Marc Coucke: ‘Ik heb geleerd te leven met kritiek’
Marc Coucke verbaasde vriend en vijand met zijn nieuwe ingreep aan de top van de voetbalclub Anderlecht. “We zitten daar niet om geld te verdienen”, zegt de flamboyante entrepreneur in een zeldzaam gesprek over zijn loopbaan en business aan de vooravond van zijn 55ste verjaardag.
Vintage Coucke, de straffe stoot waarmee hij vorige week uitpakte bij Anderlecht. Met een maandenlang in alle stilte voorbereide ingreep haalde hij Karel Van Eetvelt, de topman van de bankenfederatie Febelfin, binnen als toekomstige CEO van Anderlecht, en mediabonze Wouter Vandenhaute als adviseur. Voorts trok hij wielerbaas Patrick Lefevere en de Brusselse burgemeester Philippe Close aan als bestuurders. Daarmee pareerde hij de alweer aanzwellende kritiek op het beleid bij Anderlecht.
Het is het zoveelste staaltje ondernemende durf die de al ruim dertig jaar durende mediagenieke carrière van Coucke markeert. Zijn naam en faam werd na de verkoop van het farmabedrijf Omega Pharma in 2014 zo mogelijk nog groter. Een rechtstreeks resultaat van de lange lijst investeringen die Coucke, zoals beloofd, voornamelijk via zijn familiale investeringsmaatschappij Alychlo deed met de ruim 600 miljoen euro cash die hij opstreek bij de verkoop aan het Amerikaanse Perrigo. Het maakt dat zelfs weinigen over de taalgrens nog nooit hebben gehoord van monsieur Coucke, de man die de Waalse toeristische trekpleister Durbuy heeft ingepalmd en een drijvende kracht is achter het Henegouwse dierenpark Pairi Daiza en het Luikse farmabedrijf Mithra. En u mag er gif op innemen dat Coucke, die nu ook wordt genoemd als mogelijke investeerder in de entertainmentgroep Studio 100, zijn laatste investeringskunstje nog lang niet heeft vertoond.
Wij zijn altijd heel enthousiast over de dingen die we doen. Dat is een van onze problemen, maar ook een van onze charmes
U kreeg heel wat kritiek te slikken bij Anderlecht. Dit is uw antwoord?
MARC COUCKE. “We doen bij Alychlo alle dossiers op dezelfde manier: proberen de juiste mensen op de juiste plaats te zetten. Ik was bij Anderlecht te operationeel betrokken. Ik wou dat niet, maar door omstandigheden na de overname hebben we heel snel enorm moeten schakelen en werd ik te veel mee in het bad getrokken. We moeten dus een structuur opbouwen die minder van mij afhankelijk is, en daarin hebben we nu grote stappen gedaan. We hadden in de raad van bestuur gezegd dat we er onafhankelijke bestuurders zouden bijsteken, mensen die hun mening durven te zeggen. Tezelfdertijd wisten we dat we op zoek moesten naar een nieuwe CEO. Jo Van Biesbroeck was aan zijn laatste periode bezig. Hij had er voor ons trouwens al een jaar bijgedaan. En we voelden dat de club echt leiderschap nodig heeft. Ik heb met vier mensen gesproken en hen iets gevraagd, en ze hebben alle vier ja gezegd. Misschien hebben we nu pas de stappen gedaan waardoor Anderlecht gestructureerd is zoals we al onze bedrijven willen structureren.”
U hebt nooit spijt gehad van de overname van Anderlecht?
COUCKE. “Absoluut niet. Je komt uiteraard dingen tegen die je niet verwacht, maar ik denk dat we daar op de juiste manier mee omgaan. Persoonlijke kritiek? Alleen in het voetbal is dat zo. Ik wist niet dat dat zo bestond. Ik was De Tijd en Trends gewoon van bij Omega Pharma, en dan weet je dat alles wordt gecheckt en gedubbelcheckt. Soms ben je het niet eens, maar dat is nooit hard geweest. Dat waren nooit verwijten, al vloekten we soms, als jullie de waarheid te vroeg wisten en dat voor ons niet goed uitkwam. Maar in de sportwereld is dat anders. De jacht op onlineclicks maakt dat de accuraatheid minder is. Daar wordt vaak eerst iets gelanceerd en pas nadien gecheckt. Dan zeg je ‘waar halen ze het?’ Maar ik heb er begrip voor. De pers heeft het moeilijk in het algemeen, maar de voetbalpers heel specifiek. Met een krant kan je het niet meer redden, dus moet je het doen met clicks, en snel, en heb je niet meer de tijd om alles te checken.”
Hoe pakt u een investeringsdossier aan?
COUCKE. “We streven absoluut geen rendementsmaximalisatie na. En wij zijn geen exitmensen. Dat zit niet in ons DNA. Maar een model moet natuurlijk altijd zelfvoedend zijn. Vandaar dat wij eerder dividendmensen zijn, want daar leven we van en kunnen we onze eigen structuur betalen. Elk bedrijf moet dus financieel gezond zijn, want alleen zo blijft het duren. In het voetbal komt er een emotionele dimensie bij die je in andere businesstakken niet hebt. Dat moet je er bij nemen. Het voetbal is ook geen investeringsbeslissing. We zitten daar niet om geld te verdienen. Als we meevallers zouden hebben, steken we die gewoon opnieuw in de club.”
U groeide al ten tijde van Omega Pharma uit tot een rolmodel voor jonge ondernemers. ‘Kloon Coucke’ hebben we ooit geschreven.
COUCKE. “Kloon? Toch niet als in clown, met ‘wn’ achteraan? ( lacht uitbundig). Dat klonen zou ik op sommige dagen wel willen. We zijn met een tiental mensen bij Alychlo, en soms is iedereen pompaf. Ik ben nog altijd de man van het buikgevoel, intussen gecombineerd met heel veel ervaring. Ik heb ook een heel complementair team van mensen die hun mening durven te zeggen, die veel minder op hun buikgevoel teren maar cijfermatig de analyses doen. Hoe enthousiaster ik ben over een dossier, hoe kritischer zij zijn, en zo hoort het ook. Nu, alles passeert evenzeer langs mij als langs bijvoorbeeld Michael en Pieter (Michael Schenck en Pieter Bourgeois, de investmentmanagers van het eerste uur bij Alychlo die ook in vele raden van bestuur zitten. Nadien is Wolf Vandekerckhove er als derde investmentmanager bij gekomen, nvdr). Dat zijn absolute toppers. We bespreken de grote dingen onder elkaar. We zitten in 21 bedrijven en fondsen (zie kader De 21 van Alychlo). We proberen continu op de hoogte te blijven. Rapportering is daarbij zeer belangrijk. Ik weet elke dag hoeveel volk er in Pairi Daiza en SnowWorld is geweest, hoeveel dat is in vergelijking met het jaar ervoor, en hoeveel de mensen gespendeerd hebben. Ik weet ook elke dag alles van elk van onze deelelementen in Durbuy, tot en met hoeveel mensen er snoepjes kopen of mountainbikes gehuurd hebben. Wij worden geroepen op speciale momenten, zoals een overname, een investering of personeelskeuzes. Dan willen wij ook toegevoegde waarde bieden, en alleen als je continu al je dossiers beheerst, kan je er heel snel op inspelen.”
België komt er altijd wel op een of andere manier door, grotendeels dankzij een 500-tal mensen
Hoe behoudt u het overzicht?
COUCKE. “Ik kan het nog aan, maar er moeten er geen meer bij komen. Het probleem is de timing. Ik kies mijn eigen agenda niet. Dat doen de bedrijven. Stel dat Fagron een grote overname doet, en Rafa (CEO Rafael Padilla, nvdr) mij contacteert, en er die dag nog iets is bij drie andere bedrijven… Bij Omega Pharma had ik één bedrijf en was het elke maandag directiecomité. Nu zijn het er 21 en als er bij zes daarvan in een en dezelfde week iets is, is het ( blaast) wow!”
Wat is de rode draad in de investeringsportfolio?
COUCKE. “Farma, vastgoed in de ruimste zin, en leisure (vrije tijd). Dat zijn de drie poten waarin we ons heel goed voelen. En dan leerden we Pieter Loose kennen en was daar plots Ekopak (een Tielts bedrijf gespecialiseerd in het besparen en recycleren van water, met Loose als CEO. Alychlo verwierf 49 procent, nvdr). Wij zijn altijd heel enthousiast over de dingen die we doen. Dat is een van onze problemen, maar ook een van onze charmes. We zeggen trouwens ook ongelofelijk veel neen.”
En toch kriebelt het niet om Alychlo sterk te doen groeien?
COUCKE. “Neen. Op een zeker moment zit je aan je limieten van wat je als team kan absorberen. Al zal elk van die bedrijven zijn eigen gang gaan. Ze zijn allemaal ambitieus. We blijven ook verder in al die bedrijven investeren.”
Wat met Durbuy, dat u zelf uw zotste en meest inspirerende dossier vindt, en intussen wordt omschreven als Couckeland?
COUCKE. “Daar gaat nog veel evolueren, en het gaat sneller dan we dachten. Durbuy blijft Durbuy, maar we hebben er een stuk kwaliteit bijgestoken. De reacties van het grote publiek zijn ook ongelofelijk. In januari is dat normaal gezien dood, maar elke dag zitten we vol. Iedereen loopt er met de glimlach bij.”
De tak leisure zou u kunnen uitbreiden door in Studio 100 te stappen. De eigenaars zetten een kwart van hun aandelen te koop voor een nieuwe partner.
COUCKE. “Daar kan ik geen commentaar op geven.”
U investeert ook in kankeronderzoek. Gaat u daarin nog verder?
COUCKE. “Ja, maar voortbouwend op wat we al doen, zoals onze investeringen in het Zwitserse kankerdiagnosebedrijf Sophia Genetics. Dat is wereldtop, en spectaculair. Of Stop Darmkanker dat nu allicht de organisatie in België is die jaarlijks het meeste levens redt. En we zijn ook in het tweede fonds van Droia gestapt, dat investeert in kankeronderzoek.”
Wat is uw voornaamste uitdaging?
COUCKE. “Dat is altijd het bedrijf met de meeste challenges, en vandaag is dat vanzelfsprekend Anderlecht.”
Wat is het einddoel voor Alychlo?
COUCKE. “Geen. Ik vond het heel mooi van mijn eigen team dat het rond nieuwjaar zelf de vraag stelde of Alychlo er binnen honderd jaar nog zou zijn, of we een portefeuille kunnen uitbouwen die de tand des tijds zeer goed kan doorstaan.”
We zouden 100 Omega Pharma’s moeten hebben, werd gezegd. Ze komen niet?
COUCKE. “Ik merk toch dagelijks dat ik veel jonge mensen inspireer tot ondernemerschap. Maar het klopt dat die nieuwe Omega’s er niet komen. Wat wel gebeurt, onder de radar weliswaar, is dat er pakweg 500 Belgische mensen zijn die ofwel ondernemen ofwel een bedrijf verkocht hebben en de opbrengst investeren. Dat microklimaat van die 500 is hyperbelangrijk. Het vormt allicht de basis waarop dit land steunt en zorgt dat België het goed blijft doen, ondanks de politiek moeilijke structuur en het feit dat we vaak in een impasse zitten. Anders gezegd, België komt er altijd wel op een of andere manier door, grotendeels dankzij een 500-tal mensen. Die hanteren niet mijn stijl, en gelukkig maar ( lacht). Die zijn bescheidener en discreter, maar investeren en herinvesteren net zo goed continu in België, wat er ook gebeurt, met of zonder regering, hoge of lage intrestvoeten, whatever. En dat geldt zowel voor Vlaanderen als Wallonië. Ik zit met drie vrij grote bedrijven in Wallonië en het is niet dat ze in Wallonië minder werken, of op hun lauweren rusten. Het grootste verschil is dat Wallonië een gebrek heeft aan kapitaal en ondernemers, om van kleine bedrijven middelgrote en grote te maken. Dat microklimaat van Vlaanderen zie ik daar niet, en dat maakt een groot verschil. Neem het hotel-restaurant Le Sanglier des Ardennes, het icoon van de gastronomie in Wallonië. Dat was eigendom van een lokale familie die daar veel bloed, zweet en tranen heeft gelaten. Het gleed af omdat de toeristen steeds veeleisender worden, en door steeds meer en strengere normen. Maar mocht Le Sanglier in Vlaanderen gestaan hebben, had het al lang een sterke aandeelhouder gehad die er een paar miljoen had ingestoken.”
Eric Domb, uw partner bij Pairi Daiza, vindt dat het ondernemers in Wallonië niet gemakkelijk wordt gemaakt.
COUCKE. “Ik vind dat niet. Als je een investering combineert met respect voor de lokale situatie en werkgelegenheid, krijg je er evenveel steun als bij ons. In Durbuy ging het zelfs zo ver dat de burgemeester naar de verkiezingen durfde te stappen met als hoofdthema ‘ik steun het project van Coucke’. Sterk.”
Beïnvloedt de federale politieke heisa uw activiteiten?
COUCKE. “Hoewel ik probeer er niet te veel bij stil te staan, doe ik het toch. Ik vind die discussie tussen links en rechts zo verkeerd, zo voorbijgestreefd. Het recept is heel simpel: het beleid moet de bedrijven zo goed mogelijk faciliteren opdat zij werkgelegenheid en welvaart creëren, soms door simpele wetgeving zoals snellere vergunningen, en rechtszekerheid. Niet door subsidies. Voor mij mogen ze die allemaal afschaffen. Maar de economie maximaal stimuleren moet wel ten voordele zijn van mensen die het lastig hebben. Nog voor heel die discussie over de pensioenen heb ik gezegd dat iedereen die minder dan 2000 euro in de maand heeft tussen 300 en 500 euro netto meer zou moeten hebben, of dat nu werklozen, gepensioneerden, gehandicapten of werkende mensen met een klein salaris zijn. En we hebben absoluut een efficiëntere overheid nodig. De ongelijkheid is veel te groot geworden. Toen ik begon met Omega, en uiteindelijk spreken we over amper één generatie, was het meer dan oké op alle gebied voor iemand die werk had. Vandaag kunnen sommige gezinnen waarvan beide partners werken, nog amper sparen. Dat betekent dat ze bij de minste tegenslag in armoede belanden. Daar heb ik het moeilijk mee.”
Het is niet dat ze in Wallonië minder werken, of op hun lauweren rusten. Het grootste verschil is dat Wallonië een gebrek heeft aan kapitaal en ondernemers
Is er iets dat u anders had moeten aanpakken?
COUCKE. “Neen. Het is niet dat we altijd gemakkelijke beslissingen hebben moeten nemen. Mensen ontslaan doet ongelofelijk pijn, maar ik troost mezelf altijd met de gedachte dat ik in mijn leven tien keer meer mensen aangeworven heb dan ik er ontslagen heb. Je kunt nooit voor iedereen goed doen. Maar ik ben al ruim dertig jaar bezig, en denk dat ik zonder verpinken mag zeggen dat ik na al die tijd heel gerust in de spiegel mag kijken. Daar ben ik best trots op.”
Wat is uw drijfveer? Geld verdienen? Winnen?
COUCKE. “Opbouwen. En ik ken goed de regels van het spel. Je kan maar iets opbouwen als het rendabel is, en daar letten we goed op. Bij Pairi Daiza bijvoorbeeld geeft dat een fantastisch samenspel tussen Eric Domb, operationeel directeur Jean-Jacques Cloquet en mezelf, waarin we de dromen van Eric maximaal ondersteunen maar voortdurend bekijken hoeveel het gaat kosten, hoe we dat gaan terugbetalen, of wat de impact van een slecht jaar zou zijn. Die aanpak leidt tot sterkere bedrijven.”
Hebt u ook ‘s nachts wakker gelegen?
COUCKE. “Natuurlijk wel. Een rustige dag is zeldzaam. Als ik een boek over mijn leven zou schrijven, zou dat een redelijk dik boek zijn. Ik heb al ongelofelijk veel gedaan in mijn leven. Ik heb ook het geluk dat ik zoveel energie heb meegekregen. Als ik dan al eens moe ben, denk ik dat ik het recht heb om moe te zijn.”
U viel altijd op met uw stijl. Nooit spijt van gehad?
COUCKE. “Je mag nooit spijt hebben van jezelf geweest te zijn. Ik ben zo: ik werk graag heel hard en ik realiseer graag zaken met het team, maar ik amuseer me ook. Ik zat nog in de humaniora toen ik mezelf al een epicurist noemde.”
Bent u immuun voor kritiek, zoals in het voetbal?
COUCKE. “Natuurlijk niet. Vincent Kompany heeft er een prachtige uitspraak over: ‘ don’t believe the hype, don’t believe the drama‘. Als je drie matchen verliest, is het drama. Als je er drie wint, is het weer feest. Je moet ze alle twee goed relativeren. Ik heb geleerd te leven met kritiek. Je hebt mensen die zeggen dat ze kritiek niet lezen. Ik lees wél de kritiek en verplicht mezelf om altijd de vraag te stellen of er iets van waarheid inzit, zelfs als iemand op sociale media me uitscheldt. Soms leer ik eruit. Waarom doet zo iemand dat? Zit er misschien iets van waarheid in? Als ik het op die manier bekijk, gaat dat wel. Maar de wereld is harder geworden.”
Uw kinderen lezen die kritiek ook.
COUCKE. “Natuurlijk, maar ze kennen mij. Die lezen dat en vragen ‘papa, dat zal wel niet waar zijn?’ Ik mag zeggen dat we echt een goede band heb. We bespreken veel. Wat zou ik scheldtirades houden, zoals wordt geschreven? Ik reageer niet meer op zoiets. Het zij zo.”
Hebt u ook advies voor jonge ondernemers?
COUCKE. “Toen ik lang geleden nog keynote speeches gaf, zei ik wel eens wat een ondernemer nooit uit het oog mocht verliezen, zoals correct en ethisch zaken doen. Maar dat is allemaal laaghangend fruit. Zaken doen, doe je niet op die manier. Je beslist links of rechts te gaan op basis van wat je elke dag ziet. Ik heb nooit een managementboek gelezen. Ik geraakte nooit verder dan pagina 20. Maar ik heb wel een managementopleiding gevolgd. Je moet je basis kennen. Je moet geen jurist zijn, maar je moet met je advocaten kunnen babbelen. Je moet geen marketeer zijn, maar je moet met je reclamebureaus kunnen babbelen. Je moet geen financier zijn, maar je moet met je bankiers kunnen babbelen. Ik weet goed wat er in de wereld omgaat. Wat me enorm geholpen heeft, is dat ik altijd de beurs heb gevolgd. Je ziet alle tendensen, de waarderingen, wat goed gaat, waar veel of weinig in geïnvesteerd wordt, wat stijgt, wat tegenvalt of meevalt, welke landen… Ik durf ook analistenrapporten te lezen, om te weten hoe naar een bedrijf wordt gekeken. Om bijvoorbeeld een goede voorzitter van de raad van bestuur van Mithra te kunnen zijn, moet ik weten welke andere bedrijven succesvol zijn, of andere net niet en waarom. Of neem de intrestvoeten. Je moet continu in het achterhoofd houden ‘wat als het verandert?’ Met dat soort dingen ben ik heel veel bezig.”
Ziet u zichzelf hier nog over tien of vijftien jaar als grote patron rondlopen?
COUCKE. “Als het god belieft, graag. Dat zal dan vermoedelijk meer hands off zijn. Ik hoop dat mijn plaatsjes in de raden van bestuur door anderen ingenomen zullen zijn. Maar ik hoop ook dat ik dan met mijn ervaring en buikgevoel de mensen nog altijd een beetje zal kunnen motiveren.”
‘Je moet een beetje zot zijn om iets te bereiken, maar men maakt van mij een karikatuur die ik niet ben’, zei u ooit.
COUCKE. “Ik denk dat ik dat nog altijd onderschrijf. Ik hou van het leven en van België. Ik vind dat ik enorm blessed ben, zoals ze in het Engels zeggen. Maar ik heb mijn uitlaatklep nodig. Zo vind ik het plezant dat ik eens een liedje heb opgenomen. Als je aan kinderen van zeven jaar vraagt wie er wil zingen, steken ze allemaal hun vinger op. En als ze zeventien jaar zijn, kruipen ze allemaal in elkaar. Maar ik weet wel dat er mensen zijn die het wat minder goed met me menen en om de een of andere reden een karikatuur van me willen maken. Die geef ik op deze manier een voedingsbodem. Daarom heb ik onlangs voor de eerste keer neen gezegd. Ze hadden me gevraagd mee te spelen in de nieuwe film van FC De Kampioenen. In de huidige situatie kan ik dat niet doen. maar ik had dat wel graag gedaan. Zo’n uitdaging vind ik leuk. Al gaat het bij mij nooit iets fysiek zijn. Ik ben niet gemaakt om uit een vliegtuig te springen.”
Bio
· Geboren in Gent op 27 januari 1965
· Studies farmacie aan universiteit van Gent en bedrijfsbeheer Vlerick Management School
· 1987: voegde zich bij zijn studiegenoot Yvan Vindevogel bij Omega Pharma
· 1994: kocht Vindevogel uit
· 1998: bracht Omega Pharma naar de beurs
· 2011: haalde Omega Pharma van de beurs
· 2014: verkocht Omega Pharma aan Perrigo, streek 1,24 miljard euro op, waarvan ruim 600 miljoen in cash en de rest in aandelen Perrigo
· Investeerde de cash uit die verkoop in overwegend Belgische bedrijven en durfkapitaalfondsen, voornamelijk via de familiale investeringsmaatschappij Alychlo
De 21 van Alychlo*
1. Bouwgroep Versluys (50%)
2. Droia
3. AnimalCare (25%)
4. Fagron (15%)
5. miDiagnostics
6. Mithra Pharmaceuticals (16,5%)
7. Pairi Daiza (31%)
8. Ceres Pharma (80%)
9. Sophia Genetics (grootste aandeelhouder)
10. Durbuy **
11. Ekopak (49%)
12. RSC Anderlecht (64%)
13. Triginta
14. SnowWorld (83%)
15. Mitiska Reim
16. Lotus Bakeries
17. Xior
18. Crescent (ex-Option)
19. Waterland, fonds 6 en 7
20. Volta Ventures 1 en 2
21. Smartphoto (14%)
* Smartfin Capital 2, waarin Alychlo onlangs investeerde, staat nog niet op de lijst. Kamacoucka is klein en niet meer zo actief na de verhuis van Kamagurka. Een twintigtal aandelenposities, met onder meer Fountain, en met VGP als veruit de grootste, zijn als investering te klein om op lijst te staan.
** Inclusief Le Sanglier des Ardennes, Adventure Valley, Five Nations Golf Club, natuurdomein Hottemme, La Bru’sserie, La Petite Merveille, Bonbon Chique
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier