Sportoase-directeur Michaël Schouwaerts: ‘Veel zwembaden zetten thermostaat graad lager, maar dat bespaart maar paar duizenden euro’s per jaar’

MICHAËL SCHOUWAERTS "Sportoase doet meer dan de uitbating van faciliteiten. We willen een partner in life zijn." © belga image
Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

Na de jojo-sluitingen tijdens de coronacrisis moet Michaël Schouwaerts, de algemeen directeur van Sportoase, opnieuw aan crisisbeheer doen. Ook bij de aanbieder van zwem- en sportfaciliteiten laten de stijgende energieprijzen en de oplopende loonkosten zich voelen. Toch komen de groeiplannen niet onder druk. Het pps-concept, waarbij Sportoase sportinfrastructuur beheert voor lokale besturen, blijft populair.

Alles aan de Sportoase Groot Schijn in Deurne ademt sport uit. Aan het zwembad heerst een drukte van belang. Een groep schoolkinderen komt aan voor de zwemles. Vlak bij de balie is er een trap naar het Foodmaker-restaurant. Op elke trede staat hoeveel calorieën je verbruikt als je de lift links laat liggen. In het restaurant is een gezond menu de regel. Michaël Schouwaerts, sinds 2019 de algemeen directeur van Sportoase, drinkt een koffie met een koekje. Hij oogt scherp. Een paar weken eerder nam hij deel aan de Iron Man op Hawaï, maar hij moest tijdens het zwemmen opgeven. “Een geblokkeerde rug”, legt hij uit. “Tegelijk was er al een coronabesmetting aan het sluimeren. Volgende keer beter”, zegt de man die naast het bestieren van Sportoase ook de voorzitter van de triatlonfederatie is (zie ‘België is een groot triatlonland’).

We kunnen de inkomprijzen niet zomaar optrekken. De laagdrempeligheid voor de bezoekers moet gegarandeerd blijven

Er wordt weleens gezegd dat een goede fysieke conditie een bonus is wanneer een manager moet optreden in crisissituaties. Dan zal Schouwaerts die de voorbije jaren goed hebben kunnen gebruiken. Eerst waren de sluitingen tijdens de coronagolven een klap voor de aanbieder van sportfaciliteiten. “In 2020 bleven we lang dicht, maar met de steunmaatregelen kwamen we erdoor”, vertelt Schouwaerts. “In 2021 zijn we een speelbal geweest. Fitnesscentra mochten nu eens open en moesten dan weer snel dicht. Op vrijdag kreeg je te horen dat je op maandag weer klanten mocht ontvangen. Die jojo-aanpak was voor geen enkel bedrijf gemakkelijk, en voor ons zeker niet.”

Sportoase heeft nu 10 procent minder bezoekers dan in 2019, toen 3,6 miljoen sporters over de vloer kwamen. De kloof is dus bijna gedicht. Met de rentabiliteit viel het ook mee. Sportoase boekte vorig jaar toch nog een nettowinst van 456.000 euro op een omzet van 40,2 miljoen euro (de omzet in 2019 bedroeg 45,8 miljoen euro, en in 2020 36,7 miljoen). Het gaat wel om de winst van Groep Sportoase, de overkoepelende vennootschap. Geconsolideerd had de aanbieder van sportinfrastructuur een licht negatief resultaat wegens de diverse sluitingsperiodes.

Na corona kwamen al snel de energiecrisis en de oplopende inflatie die de personeelskosten de hoogte in jaagt. Schouwaerts: “Onze zwaarste drie kostenposten zijn ten eerste de afschrijvingen van het gebouw, die we in 2020 en 2021 gewoon zijn blijven aflossen. De tweede en de derde post zijn personeel en energie. Het is hallucinant wat nu gebeurt. We hebben op de stijgende kosten voor personeel geanticipeerd. Waar we vroeger op een drukke woensdagnamiddag twee mensen aan de balie zetten, is dat nu één medewerker en iemand die bijspringt terwijl die administratief werk doet. De wachtrij wordt iets langer, maar het comfort voor de klant blijft gegarandeerd. In 2023 zal het door de stijging van de brutolonen een ander verhaal zijn. Via ons paritair comité verwacht ik in januari een loonindexering van 10,68 procent. Dat is ongezien. Tussen 2019 en 2021 stegen de brutolonen hier met meer dan 20 procent.”

Duidelijke regels

De logische volgende stap zou een verhoging van de de inkomprijzen zijn. Maar dat kan niet zomaar, want Sportoase baat de sportinfrastructuur uit via een systeem van publiek- private samenwerking (pps) met lokale besturen. “Wij zitten met relatief lage inkomtarieven – rond 4 euro voor een zwembeurt – die we niet zomaar kunnen optrekken. De laagdrempeligheid voor de bezoekers moet gegarandeerd blijven”, zegt Schouwaerts. “Dat is een belangrijk principe in onze samenwerking met de steden en gemeenten. Wij ontzorgen hen via onze infrastructuur die we bouwen en beheren. Dat gebeurt via duidelijke regels.”

Over de energiefacturen is er nog geen paniek. “In 2020 hebben we de tarieven vastgeklikt tot 2022. Sportoase zit tot eind dit jaar safe. Dat bood ons de mogelijkheid in 2022 op een gestructureerde manier via werkgroepen en experts een plan voor de toekomst te maken”, legt Schouwaerts uit. “Voor 2023 had ik doenbare tarieven voor gas onderhandeld. Maar de factuur zal een veelvoud zijn van onze oorspronkelijke aannames. We hebben een actieplan rond het licht doven waar het kan, al is het veel meer dan dat. Er wordt veel gesproken over een iets lagere temperatuur in de baden. Veel stedelijke zwembaden zetten hun thermostaat inderdaad een graad lager, maar dat bespaart maar een paar duizenden euro’s per jaar.”

Schouwaerts wijst erop dat Sportoase altijd fors heeft ingezet op duurzaamheid, ook in periodes dat er van een energiecrisis geen sprake was: “We werken met zonnepanelen en warmtepompen. We maken gebruik van een warmte-koude-uitwisseling tussen de koeling van de schaatsbaan en de warmte van het zwembad. In Sint-Niklaas openen we een nieuwe vestiging. Daar willen we de warmte halen uit riothermie. Men gebruikt de restwarmte in het rioolwater, afkomstig van onder meer douches en wasmachines, om er gebouwen mee te verwarmen. Ook in Antwerpen kijken we wat mogelijk is. Niet zo ver van hier is een collector van riolen van Aquafin. Sportoase innoveert constant. We maken ons sterk dat we tussen 80 en 90 procent van de uitdagingen in energie kunnen oplossen, zij het niet onmiddellijk en volledig. Daarom moeten we praten met de overheden.”

MICHAËL SCHOUWAERTS
MICHAËL SCHOUWAERTS “Zwemmen aanbieden is eigenlijk deficitair, maar via een pps kunnen we dat vermijden.”© belga image

Eén van de redenen waarom steden en gemeenten kozen voor een pps waarbij een privépartner zwembaden en andere infrastructuur beheert, is een stabiele kostenstructuur. Via een DBFMO-aanpak (Design, Build, Finance, Maintain en Operate) neemt de private speler zo goed als alle taken op zich en krijgt die een vergoeding van de lokale besturen. Die aanpak werd na de eeuwwisseling zeer succesvol. “In 2005 zijn we begonnen met de eerste Sportoase in Leuven. Ondertussen bouwen we nummer 21”, zegt Schouwaerts. “In een pps moet je tot een overeenkomst komen over de hele looptijd van dertig jaar. Wij maken een inschatting van de gangbare indexeringen op belangrijke kostenposten. Dat is handig. Een stad of een gemeente die met ons in zee gaat, wil niet alleen weten wat ze dit jaar moet betalen, maar ook pakweg in 2050. Als dat evenwicht zwaar verstoord wordt, is het tijd om met de lokale overheden om de tafel te zitten. Nu is zo’n moment. Kijk, het aanbieden van zwemmen is niet goedkoop. De dienst is eigenlijk deficitair, maar via een pps kunnen we dat vermijden. Omdat we er bij Sportoase andere activiteiten als horeca en fitness aan toevoegen, die een commerciële meerwaarde bieden, kun je de totale kostprijs van het project beter onder controle houden.”

Veel stedelijke zwembaden zetten hun thermostaat een graad lager, maar dat bespaart maar een paar duizenden euro’s per jaar

Publieke vraag

De vraag is of de lokale overheden geneigd zullen zijn te praten over een aanpassing van de jaarlijkse vergoeding voor de bouw, het onderhoud en de uitbating van de sportinfrastructuur. Tenslotte worden ook zij geconfronteerd met stijgende loon- en energiekosten. Zullen ze nog happig zijn om in de toekomst mee te stappen in zo’n pps? Michaël Schouwaerts maakt zich weinig zorgen: “We bouwen drie nieuwe sites. Sportoase nam op be-MINE in Beringen het management van het onderwaterbelevingscentrum TODI op zich. De vraag naar onze sportdiensten is en blijft er. Ik zie nog altijd groeimogelijkheden. We baten twee van de negen Antwerpse zwembaden uit, in Leuven hebben we er twee van de drie.”

“45 van de 180 zwembaden in Vlaanderen worden in een pps-systeem uitgebaat. Dat is ongeveer een kwart. Sportoase is wel afhankelijk van de publieke vraag. We gaan niet op de kaart kijken en zeggen: er is een potentieel van een paar honderdduizenden zwemmers en we gaan daar een zwembad neerzetten.” De publieke vraag bepaalt ook dat de ene vestiging pakweg een combinatie is van een zwembad en een healthclub, terwijl er elders klimmuren, voetbalvelden en ijsbanen zijn. “Waarom wil men wil in Deurne een schaatshal? Er was er vroeger één, het zit in de lokale cultuur.”

De algemeen directeur blijft optimistisch over de vraag naar pps-projecten, omdat het voor de lokale besturen moeilijker is geworden eigenhandig een zwembad te bouwen en te beheren. Er was vroeger minder regelgeving en de personeelskosten waren lager. Bovendien verouderen nog veel zwembaden. De reflex van beleidsmakers blijft om bij de bouw van een nieuwe site te kiezen voor een pps. “Een ander pluspunt is dat Sportoase meer doet dan louter de uitbating van faciliteiten. We willen een partner in life zijn. Een stadsbestuur vindt de gezondheid van de bewoners belangrijker. We organiseren lezingen met ambassadeurs die het belang van sporten uitleggen. En het gaat nog verder. Met enkele honderden mensen lopen we de Antwerp Ten Miles. Een heel jaar bereiden wij hen voor. Sportoase is een gezondheidspartner van de overheid.”

Ten slotte wijst Schouwaerts op de gewijzigde aandeelhoudersstructuur van Sportoase, die moet aantonen dat er een sterk geloof is in de toekomst van de pps-aanpak. De Kempense vastgoedgroep Van Roey nam een jaar geleden het belang van Equans, een dochter van Engie, over en is zo 100 procent eigenaar. Equans is wel nog altijd verantwoordelijk voor het technisch onderhoud van de Sportoase-sites.

‘België is een groot triatlonland’

Michaël Schouwaerts is een verwoede triatleet en offert daar veel voor op. Hij gaat ‘s morgens vroeg trainen. “Ik wil ook nog tijd hebben voor mijn gezin. Het vergt discipline. Het is hard.” De CEO van Sportoase is sinds 2019 ook de voorzitter van Triatlon Vlaanderen. In dat jaar werd het vorige bestuur opzijgeschoven. Het aantal deelnemers aan triatlons daalde niet, maar er was weinig reden om zich aan te sluiten bij de federatie. “Je kon naar wedstrijden gaan en gewoon een daglicentie nemen. Voordelen aanbieden, zoals een verzekering en een medische keuring, was toen geen prioriteit. Men keek naar mij om de verantwoordelijkheid op te nemen. Toen was het ledenaantal in Vlaanderen onder 3.000 gezakt. Nu zitten we boven 6.000 leden, een verdubbeling ondanks covid. 7.500 leden lijkt haalbaar. We organiseren in 2023 het Europees kampioenschap in België en er komt na jaren opnieuw een Iron Man-organisatie naar dit land. Wij zijn een groot triatlonland. Drie keer heeft een Belg de Iron Man op Hawaï gewonnen. Met Marten Van Riel en Jelle Geens hebben we momenteel wereldtoppers.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content