf die lijkt op onze vroegere telefoongidsen) kijk, dit is de zogenoemde Taxeringskalendern voor Stockholm. Daarin staat voor iedereen het volledige jaarinkomen plus de meerwaardebelasting. Zoek maar op, Ronnie Leten staat er ook in. Het punt is dat je ginder veel gemakkelijker feiten kan controleren. Hier worden vaak uitspraken gedaan waarvan je je afvraagt in welke mate ze waar zijn. En het is hier ook altijd allemaal ingewikkelder dan in een land als Zweden.”
Epiroc is Nyrstar niet
Epiroc is sinds zijn afsplitsing van Atlas Copco geen hoogvlieger geweest op de beurs, maar Ronnie Leten nuanceert. “De algemene trend voor industriële aandelen is neerwaarts”, klinkt het. “Mijnbouw en infrastructuurwerken vormen natuurlijk een meer cyclische business. Dat is ook de reden waarom de afsplitsing is gebeurd. Maar naar cashflow en business is Epiroc nog niet echt begrepen door iedereen. Je kan het indelen in drie delen: machines, boorkoppen en diensten. Die laatste twee maken samen 70 à 75 procent van de omzet uit maar maken relatief gezien nog meer winst, terwijl het echt cyclische deel die machines zijn. Mensen moeten zich nog realiseren dat dit een cyclisch gebeuren lijkt, maar dat dit bedrijf niet cyclisch is. Epiroc heeft ook weinig cash nodig. Het is geen Nyrstar (de in problemen verkerende beursgenoteerde zinkverwerker, nvdr). Winst is een opinie, cashflow is een realiteit, en cash is king. Wel, de cashflow van Epiroc is fenomenaal hoog. Dat is een heel gezond bedrijf.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier