Psycholoog Hein Huyghe: ‘Verbondenheid op de werkvloer biedt een competitief voordeel’
Verbondenheid, autonomie en competentie. Het zijn essentiële psychologische behoeften die volgens psycholoog Hein Huyghe vaak niet worden ingevuld. Daar wil hij met de vzw Verb(l)ind verandering in brengen, ook in het bedrijfsleven.
Bijna de helft van de Belgen voelt zich regelmatig eenzaam. Psycholoog Hein Huyghe schrok toen hij dat cijfer voor het eerst onder ogen kreeg. Het was een van de conclusies van het Nationaal Geluksonderzoek, dat gezondheidseconoom Lieven Annemans publiceerde op 20 maart 2019, de Internationale Dag van het Geluk. Huyghe werkte toen als onderzoeker, met een specialisatie in motivatiepsychologie.
“Boeiend werk, maar het hangt altijd van anderen af of er echt iets met je onderzoek gebeurt”, vertelt Huyghe. “Je kan wel adviezen schrijven, maar als niemand ermee aan de slag gaat, veranderen die weinig. Daardoor bleef ik wat op mijn honger zitten. Veeleer dan te blijven sleutelen aan inzichten wilde ik er iets mee doen. Ik vond dat er een grote kloof was tussen de inzichten die er zijn en hoe de dingen in onze maatschappij worden georganiseerd. Dat is zonde. Zeker als je dan leest dat de cijfers over eenzaamheid zo hoog liggen.”
Huyghe richtte daarom enkele maanden geleden Verb(l)ind op, een vzw die meer verbondenheid wil creëren. Zo organiseerde Verb(l)ind op Valentijn een blind diner, waar mensen elkaar voor het eerst ontmoetten tijdens een etentje in het donker. In april lanceerde het Dichters van wacht, een initiatief waarbij dichters live een gedicht voorlazen aan mensen die een gratis nummer belden. Binnenkort richt Huyghe zijn pijlen op de bedrijfswereld.
Voor al die initiatieven baseert hij zich op de positieve psychologie die hij als motivatiepsycholoog onderzocht. “Kijk, mensen zijn tot ongelooflijk veel in staat”, stelt Huyghe. “Ze zijn van nature gericht op groeien en bijleren, maar dat kan op allerlei manieren worden tegengehouden. Vergelijk het met een plantje. Dat kan een prachtige bloem worden, maar als je het in de schaduw zet of geen water geeft, komt daar niet veel van terecht. Bij mensen is dat net zo.”
“Positieve psychologie onderzoekt wat ertoe bijdraagt dat het goed gaat met mensen. Ik werk liever daaraan dan op te lossen hoe het in bepaalde gevallen fout is gelopen. Dat blijft ook belangrijk, maar de nadruk ligt daar nog te vaak op”, vindt Huyghe. “Misschien omdat de inzichten van de positieve psychologie nog vrij nieuw zijn. Maar het is niet omdat je gezond bent dat je een goed leven hebt. En ik wil weten wat een goed leven ondersteunt.”
Wat ondersteunt een goed leven?
HEIN HUYGHE. “Behalve lichamelijke behoeften – zoals eten, drinken en slapen – hebben we drie belangrijke psychologische behoeften: verbondenheid, autonomie en competentie. Die zijn even onvervangbaar als eten, drinken en slapen, maar vaak weten mensen dat niet. Net zoals het geen kwaad kan dat je eens een maaltijd overslaat, kan het geen kwaad dat een van die behoeften eens niet ingevuld raakt. Als ze systematisch worden verwaarloosd, wordt het wel een probleem. Het vervelende aan die psychologische behoeften is dat ze moeilijker te herkennen zijn. Als je honger krijgt, weet je dat het tijd is om te eten. Psychologische behoeften zijn voor mensen vaak minder helder, waardoor ze die soms verkeerd interpreteren en verkeerd invullen.”
Mensen zijn niet goed uitgerust om te weten wat echt belangrijk is
Hoe gebeurt dat dan?
HUYGHE. “Mensen kiezen bijvoorbeeld verkeerde doelen. Het is voor iedereen van wezenlijk belang zich verbonden te voelen. Maar neem iemand die inzet op zijn imago. Hij pakt uit met statussymbolen – een dure bedrijfswagen bijvoorbeeld, of een berg beklimmen. Daar krijgt hij aandacht voor in ruil, maar waardering krijgen voor je imago is niet noodzakelijk hetzelfde als waardering krijgen voor wie je bent. Het is eerder een surrogaat voor de verbondenheid die je echt nodig hebt.
“Hetzelfde zie je bij relaties. Je voelt je misschien aangetrokken tot mensen die een interessant leven leiden. Door je met hen te associëren, krijg je het gevoel dat je deelt in dat interessante leven en de status die erbij hoort. In zo’n relatie beschouw je de ander eerder als toegangspoort tot wat je belangrijk vindt. Ook dat is niet bevredigend, want daardoor krijgt de relatie iets heel instrumenteels: jij bent niet belangrijk, maar jij kan iets doen voor mij waardoor ik jou belangrijk vind. Dat soort voorbeelden toont dat mensen wel voelen dat ze een behoefte hebben, maar dat ze er verkeerd op reageren.”
Is dat altijd zo verkeerd?
HUYGHE. “Het werkt wel een beetje, maar dat maakt het net zo misleidend. Stel dat je duizend vrienden hebt op Facebook, maar dat er niemand tussen zit bij wie je echt terecht kan wanneer er iets scheelt. Die vaststelling kan best pijnlijk zijn. Ofwel besef je dat vooraf al omdat je erover hebt nagedacht, ofwel kom je er pas achter op het moment dat er niemand blijkt te zijn op wie je kan terugvallen. Het is dus belangrijk anderen niet louter te zien als een instrument om iets gedaan te krijgen.
“Al is het natuurlijk geen of-of-verhaal. Er zijn contexten waarin je effectief andere mensen nodig hebt, maar ook dan blijven ze mensen. In een werkcontext vervalt het bijvoorbeeld vaak tot niet meer dan: ik heb nodig dat jij dat voor mij doet. Dan moet die ander daar maar voor zorgen, terwijl hij misschien een goede reden heeft om dat niet te doen. Ook op professioneel vlak valt er dus nog veel te zeggen over die verbondenheid.”
Wil dat zeggen dat er ook op de werkvloer veel eenzaamheid is?
HUYGHE. “Ik weet niet of ik daar de term eenzaamheid zou gebruiken. Mensen maken doorgaans een onderscheid tussen wat werk en privé heet. Dat kan ook zijn voordelen hebben, maar langs de andere kant blijf je natuurlijk mens in beide contexten. Sommige mensen gaan ook zo op in hun werk dat er weinig marge overblijft voor een gezin, vrienden of familie. Zij zullen het tijdens deze coronacrisis misschien extra moeilijk hebben, maar ze zijn zeker niet de enigen die merken wat er wegvalt nu ze geen mensen meer tegenkomen in hun vertrouwde werkomgeving. Dat zal bij veel mensen aan het licht brengen hoe belangrijk die gewone dagelijkse contacten zijn om even iets te delen met anderen.”
Veel zaken op de werkvloer gebeuren met de beste bedoelingen, maar stroken niet met hoe de mens echt in elkaar zit
Kan dit dan een wake-upcall zijn, waardoor mensen binnenkort sneller naar echte verbondenheid gaan zoeken?
HUYGHE. “Dat zou kunnen, maar dat durf ik niet met zekerheid te voorspellen. Mensen zijn niet noodzakelijk goed in het herkennen van wat belangrijk is voor hen. Misschien is de reden wel dat het heel eenvoudig is zaken te verzinnen die niet kloppen. Het is bijvoorbeeld helemaal niet moeilijk om te bedenken dat de aarde plat is. Zo is het ook heel makkelijk om te verzinnen hoe de mens in elkaar zit. Mensen zijn dus niet goed uitgerust om te weten wat echt belangrijk is. Of ze krijgen de mogelijkheid niet om hun psychologische behoeften in te vullen.
“Denk bijvoorbeeld aan de behoefte aan autonomie. In veel bedrijven krijg je meer vrijheid naarmate je stijgt in de hiërarchie. Maar om te kunnen stijgen in de hiërarchie, moet je je doorgaans conformeren en doen wat anderen je opleggen, los van wat je daarvan denkt. Om meer autonomie te krijgen, moet je die dus soms eerst afstaan. Veel van die zaken gebeuren in het bedrijfsleven met de beste bedoelingen, maar stroken niet met hoe de mens echt in elkaar zit.”
Hoe wil Verb(l)ind daar verandering in brengen?
HUYGHE. “We werken volop aan een programma dat kan worden uitgerold, maar dat vraagt wel wat werk. Er is nog veel te doen op de werkvloer. De kwaliteit van de interacties varieert er nogal. Niet alleen tussen collega’s, maar ook tussen bedrijven en hun klanten. In fysieke winkels kan je bijvoorbeeld nog persoonlijk contact hebben, maar door de nadruk op onlineverkoop neemt dat af. Ook bij banken zie je dat. Vroeger ging je naar een bankkantoor, waar je de mensen kende en vertrouwde. Nu wordt er vaak op aangestuurd te chatten of te bellen naar een nummer, waar je iemand aan de lijn krijgt die je niet kent. Dat is een ander soort relatie, die vaak is ingegeven door efficiëntie. Die efficiëntie is ook belangrijk, maar je kan je wel afvragen wat dat betekent voor de verbondenheid tussen mensen. Daarom zie je dat onlineaanbieders stilaan proberen opnieuw persoonlijker om te gaan met hun klanten. Omdat ze ook wel merken dat dat werkt.”
Verbondenheid kan dus ook een marketingtool zijn?
HUYGHE. “Dat zou zonde zijn. Het zou best kunnen dat je cijfers daardoor even stijgen, maar als je niet oprecht inzet op verbondenheid, dreig je toch in een vervelend verhaal terecht te komen. Net zoals dat met greenwashing het geval is. Je voelt snel of iets gemeend is of niet. Het verschil tussen een bedrijf dat investeert in verbondenheid omdat het erin gelooft, of omdat het denkt dat het helpt voor de verkoop, zal door iedereen worden opgemerkt. Als je een beetje verder graaft, voel je als klant echt wel wanneer er een show wordt opgevoerd. Dan voel je je bedrogen en gemanipuleerd. Ook voor de medewerkers die die strategie moeten uitvoeren, is dat niet fijn. Je kan het dus maar beter oprecht aanpakken, dan kan je als bedrijf heel veel voor mensen betekenen.”
Verbondenheid mag geen marketing worden, dan wordt het zoals greenwashing
Zijn bedrijven daar anno 2020 oprecht in? Of wordt u nog teleurgesteld?
HUYGHE. “Er zijn zeker ondernemingen die doelen stellen waar hun medewerkers zich in kunnen vinden. Er zijn er die oprecht belang hechten aan wat ze doen en hoe ze dat doen. Maar jammer genoeg zijn er ook vele andere, waarvoor louter geld verdienen vooropstaat. Wat ze doen en hoe ze dat doen, is dan eerder een toevalligheid. Die bedrijven beseffen wel dat ze mensen nodig hebben om hen te helpen, maar ze zien die mensen eerder als instrumenten om te bereiken wat ze willen. Dat is niet altijd uit slechte wil, dat is vaak ook omdat ze niet beter weten.”
Hoe gaat u de bedrijven dan bereiken? Zij beseffen misschien niet dat het anders kan.
HUYGHE. “Het interessante is dat inzetten op verbondenheid je bedrijf een competitief voordeel biedt. Wat en hoeveel je mogelijk maakt met behulp van je medewerkers, hangt tenslotte ook af van hoe je met hen omgaat en hoe je hen kan motiveren. Als je rekening houdt met hoe mensen in elkaar zitten, zal je het dus beter doen dan bedrijven die dat niet doen. Daar ben ik zeker van.”
Maar is dat ook de juiste motivatie om ermee aan de slag te gaan?
HUYGHE. “Met geld willen verdienen is op zich niets mis. En als die bedrijven iets aanbieden of produceren waar je achter staat, dan wens je die ondernemingen toch alleen maar toe dat ze goed draaien? Hen daarbij helpen door te denken aan waar zij nog niet aan hadden gedacht, dat doe ik graag. Ik wens hen alvast alle succes toe.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier