Ruim een kwart van Vlaamse bedrijven werkt niet aan overdracht
Volgende week staat in het teken van de overdracht van ondernemingen. De bewustwording groeit, maar nog altijd heeft ruim een kwart van de Vlaamse bedrijven geen enkele voorbereiding getroffen. een op de zes gaf slechts een eerste aanzet. “Begin er tijdig mee. Een goede regeling verhoogt de kans op een betere verkoopprijs.”
Jo Bourdeaud’hui, de 44-jarige zaakvoerder van de gelijknamige bvba, stapt door de stapels houtwerk in zijn atelier. Computergestuurde machines snijden houten onderdelen op maat, werknemers maken er kaders voor ramen en deuren van. “Toen ik twaalf jaar was, wist ik al dat ik schrijnwerker zou worden”, lacht Bourdeaud’hui.
De onderneming uit Geraardsbergen is het rolmodel voor De Week van de Bedrijfsoverdracht. “Bourdeaud’hui heeft een sterke familietraditie. Zo zijn er veel bedrijven in Vlaanderen. Er was een goed voorbereide en geslaagde overdracht van vader op zoon, met een waardebepaling door een externe partij”, zegt Mark Andries, administrateur-generaal van het Agentschap Innoveren & Ondernemen (Vlaio), de overheidsinstelling die de Week van de Bedrijfsoverdracht organiseert.
Vijf generaties
Bourdeaud’hui is een vijfdegeneratiebedrijf. “Het is rond 1880 begonnen met Charles-Louis Bourdeaud’hui, als wielenmaker”, weet betachterkleinzoon Jo. De zaakvoerder stapte in 1994 in de onderneming, op 19-jarige leeftijd. De schrijnwerkerij werd toen geleid door zijn vader Georges, die drie werknemers had. “Ik wou de zaak al overnemen toen ik 21 was, maar vader zei dat ik moest wachten. Op mijn 23ste deed ik opnieuw een poging. Twee jaar later nog eens, en toen zei ik dat ik niet langer wilde wachten. Anders zou ik een eigen zaak starten.”
In 2000 kocht Jo Bourdeaud’hui de helft van de aandelen, een jaar later de est. “Er is een waardering gemaakt, zowel door de boekhouder van de onderneming, als door die van mijn broer. Hij leidt een architectenbureau. Mijn broer aanvaardde dat ik de zaak zou overnemen. Schrijnwerkerij is mijn ding, ik doe dat graag. Maar er moest wel een correcte prijs worden betaald. Gelukkig stemden de prijzen van de schattingen zo goed als overeen.”
Te hoge verwachtingen
Voor de Week van de Bedrijfsoverdracht werd een enquête uitgevoerd. Daaruit blijkt dat ondernemers die hun bedrijf willen verkopen vaak te hoge verwachtingen koesteren. “Bij Bourdeaud’hui is alles correct gebeurd, met een schatting en een tegenexpertise. Maar te veel eigenaars overschatten de waarde van hun bedrijf. Ze zijn immers emotioneel verbonden aan het bedrijf. Ze hebben er veel in geïnvesteerd: geld, werkuren en zichzelf. Het is belangrijk dat men het bedrijf objectief laat waarderen”, zegt Mark Andries van Vlaio.
Dan komt het moment dat je de onderneming moet loslaten. “Als ik morgen moet lossen, met plezier”, zegt Jo Bourdeaud’hui. “Uiteraard wil ik nog zo lang mogelijk werken. Maar in ons bedrijf werken bijna veertig mensen. Die doen het. Ik ben een deel van een organisatie en stuur die. Bij mijn ouders was dat veel emotioneler.”
Jo Bourdeaud’hui leidt de technische operaties. Zijn vrouw Steffi Van der Linden (42) beheert de planning en de ondersteunende operaties. Ze hebben hebben twee kinderen van 10 en 14 jaar. “Het zou leuk zijn als de zesde generatie de onderneming wil voortzetten”, zegt Jo Bourdead’hui. “Onze kinderen mogen, maar moeten niet. Maar als ze willen, moet ik wel het vuur in hun ogen zien. De goesting en de capaciteit moeten er zijn.”
Groeien en professionaliseren
Na de overdracht twintig jaar geleden, is het familiebedrijf klaar voor een volgende fase. “We halen 400.000 euro omzet per maand. Dat is dubbel zoveel als de jaaromzet van mijn vader in 2000”, zegt Jo Bourdeaud’hui. “We zijn op een punt beland dat we meer moeten controleren en structureren. Ik ben goed met mijn handen, maar het management, het procesbeheer, de verhoging van de rendabiliteit van de opdrachten en een goede financiële controle, dat moet ik nu allemaal leren.” Het bedrijf wil op eigen kracht verder groeien. “Je merkt hoe belangrijk een geordende bedrijfsoverdracht is”, zegt Mark Andries. “Ook voor de toekomst van het bedrijf. De nieuwe generatie bij Bourdeaud’hui wil vooruit.”
Te veel eigenaars overschatten de waarde van hun bedrijf” Mark Andries, Vlaio
Ondanks een toenemende bewustwording, blijft er veel werk aan de winkel. Uit de enquête van Vlaio blijkt dat 26,5 procent van de bedrijven helemaal niet bezig is met de overdracht. Een zesde van de bedrijven gaf slechts een eerste aanzet daartoe.
“De groep die er totaal niet mee bezig is, wordt wel kleiner”, merkt Mark Andries. “Maar een te grote groep is er te laat of niet mee bezig. Er komt een dag waarop de zaakvoerder het bedrijf moet stopzetten of verkopen. Dan mist hij kansen voor een goede verkoopprijs, en vooral voor het vrijwaren van de continuïteit van de onderneming. Het over te laten bedrijf moet kunnen functioneren zonder zijn verkopende eigenaar. Als het bedrijf zonder de eigenaar verloren is, zakt de verkoopprijs.” “We weten heel goed dat Bourdeaud’hui ook zonder ons moet kunnen blijven bestaan”, benadrukt Steffi Van der Linden. Uit de enquête blijkt ook dat 30 procent van de bedrijven geen strategisch plan heeft, en slechts iets meer dan een tiende een formele evaluatie maakt van de bedrijfsstrategie. “Ook dat is belangrijk bij de overname”, waarschuwt Andries. “Het is niet zomaar een bedrijf met een gebouw, werknemers en een klantenbestand. Het bedrijf heeft een plan en weet waar het naartoe gaat.”
Week van de Bedrijfsoverdracht, van 21 tot 25 oktober. Een organisatie van Agentschap Innoveren & Ondernemen (Vlaio). weekvandebedrijfsoverdracht.be
Knelpuntberoep: opvolgers
Uit de enquête van Vlaio blijkt dat de zoektocht naar een opvolger steeds moeilijker wordt. “Daarenboven vermindert de familiale opvolging”, zegt Mark Andries. “Vroeger werden meer bedrijven overgenomen door familieleden. Maar steeds meer gezinnen hebben minder kinderen. De kinderen maken ook andere keuzes. Een familiale overname is niet meer vanzelfsprekend. Maar dat is niet noodzakelijk slecht nieuws. Niet geschikte familiale opvolgers betekenden soms de dood van ondernemingen. Het gebeurt ook nog altijd dat mensen tegen hun zin een bedrijf moeten overnemen. ‘Ik ben twintig jaar bakker geweest tegen mijn zin. Pas toen mijn ouders stierven, durfde ik de bakkerij te verkopen.’ Dat is toch verschrikkelijk? De huidige generatie is minder geneigd een bedrijf over te nemen onder familiale druk. Aan de andere kant zijn er nog veel Vlaamse bedrijven met een familiale traditie. De volgende generaties willen er de fakkel overnemen.”
Bedrijfsoverdracht
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier