Professor Hans Verboven: ‘Meer bereiken met minder, dat is duurzaamheid’

HANS VERBOVEN "Wie duurzaam wil ondernemen, moet lang vooruit kunnen denken en heeft geduld nodig." © KAREL DUERINCKX
Jasper Vekeman medewerker Trends en Moneytalk 

“Duurzaamheid is een containerbegrip geworden, waar iedereen een eigen invulling aan geeft”, weet Hans Verboven. Met een boek wil hij ideeën aanreiken waar bedrijven concreet mee aan de slag kunnen. “Een collega-professor heeft mij ooit smalend het neoliberale gezicht van de duurzaamheid genoemd. Ik vind dat een compliment.”

“Ik wil eenvoudige en laagdrempelige methodieken en ideeën aanreiken, waarmee je zelf aan de slag kunt”, duidt Hans Verboven het opzet van zijn boek Beter ondernemen. De professor duurzaam en ethisch ondernemen aan de Universiteit Antwerpen laat daarin ook bekende en minder bekende ondernemers uitgebreid aan het woord. “Ik wilde zo de fantastische ondernemers die ik de afgelopen jaren heb mogen begeleiden hun verhaal laten doen”, aldus Verboven, die met Sustacon ook een advieskantoor runt.

Met zijn boek wil Verboven ook voor een beter begrip van het concept duurzaamheid zorgen. “Het is een containerbegrip geworden, waar iedereen een eigen invulling aan geeft. Het wordt ook misbruikt en volledig uitgehold. Voor mij gaat het eigenlijk om duurzame economische groei. Een collega-professor heeft mij daarom ooit smalend het neoliberale gezicht van de duurzaamheid genoemd. Ik vind dat een compliment.”

Over groei spreken in het kader van duurzaamheid levert steevast de kritiek op dat economische groei niet oneindig kan doorgaan op een eindige planeet. Waarom blijft groei volgens u wel nodig?

HANS VERBOVEN. “Simpel: economische groei is de motor van welvaart en welzijn. We hebben groei nodig om de taart groter te maken en ze nadien efficiënt te herverdelen. Alleen moet die groei wel worden losgekoppeld van de uitputting van grondstoffen en de negatieve effecten van bijvoorbeeld de CO2-uitstoot. Duurzame economische groei is voor mij meer bereiken voor iedereen met minder negatieve impact. Dat is ook de definitie van lean management: meer waarde creëren met minder verspilling. Er is inderdaad een strekking die zegt dat we met minder tevreden moeten zijn en moeten consuminderen. Ik kan dat begrijpen, niet alles moet altijd maar meer. Maar ik sta aan de andere kant en vind dat we economische groei nodig hebben om onze levensstandaard minstens op peil te houden.”

HANS VERBOVEN
HANS VERBOVEN “De kleine interesse in de beursgang van Deliveroo vond ik sprekend.”© KAREL DUERINCKX

Nog een uitgangspunt van uw boek is dat bedrijven niet het probleem zijn, maar de oplossing.

VERBOVEN. “Bedrijven kunnen met hun producten en diensten oplossingen voor maatschappelijke en milieu-uitdagingen bieden. Ze zijn ook gedreven door winst. Dat vind ik positief, want als je geen winst maakt, blijft het niet duren. Ik geloof ook niet dat de overheid in staat is op een efficiënte manier voor duurzame economische groei te zorgen. Bedrijven staan vaak met een gevoel van machteloosheid tegenover een logge, trage overheid, die haar regels en controle op de maatschappij loslaat. Dat bureaucratisch apparaat is echt een innovatiekiller.”

In uw boek gaat het vaak over betere processen en incrementele verbeteringen. Is dat niet hetzelfde efficiëntiedenken dat ons klimaat in gevaar heeft gebracht?

VERBOVEN. “Ik geloof niet dat innovatie voor een big bang kan zorgen. Meestal gaan veranderingen geleidelijk. Je kunt wel zeggen dat het vijf voor twaalf is, of zelfs vijf na, maar de maatschappij verandert nu eenmaal traag, ook op het gebied van de wetgeving. Die maakt innovatie vaak zelfs onmogelijk.”

U benadrukt wel dat er een gevoel van urgentie nodig is. Merkt u dat bij bedrijven?

VERBOVEN. “Bij familiebedrijven komt de urgentie vaak voort uit vragen van de klant. Overheden of multinationals bijvoorbeeld die bepaalde eisen stellen. Meestal doen familiebedrijven die inspanningen al vanuit een gezond boerenverstand, maar nog niet gestructureerd genoeg en ze rapporteren er niet over. En voorts wordt de urgentie natuurlijk ook gevoed door de actualiteit. Daar word je niet meteen vrolijk van en ondernemers kijken ook wel eens naar het nieuws.”

Wat maakt het voor u zo interessant om met familiebedrijven te werken?

VERBOVEN. “Familiale ondernemers werken met hun eigen geld, denken op lange termijn en zijn bezig met hun reputatie en nalatenschap. Ik merk ook dat ze vaak oprecht streven naar een positieve bijdrage met zo klein mogelijk negatieve impact. Ik zeg niet dat multinationals dat niet proberen, maar zij organiseren hun inspanningen dikwijls bijna stalinistisch met vijfjarenplannen. Ze zijn minder wendbaar. Het management is er soms ook minder betrokken. De managers lijken af en toe wel nomaden die even hun tent opslaan. Ze halen bepaalde doelen en gaan dan weer verder. Bij familiale bedrijven is er veel meer continuïteit en dat maakt het interessant met hen te werken.”

In uw boek komen veel bouwondernemingen aan bod. Wat maakt die sector zo belangrijk?

VERBOVEN. “Het is een sector met een enorme impact. De bouw is bovendien lang een van de minst innoverende sectoren geweest. De productiviteit is er de afgelopen decennia nauwelijks gestegen. Het positieve daaraan is dat je enorm veel kunt verbeteren en dat er veel kansen zijn om een impact te hebben.”

In uw boek staan tientallen voorbeelden, maar wat vindt u zelf een goed voorbeeld van een bedrijf dat duurzaam bezig is?

VERBOVEN. “Goh, het is moeilijk kiezen. In de bouwsector noem ik bijvoorbeeld Groep Van Roey. Daar werken de diverse dochterbedrijven gecoördineerd samen om klanten toekomstgerichte gebouwen tegen de laagste total cost of ownership te bieden. Daar komen heel wat nieuwe businessmodellen en duurzame innovaties bij kijken.

“Nog iemand die ik bewonder als innovatief ondernemer is Lieven Vanlommel van Foodmaker. Zijn missie is gezonde voeding, meer groenten en minder vlees, lekker en betaalbaar voor brede lagen van de bevolking. Zijn doel is in België meer maaltijden te verkopen dan McDonald’s. Dat vind ik knap.”

Welke zijn de uitdagingen voor wie duurzaam wil ondernemen?

VERBOVEN. “Je moet lang vooruit kunnen denken en af en toe heb je geduld nodig. Een terugverdientijd op investeringen van drie à vier jaar is meestal niet realistisch. Veel bedrijven zetten ook doelen en hanteren een bonuscultuur die haaks staan op dat langetermijndenken. Je moet maken dat mensen de juiste incentives krijgen om de wat vagere duurzaamheidsdoelstellingen te halen. Je neemt ook het best een generalist aan boord die het hele plaatje kan overzien. Te vaak bestaan bedrijven uit aparte silo’s met technische experts die weinig met elkaar praten.”

Kan elk bedrijf duurzaam worden? Of komt u er ook wel eens tegen die beter kunnen verdwijnen?

VERBOVEN. “Ik ben al ondernemers tegenkomen aan wie ik eerlijk heb gezegd dat ik ze niet kan helpen. Dat kan alleen als je bereid bent fouten toe te geven en bij te leren. Als je niet wilt veranderen, zal het ook niet lukken. Maar echt bedrijven die beter kunnen verdwijnen? Dat vind ik een moeilijke vraag. Er zijn er die gaan verdwijnen, dat is zeker. En er zijn ook ondernemingen waar ik niet zou willen werken, bijvoorbeeld omdat ze niet ethisch handelen. Op dat vlak zien we veel veranderen. De kleine interesse voor de beursgang van Deliveroo vond ik bijvoorbeeld sprekend. Het is duidelijk dat beleggers vragen stellen bij het model van maaltijdleveringen aan huis. Dat bericht heb ik gelezen met een glimlach. Er is echt wel hoop.”

Hans Verboven, Beter ondernemen. Inspiratieboek voor duurzame groei, Sustacon, 312 blz., 39,50 euro

Trends selecteert grensverleggende thema’s en verhalen. Het boek van Hans Verboven verdient het label omdat het een nieuw licht werpt op duurzaam ondernemen.

Partner Content