Onze bedrijven beginnen weer te investeren (maar voorzichtigheid is geboden)

INVESTERINGEN De bedrijven durven er weer aan te denken. © Getty Images
Alain Mouton

De Belgische bedrijven lijken weer bereid zware investeringen te doen, is het niet dit jaar, dan zeker in 2024. Maar voorzichtigheid blijft geboden. Een aanhoudend hoge inflatie en de stijgende rentevoeten dreigen roet in het eten te gooien. Al is er voor investeringen in groene transitie hoe dan ook geen weg terug.

De Nationale Bank had vorige maand goed nieuws over het ondernemersvertrouwen in België: dat trok stevig aan in maart, vooral in de dienstverlening aan bedrijven en in mindere mate in de verwerkende nijverheid en de handel, zo leert de conjunctuurbarometer. Kortom, het gewicht van het bedrijfsleven als aanjager van de groei kan opnieuw toenemen.

De Belgische economie werd vorig jaar nog in belangrijke mate rechtgehouden door de gezinnen. Dankzij de overheidssteun om de gestegen energiekosten te compenseren en de automatische loonindexering bleef de koopkracht op niveau. Door te blijven consumeren heeft de Belg een recessie vermeden. Maar de privéconsumptie, goed voor 40 procent van het bruto binnenlans product (bbp), is op lange termijn niet de ideale groeimotor voor een open economie als de Belgische. Via consumptie verdwijnt ook veel welvaart naar het buitenland. Minstens zo belangrijk als de privéconsumptie is de investeringsbereidheid van de bedrijven.

Jojobewegingen

De bedrijfsinvesteringen maken 20 procent van het bbp uit. Ze leggen de basis voor nieuwe producten en diensten, de toekomstige werkgelegenheid en dus de welvaart. De Belgische bedrijfsinvesteringen maakten in België de voorbije jaren vaak jojobewegingen. Eerst de coronapandemie en later de onzekerheid door de oorlog in Oekraïne, de gestegen energieprijzen en de oplopende inflatie deden de bedrijven aarzelen. Ook de bevoorradingsproblemen – denk aan het tekort aan computerchips – hielpen niet.

Volgens de Nationale Bank daalden de bedrijfsinvesteringen in 2022 met 2,1 procent. Maar het tij lijkt te keren. Volgens de economische vooruitzichten van KBC zullen de bedrijfsinvesteringen in België dit jaar met 0,7 procent en volgend jaar met 2,4 procent stijgen. Daarmee zou een einde komen van een aantal jaren van ups en downs. “Zeker als je de evolutie per kwartaal bekijkt, zag je de voorbije jaren een sterke volatiliteit in de investeringen,” stelt KBC-econoom Johan Van Gompel vast. “Al moet je ook opletten. Soms heeft dat te maken met uitzonderlijke transacties. In het eerste kwartaal van vorig jaar zagen we een sterke groei, maar dat was toe te schrijven aan de aankoop van schepen. Het Instituut voor de Nationale Rekeningen maakt natuurlijk nooit bekend om welk bedrijf het gaat, maar ik veronderstel dat Euronav daarachter zit. In het tweede en het derde kwartaal van 2022 zagen we dan weer een daling van die investeringen. Dat was een gevolg van de Russische inval in Oekraïne, die onzekerheid en prijsstijgingen meebracht. Kijk je naar het verleden over langere periodes, dan waren er ook herstelmomenten na de duik door de coronapandemie.”

Lees hieronder verder

Niet te veel optimisme

Eind vorig jaar lagen de bedrijfsinvesteringen nog altijd dik 5,2 procent onder het niveau van de lente van 2020, toen de coronapandemie uitbrak. Van Gompel: “Dat is opvallend, want de economie is daar in het algemeen vrij goed van hersteld. Het bbp zit in volume al op het niveau van voor de pandemie. Dat de investeringen trager volgden, is een gevolg van een verstoring van de aanbodketen en de moeilijke toegang tot een hele reeks materialen. Voor 2023 vermoeden we daar opnieuw een positieve dynamiek. Dat is nog altijd deels een inhaalbeweging na covid.”

Bedrijfsinvesteringen leggen de basis voor nieuwe producten en diensten, de toekomstige werkgelegenheid en dus de welvaart.

Daarom waarschuwt Pieter Timmermans, de gedelegeerd bestuurder van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) voor te veel optimisme: “Ik zou niet liever hebben dan dat er meer wordt geïnvesteerd, maar wij merken nog altijd een zekere aarzeling bij de bedrijven. Er zijn de gestegen energie- en loonkosten, en een euro kun je geen drie keer uitgeven. Een interessante graadmeter is het afzetten van de investeringen tegenover de brutomarge van de ondernemingen. Die ligt relatief laag en dat is zorgwekkend. Dat betekent dat bedrijven keuzes moeten maken en investeringen worden verschoven.”

Uit berekeningen van de VBO-studiedienst blijkt dat de investeringsquote van de niet-financiële bedrijven rond 58 procent schommelt (zie grafiek Investeren met pieken en dalen). Het gaat om de investeringen in procent van het bruto-exploitatieoverschot, dat is wat de bedrijven overhouden nadat ze betaald hebben voor de arbeid. Het is dus een indicator van de investeringsappetijt ten opzichte van de middelen die ze ter beschikking hebben. In het derde kwartaal van 2021 was er een felle daling van die indicator. Nadien bleef die op dat niveau hangen, vergelijkbaar met het niveau in 2009, na de financiële crisis. Ook de investeringsquote in procent van de toegevoegde waarde (dus vóór het vergoeden van arbeid) is teruggevallen.

2,4 procent zullen de bedrijfsinvesteringen stijgen in 2024, voorspelt KBC.

Investeren wordt duurder

Toch ziet KBC-econoom Johan Van Gompel beterschap. Voor het hele jaar 2023 voorspelt KBC een toename van de bedrijfsinvesteringen met 0,7 procent, wat nog relatief zwak is. De projecties leren echter dat de investeringsmotor van de Belgische ondernemingen in 2024 echt zal aanslaan. Redenen voor dit optimisme zijn de verbeterde algemene vooruitzichten, want er is geen recessie geweest. Het producentenvertrouwen is sinds december verbeterd en de cijfers van maart zijn nog beter. De aanbodketen functioneert opnieuw naar behoren. “De hogere loonkosten plus de krapte op de arbeidsmarkt kunnen leiden tot wat meer automatisering in de productieprocessen”, weet Van Gompel. “Al snijdt het mes hier wel aan twee kanten. Want de winstgevendheid is door de gestegen loonkosten onder druk komen te staan. Het investeringsklimaat is dus niet optimaal. Wat ook kan tegenwerken, is de hogere rente die de financiering wat duurder maakt.”

Ik zou niet liever hebben dan dat er meer wordt geïnvesteerd, maar wij merken nog altijd een zekere aarzeling bij de bedrijven’ Pieter Timmermans, VBO

“Loonkosten, energieprijzen, rechtsonzekerheid of de stijgende rente: ze kunnen allemaal een rem zijn op de investeringsbereidheid”, zegt Pieter Timmermans. “Ondernemingen die grondstoffen nodig hebben, veel energie verbruiken en hoge loonkosten torsen, zitten in een problematische situatie. Een vaak vergeten factor is de krapte op de arbeidsmarkt. De beschikbaarheid van voldoende personeelsleden doet bedrijven lang twijfelen. In de inflatiecijfers zie ik een stabilisatie, maar geen daling. En de onderliggende inflatie blijft stijgen. Dus ga ik ervan uit dat de Europese Centrale Bank haar beleid van rentestijgingen voortzet. Daar zullen de ondernemingen wel naar kijken. De eigen middelen staan onder druk, en dus zullen ze investeringen met kredieten moeten financieren, tegen hogere kosten. Dat doet het investeringsvermogen dalen.”

© National

Vergroening productieprocessen

Maar veel bedrijven móéten wel investeren. Ze willen hun productie minder gevoelig maken voor schommelingen van de energieprijzen. De vergroening van de productieprocessen gaat nog altijd door. Dat valt onder de noemer ‘vervangingsinvesteringen’ (zie de cases van Ekopak en Renewi). Maar de echte ondersteuning van de groei komt van de uitbreidingsinvesteringen die de groei sterker schragen (zie de cases van Brussels Airlines en Hout-Bois Van Steenberge).

In haar jongste jaarverslag stelt de Nationale Bank dat “de bezettingsgraad van het productievermogen in de verwerkende nijverheid in de loop van het jaar fors terugliep, wat uitbreidingsinvesteringen minder noodzakelijk maakte”. De bezettingsgraad daalde van 82 procent aan het begin van 2022 naar 76 procent in de tweede helft van het jaar.

“Ook wij volgen de capaciteitsbezettingsgraad in de industrie van nabij”, zegt Johan Van Gompel. “Als die toeneemt, moet je uitbreidingsinvesteringen doen. Maar zo ver zijn we nog lang niet, want de bezettingsgraad in België zit op een dalend pad. In het eerste kwartaal van 2023 bedroeg die 76,7 procent, tegenover 81,1 procent eind 2021. Het langetermijngemiddelde is 79,9 procent. Mijn analyse is dat de orderposities, dus de bestellingen die binnenkomen, nog wat tegenvallen. Je zag in maart een verbetering, maar eigenlijk zijn die sinds de zomer van vorig jaar sterk gedaald. Ook de exportorders dalen, wat ermee te maken kan hebben dat de concurrentiekracht onder druk staat. Ook de vraag in de bouw ligt al een tijd op een laag niveau. En dus zullen bedrijven eerst de bestaande capaciteit invullen vooraleer ze aan uitbreidingsinvesteringen denken.”

Veel bedrijven móéten wel investeren. Ze willen hun productie minder gevoelig maken voor schommelingen van de energieprijzen. De vergroening gaat nog altijd door.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content