Tips voor online rekruteren
Het internet evolueert meer en meer naar een rekruteringsinstrument. Werkgevers en werkzoekenden zetten vooral sociale netwerken in tijdens hun zoektocht naar de perfect match.
Almaar meer bedrijven gebruiken sociale media en andere onlinekanalen om sollicitanten te beoordelen, bevestigt een recente studie van UGent. Vooral de efficiëntie waarmee kandidaten kunnen worden gescreend, is een belangrijke troef. Een eerdere studie van de toenmalige Hogeschool-Universiteit Brussel HUB (ondertussen opgegaan in de Brusselse campus van de KU Leuven) bracht aan het licht dat driekwart van de Belgische werkgevers de Facebook-pagina van sollicitanten bekijkt. Vooral aan de foto hechten werkgevers veel belang. Een op de zes respondenten vond dat hij op basis daarvan kan beslissen of een kandidaat geschikt is voor de job.
Ook UGent stelt nu vast hoe belangrijk zo’n foto is: wie een goede profielfoto op zijn Facebook-pagina plaatst, heeft 40 procent meer kans uitgenodigd te worden voor een sollicitatiegesprek. Dat sluit aan bij eerdere bevindingen van Robert Half. Het hr-dienstverleningsbedrijf leidde uit een enquête af dat een op de drie Belgische werkgevers een kandidaat meteen schrapt als hij een gênante foto op internet aantreft – zelfs al heeft hij een uitzonderlijk goed cv.
Zulke studies zijn altijd met een korreltje zout te nemen, maar ze geven wel aan dat de sociale media bij de rekrutering niet meer weg te denken zijn. Als werkgever kunt u dat dan maar beter meteen goed doen. Uit het onderzoek van de HUB blijkt dat amper een op de honderd werkgevers de foto van een sollicitant correct inschat. Een kandidaat beoordelen op basis van zijn uiterlijk is gevaarlijk. Hoe pakt u het beter aan?
1 Ga niet overhaast te werk
“Rekruteren blijft deels een subjectieve zaak”, weet Pieterjan Kempynck, die eerder een bedrijf met rekruteringssoftware had en nu oprichter en partner is van Minds&More, dat bedrijven onder meer advies geeft over de manier waarop ze een aantrekkelijke werkgever kunnen worden. “Perceptie en de eerste indruk kleuren de beeldvorming. Dat is van alle tijden. Kandidaten beseffen niet hoe nefast exhibitionisme op internet kan zijn. Zodra iets online staat, blijft het voor altijd zichtbaar”, zegt Kempynck. “Anderzijds stellen we vast dat werkgevers het rekruteringsproces niet altijd even ernstig nemen. Het internet is een informatiebron, maar zeker niet de belangrijkste. Wat je online vindt over een kandidaat, kan nooit tot een onderbouwde beslissing leiden. Het cv, het assessment en de feedback van referentiepersonen zijn vaak relevanter.”
Toch mag u het internet als rekruteringsinstrument ook niet onderschatten. Vandaag gebeurt de uitwisseling van gegevens nu eenmaal online. Als werkgever kunt u daar volgens Kempynck slim op inspelen. “Het internet maakt klassieke rekruteringsdatabases van ondernemingen overbodig. Cv’s die kandidaten doorsturen zijn al na een half jaar niet meer actueel. Platformen zoals LinkedIn zijn veel handiger om professionele informatie actueel te houden.” Bedrijven kunnen via sociale media snel, makkelijk en goedkoop hun vacatures bekendmaken. Volgens een recente studie van het uitzendbureau Tempo-Team gebeurt dat evenwel nog veel te weinig. Amper 12 procent van de ondervraagde werkgevers verspreidt vacatures via sociale media.
2 Zoek uit hoe kandidaten uw bedrijf screenen
Niet alleen werkgevers, maar ook werkzoekenden maken almaar meer gebruik van onlinekanalen om informatie over potentiële werkgevers te vergaren. Pieterjan Kempynck: “Een rekruteringstraject komt neer op handeldrijven op een publieke marktplaats. Het is een zaak van vraag en aanbod, waarbij de kandidaatstelling in wezen niet verschilt van een dienstenaanbod. Het lijkt me elementair dat ‘kopers’ en ‘verkopers’ hun huiswerk maken voor ze handeldrijven. Het internet is een krachtig medium om snel relevante informatie over een gesprekspartner te verzamelen.”
Wie werk zoekt, surft niet alleen naar de website van het bedrijf. Naast LinkedIn gebruiken, screent een kwart van de werkzoekenden Facebook-profielen van werknemers van het bedrijf waar ze willen solliciteren. Dat blijkt uit de resultaten van het onderzoek van Tempo-Team. Een vijfde volgt interessante bedrijven op Twitter. “Sociale media geven werkzoekenden een duidelijk beeld van de bedrijfscultuur en van de reputatie van de potentiële werkgever”, zegt Johan Defevere, hr-directeur bij Tempo-Team. “Voor de buitenwereld zijn ze de vitrine van het bedrijf.”
Het maakt dat ondernemingen minder dan vroeger controle hebben over hoe ze overkomen bij werkzoekenden. Je kan het beeld van een aantrekkelijke werkgever niet langer alleen creëren via externe communicatie. Het wordt voortdurend gekleurd door de werknemers en andere partijen op het internet. “Bijna 40 procent van de werkgevers volgt actief op sociale media wat er over hem verteld wordt”, weet Defevere. “Een kwart monitort zelfs de Facebook-profielen van zijn werknemers. Meer dan de helft van de ondervraagde bedrijven grijpt in wanneer een medewerker het bedrijf in een slecht daglicht stelt.”
3 Maak uw bedrijf aantrekkelijker op het internet
“Recente rechtspraak stelt dat wanneer u een directe collega als vriend op Facebook hebt, alles wat u over uw werkgever post als publiek kan worden aangezien en dus aanleiding kan geven tot ontslag”, zegt Ralf Caers, hr-expert en docent aan de KU Leuven. “73 procent van de Vlamingen is met collega’s bevriend op Facebook. Die situatie is dus best gevaarlijk. Het kan ook een negatieve cultuur creëren. Het is niet fijn te weten dat uw werkgever uw Facebook-pagina nauwlettend in de gaten houdt en kan gebruiken als een reden voor ontslag.”
Als u ontdekt dat een werknemer zijn gal heeft gespuwd over uw bedrijf, kunt u hem het beste uitnodigen voor een gesprek. Waarom heeft hij dat ene bericht gepost? Wat ging er fout? En vooral: wat kunt u eraan doen? “Een goed gesprek kan ertoe leiden dat de werknemer het negatieve bericht verwijdert en nieuws over de juiste aanpak van het bedrijf op zijn pagina zet”, zegt Caers. “Het blijft essentieel intern een klankbord aan te bieden, zodat werknemers hun frustraties niet naar buiten hoeven te brengen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier