Ivan Van de Cloot en Etienne de Callataÿ over het pensioenbeleid: ‘De regering-Michel doet het niet beter dan de regering-Di Rupo’

© .
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

Nu het einde van het jaar nadert, selecteert MoneyTalk de artikels die in 2018 het meest in de smaak vielen bij de lezers. Herlees dit gesprek uit november met economen en pensioenexperts Ivan Van de Cloot en Etienne de Callataÿ.

De regering-Michel had meer kunnen doen om de pensioenen betaalbaar te houden. Tot die conclusie komen economen en pensioenexperts Ivan Van de Cloot en Etienne de Callataÿ.

De onderhandelingen over de lijst met zware beroepen zitten in het slop. Die lijst is nodig om het pensioen met punten, het sluitstuk van de pensioenhervorming, in te voeren. Werknemers die een zwaar beroep uitoefenen, bouwen in dat systeem per gewerkt jaar meer punten – en dus meer pensioenrechten – op dan andere werknemers. Minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine (MR) liet een halfjaar geleden de ambitie varen om het pensioen met punten nog deze legislatuur door te drukken. Hij hoopt wel het deeltijdse pensioen nog rond te krijgen en de basis te leggen voor het pensioen met punten, zodat de volgende regering dat kan invoeren.

“Het pensioen met punten moet worden gelanceerd in een jaar dat deze regering er al niet meer is. Dat is niet geloofwaardig. Het is één ding de zaken in beweging te zetten, maar het risico is reëel dat het werk weer ongedaan wordt gemaakt als je de veranderingen niet invoert”, zegt Ivan Van de Cloot, de hoofdeconoom van de denktank Itinera, die in 2014 De rekening moet kloppen publiceerde, een boek met suggesties voor een grondige hervorming van het pensioen.

We vroegen aan Van de Cloot en Etienne de Callataÿ of de maatregelen van de voorbije jaren volstaan om deze regering een voldoende te geven voor haar pensioenbeleid. De Callataÿ is de hoofdeconoom van Orcadia Asset Management en een lid van de pensioencommissie die de regering adviseert.

Hoe groot is de behoefte aan een pensioenhervorming?

IVAN VAN DE CLOOT. “België gaat failliet als we het pensioenprobleem niet goed beheren. De overheidsschuld bedraagt 400 miljard euro. Als je de kosten van de vergrijzing laat ontsporen, kan de overheidsschuld naar gigantische, absurde niveaus gaan. Of we de pensioenen goed beheren of niet, kan het lot van België bepalen.”

ETIENNE DE CALLATA. “De voormalige baas van de ACV-studiedienst schreef een boek over de pensioenen, waarin hij ontkende dat er een probleem is (Gilbert De Swert publiceerde 50 grijze leugens in 2005, nvdr). Hij vond dat er gewoon meer geld naar de pensioenen moest gaan. Hij ging ervan uit dat er jaar na jaar een stevige economische groei zou zijn. Als de taart groter wordt, vinden we het niet erg dat een groter deel van de taart naar de pensioenen gaat. Maar als er nauwelijks of geen economische groei is, riskeren we dat de gepensioneerden zoals een koekoek de andere vogels uit het nest duwen. Alles wat extra naar de pensioenen gaat, wordt dan in mindering gebracht van andere bevolkingsgroepen.”

De overheid kan ook besparen op andere uitgaven, zoals de aankoop van gevechtsvliegtuigen.

VAN DE CLOOT. “We moeten wel de juiste proporties voor ogen houden. Achter de pensioenen zit een impliciete belofte van meer dan 600 miljard euro. De 4 miljard euro voor die F-35-vliegtuigen staan niet in verhouding tot de kosten van de pensioenen. Het gaat niet enkel over de betaalbaarheid, maar ook over intergenerationele rechtvaardigheid. Een kind dat vandaag wordt geboren, draagt tijdens zijn leven gemiddeld 60.000 euro netto meer bij aan de openbare financiën dan het ooit zal terugkrijgen. Dat saldo is positief voor mensen die voor 1970 zijn geboren en negatief voor mensen die na 1970 zijn geboren. En dat negatieve saldo loopt jaar na jaar verder op. Het armoederisico bij 18- tot 24-jarigen is veel hoger dan bij 65-plussers.”

De regering-Michel heeft vrijwel onmiddellijk beslist de wettelijke pensioenleeftijd op te trekken, tot 66 jaar vanaf 2025 en tot 67 jaar vanaf 2030. Heeft die maatregel veel effect op de kosten van de vergrijzing?

VAN DE CLOOT. “De regering beweert dat de pensioenkostenramingen veel lager zijn geworden door de verschuiving van de officiële pensioenleeftijd met twee jaar. Het Planbureau moest een simulatie maken van de impact en heeft er niet beter op gevonden de activiteitsgraad voor elke leeftijdscohorte met twee jaar te verschuiven. Het veronderstelt dus dat de activiteitsgraad die vandaag van toepassing is op een 55-jarige vanaf 2025 van toepassing wordt op een 56-jarige en vanaf 2030 op een 57-jarige. Dat is pure fictie. In Nederland, waar de officiële pensioenleeftijd met twee jaar is verhoogd, is een feitelijke aanpassing van de pensioenleeftijd met zes maanden vastgesteld.”

Ivan Van de Cloot en Etienne de Callataÿ over het pensioenbeleid: 'De regering-Michel doet het niet beter dan de regering-Di Rupo'

De volgende regering kan de verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd gemakkelijk terugschroeven, omdat ze pas ingaat in 2025.

VAN DE CLOOT. “Een regering die beslissingen neemt die pas na het einde van de legislatuur in werking treden, heeft een geloofwaardigheidsprobleem. Die maatregelen zweven in het ijle. Andere landen hebben zo’n hervorming gradueel ingevoerd. De regering had de wettelijke pensioenleeftijd ook elk jaar met twee maanden kunnen opschuiven. Dan was er een traject.”

DE CALLATA. “We moeten niet te negatief zijn. We zien een stijging van de effectieve gemiddelde pensioenleeftijd, die weliswaar veeleer het gevolg is van andere maatregelen, zoals de strengere voorwaarden voor het vervroegd pensioen. Die trend is positief.”

VAN DE CLOOT. “De verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd heeft een hoog symbolisch gehalte. De verschuiving van de leeftijd voor het vervroegd pensioen heeft een meer dwingend karakter. Het grootste deel van die verschuiving is al onder de vorige regering beslist. De regering-Di Rupo besliste de minimumleeftijd vanaf 2012 elk jaar met een half jaar te laten stijgen tot 62 jaar in 2016, en de loopbaanvoorwaarde op te trekken van 35 naar 40 jaar.”

DE CALLATA. “De regering-Michel is dan nog een stapje verder gegaan met de verstrenging van de voorwaarden: de minimumleeftijd is opgetrokken naar 63 jaar en het minimaal gewerkt aantal jaren wordt 42 jaar vanaf 2019. ”

Minister van Werk Kris Peeters (CD&V) keurde in juli nog een brugpensioen of werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 56 jaar goed. Daar helpt een verhoging van de minimumleeftijd voor vervroegd pensioen ook niet tegen.

DE CALLATA. “Het is nooit aangenaam het slachtoffer van een herstructurering te zijn en het is een moeilijk ethisch vraagstuk. Maar is het billijk dat die werknemers beter beschermd zijn dan iemand die zijn baan verliest bij een kmo? Vinden we het goed dat we een deel van de werknemers beter beschermen tegen het verlies van hun baan dan andere? Er is geen eenvoudig antwoord op die vraag.”

VAN DE CLOOT. “Voor 30 procent van de pensioenen in België is niet gewerkt. We hebben het dan over de periodes van inactiviteit, zoals werkloosheid en brugpensioenen, waarin mensen wel pensioenrechten opbouwen. We zijn nog altijd genereus met die gelijkgestelde periodes. Als we die kloof van 30 procent kunnen overbruggen, dan zijn we er. In plaats van een zak geld te geven aan mensen om inactief te worden, zouden we hen moeten steunen om iets anders te gaan doen. We mogen mensen niet zomaar afschrijven. We moeten hun een rugzak meegeven, zodat ze zich kunnen omscholen. De werkgevers moeten hun verantwoordelijkheid nemen en de overheid moet de werkgevers responsabiliseren.”

IVAN VAN DE CLOOT
IVAN VAN DE CLOOT “België gaat failliet als we het pensioenprobleem niet goed beheren.”

DE CALLATA. “Er zijn verschillende manieren om de bedrijven voor hun verantwoordelijkheid te stellen. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld moeten bedrijven nog een tijd bijdragen aan de sociale zekerheid voor de werknemers die ze hebben ontslagen. Hoe sneller die elders aan de slag kunnen, hoe minder de bedrijven hoeven bij te dragen.”

Scoort de regering-Michel beter of slechter dan de regering-Di Rupo voor de pensioenen?

DE CALLATA. “Het verschil tussen de regering-Di Rupo en de regering-Michel is veel kleiner dan het verschil met de regering-Verhofstadt. Ik denk dat de geschiedenis streng zal zijn voor Verhofstadt, in het bijzonder voor de pensioenen. Het Generatiepact van de regering-Verhofstadt was piepklein. Wijlen Luc Coene, de ex-gouverneur van de Nationale Bank en voormalig kabinetschef van Guy Verhofstadt, heeft zelfs gezegd dat we een Generatiepact maal honderd nodig hadden. Zowel Di Rupo als Michel heeft fors ingegrepen in vergelijking met Verhofstadt.”

VAN DE CLOOT. “Verhofstadt heeft de band tussen het pensioen en de geleverde inspanningen verzwakt in plaats van versterkt. De kosten van de vergrijzing zijn toen enorm gestegen. We betreuren nog altijd de afschaffing van de malus in 2006, de financiële bestraffing van zelfstandigen die vervroegd met pensioen gaan. Wij hadden aanbevolen die malus te veralgemenen voor de loontrekkenden, maar wat deed de regering-Verhofstadt? Ze schafte die malus af.”

DE CALLATA. “Een zelfstandige die een jaar vroeger met pensioen wilde, moest het stellen met 5 procent minder uitkering. Vijf jaar vroeger met pensioen gaan, betekende 25 procent minder pensioen. Dat was een forse straf. Voor de loontrekkenden was die malus of actuariële correctie op het pensioen al afgeschaft in 1991. Het was een eis van de socialisten in de regering-Martens VIII. Wij noemen die regeerperiode in het Frans le retour du coeur. Het was een cadeau voor wie vroeg met pensioen ging.”

VAN DE CLOOT. “Wij pleiten al lang voor het deeltijdse pensioen, waar minister Bacquelaine nu mee bezig is. Maar als je dat invoert zonder actuariële correctie, moedig je mensen aan sneller met pensioen te gaan in plaats van langer te blijven werken.”

De regering-Michel is ook niet vrij van zonden. Ze schafte op 1 januari 2015 de pensioenbonus af, die in 2007 met het Generatiepact was ingevoerd om mensen langer aan het werk te houden.

VAN DE CLOOT. “In het regeerakkoord van 2014 is de keuze gemaakt de pensioenbonus af te schaffen, in plaats van de malus opnieuw in te voeren. Dat ondergraaft de logica van ons pensioensysteem. Zonder correctiemechanisme dat ervoor zorgt dat mensen zelf de gevolgen van hun beslissingen dragen, is dat een manco voor de coherentie van het pensioensysteem. Het zou u moeten interesseren welke partij daarvoor verantwoordelijk was.”

Was CD&V voorstander van de afschaffing van de pensioenbonus?

VAN DE CLOOT. “Ik ga niet voor mijn beurt spreken. Ik weet welke partijen ontkennen dat zij er verantwoordelijk voor zijn en ik kom via uitsluiting bij één partij uit. Maar ik stel voor dat u het zelf uitzoekt.”

DE CALLATA. “De regering zegt dat ze die actuariële correctie opnieuw zal bespreken bij de invoering van het pensioen met punten. In een puntensysteem krijgt iemand die vroeger met pensioen gaat een fors lagere uitkering dan iemand die langer aan de slag blijft.”

VAN DE CLOOT. “Dat is het puntensysteem dat jij wilt, Etienne, maar de details heeft deze regering nog niet uitgewerkt.”

Hebben we het puntensysteem absoluut nodig? Een actuariële correctie op de pensioenen herinvoeren kan toch ook zonder puntensysteem.

VAN DE CLOOT. “Het puntensysteem is belangrijk om de pensioenen beheersbaar te houden. Je moet naar een betere leesbaarheid, naar een vereenvoudiging van het stelsel gaan. De pensioenadministratie zegt zelf dat ze er soms niet meer aan uit raakt. Neem de mensen met gesplitste loopbanen. Wanneer mensen recht hebben op een minimumpensioen, verschilt tussen de verschillende stelsels. Het is voor sommige gemengde loopbanen heel moeilijk de puzzel te leggen.”

DE CALLATA. “Een groot voordeel van het puntensysteem is dat er meer transparantie zal zijn. Vandaag zijn er misschien mensen die zonder dat wij het weten vroeger met pensioen kunnen gaan, zonder dat ze een zwaar beroep hebben.”

Ambtenaren moeten sinds kort ook betalen om studiejaren te laten meetellen voor de berekening van hun pensioen, net zoals werknemers en zelfstandigen. Wat vinden we van die schuchtere poging om de pensioenen van ambtenaren dichter te laten aansluiten bij die van werknemers en zelfstandigen?

DE CALLATA. “De afschaffing van de diplomabonificaties gaat in de goede richting. Maar de ongelijkheid tussen de statutaire ambtenaren, de contractuele ambtenaren, de werknemers en de zelfstandigheden bestaat nog altijd, ondanks alle hervormingen van de regering-Michel. Er is een inspanning geleverd om het minimumpensioen van de zelfstandigen op gelijke hoogte te brengen met het minimumpensioen van de loontrekkenden. Het verschil met het ambtenarenpensioen is nog altijd even groot. Die verschillen zetten ook een rem op de arbeidsmobiliteit. Ik kan perfect begrijpen dat een leerkracht na twintig jaar het lesgeven moe is. Maar hij zit in een gouden kooi. Als hij stopt met lesgeven en iets anders gaat doen als zelfstandige of loontrekkende, boet hij fors aan pensioen in.”

VAN DE CLOOT. “Een harmonisering van de pensioenstelsels is het uiteindelijke doel. Alles tegelijk veranderen zal niet lukken. Maar de regering zou op veel meer fronten tegelijk moeten werken. In plaats van te mikken op een big bang binnen enkele jaren, wanneer ze niet meer aan de macht is, was deze regering er het beste onmiddellijk mee gestart om maatregelen gradueel in te voeren.”

Partner Content