Starter van de week: Gold Butter produceert stylingproducten voor kroeshaar en krullen

Het Antwerpse Gold Butter ontwikkelde een revolutionair haarverzorgings- en stylingproduct voor kroeshaar en krullend haar. Toen de twee oprichters in 2020 deelnamen aan een pitchwedstrijd, moesten ze hun idee voorleggen aan een tienkoppige jury van witte mannen, van wie de helft kaal was. Toch werden ze uitgeroepen tot een van de winnaars.

Welk product ontwikkelde u precies?

“Het betreft een 3-in-1 leave-in moisturizer die de haren niet enkel hydrateert, maar ze tegelijkertijd ontwart en definieert”, legt medeoprichter Wendy Agyin uit. “Gold Butter combineert de drie stappen in één product, en vergemakkelijkt zo het hele verzorgings- en stylingproces. Omdat kroeshaar en krullen andere noden hebben, hebben we voor elk haartype wel een aparte crème ontwikkeld.”

Wat is uw achtergrond?

“Ik studeerde businessmanagement aan Thomas Moore en werk als businesscoach bij #SheDIDIT, een organisatie die vrouwen met diverse roots ondersteunt in het ondernemerschap. Callie Ndayirinde is de medeoprichter van Gold Butter. Zij is chemicus en werkt momenteel haar doctoraat af aan de Universiteit Antwerpen.”

Wanneer is het idee ontstaan?

“We wilden de mythe ontkrachten dat het onderhoud van natuurlijke krullen en kroeshaar complex is. Het idee van een 3-in-1 leave-in moisturizer is al ontstaan in september 2020, maar we hebben veel tijd gespendeerd aan het ontwikkelen en testen van ons wetenschappelijk onderbouwd kwaliteitsproduct. Het duurde uiteindelijk nog tot eind maart 2023 vooraleer we Gold Butter officieel hebben opgericht.”

Geniet u externe steun?

“We namen deel aan het Start it @KBC-acceleratorprogramma, en kregen zo toegang tot experts en mentors. Tot nu toe zijn we volledig bootstrapped, en financieren we alles dus met eigen middelen. Dat is een bewuste keuze: we willen ons nu maximaal focussen op het bedienen van onze doelgroep. Wanneer er over één of twee jaar nood is aan extern kapitaal, hopen we een zekere maturiteit en mooie cijfers te kunnen voorleggen.”