Medeoprichtster De Stuyverij ging van de voedselbank naar zes bedrijfsvestigingen: ‘De goot ken ik, ik weet dat je niet doodgaat in de goot’

20230605, Kortrijk, Belgie. Eefje Cottenier, oprichter van De Stuyverij. De Stuyverij bestaat tien jaar. Het is een organisatie die mensen die moeilijk hun weg vinden in de maatschappij bij elkaar brengt in lokale hubs - Stuyverijen genoemd - waar ze gelijkgezinden vinden en geholpen worden om hun leven in eigen handen te nemen. De eerste van die Stuyverijen was in Kortrijk.
Benny Debruyne
Benny Debruyne Redacteur van Trends

Na een moeilijke jeugd droomde Eefje Cottenier van een onderneming die maatschappelijke verandering als winstmodel vooropzette. Dat werd De Stuyverij. Rond die ontmoetingsplaatsen waar mensen hun leven in eigen handen kunnen nemen, groeide een ecosysteem van bedrijven, met uitlopers naar de vastgoedwereld en het toerisme. “Je kunt geen enkel complex probleem oplossen met slechts één organisatie.”

Eén op de tien Belgen tussen 15 en 24 volgt geen onderwijs, heeft geen diploma, werkt niet of zit niet in een opleiding. Maar ook anderen vinden vaak moeilijk hun draai in de samenleving – iemand die na zijn pensioen in een zwart gat valt bijvoorbeeld, vluchtelingen of mensen met een burn-out. Eefje Cottenier, een van de oprichters van De Stuyverij, zag met lede ogen aan hoe de misfits van de samenleving vaak als een nummer worden behandeld. Volgens haar moet meer aandacht worden besteed aan de omgeving waarin mensen werken en leven. Het zijn de systemen die niet meer passen bij de mensen in plaats van omgekeerd, vindt ze.

Met De Stuyverij creëerde ze daarom een positief alternatief, waar mensen het heft in eigen handen kunnen nemen. In een stuyverij kunnen mensen vrij binnenwandelen. Ze kunnen er gewoon wat werken of een boek lezen, maar ook deelnemen aan workshops en brainstormsessies om een ruw idee om te zetten in een zelfstandige zaak. Dat is het grote verschil met klassieke dienstverleners. Bij De Stuyverij is er geen begeleiding van bovenaf, alles is peer-to-peer: mensen helpen er elkaar.

Die op zelfredzaamheid gerichte manier van werken leidt tot persoonlijke groeitrajecten, maar evengoed tot bedrijfjes. Zo zijn verscheidene initiatieven bij De Stuyverij begonnen: Kookn&zo biedt catering en kookworkshops aan, Pyck’s Kicks is een kleurrijk sneakermerk, D-Tech is een softwareonderneming die mensen over de technologiedrempel wil helpen.

Zestien Stuyverijen

De eerste stuyverij ontstond tien jaar geleden op de benedenverdieping van het Kortrijkse rijhuis waar Eefje Cottenier en haar gezin toen nog woonden. Het warme en creatieve interieur – zelfs de keukenkasten zijn gemaakt van geüpcyclede meubels – werd ontworpen door haar levensgezel, Rafaël Carels.Het koppel richtte samen De Stuyverij op met nog twee anderen. Later kwamen Stijn Cottenier en Pieterjan Robijn erbij, en Benjamin Schatteman als voorzitter.

Ondertussen is Eefje Cottenier met haar gezin naar het platteland verhuisd, waardoor ook de bovenverdiepingen van het huis in Kortrijk werden gerenoveerd tot gastenkamers en vergader- en eventzalen. Zowel toeristen als organisaties – voor een teambuilding of event bijvoorbeeld – maken er gebruik van. Die activiteit werd Place to bee gedoopt. Er is een kruisbestuiving tussen de ‘stuyfplekken’ beneden en de gasten- en eventruimte. Kookn&zo kan zijn diensten aanbieden aan een event in het gastenverblijf, of iemand die de buurt goed kent, kan toeristen rondleiden.

Het huis in Kortrijk is de eerste volledig afgewerkte locatie van De Stuyverij, met zowel een ruimte waar mensen elkaar helpen als een gastenverblijf. Het fungeerde als model voor de vijf andere stuyverijen die er ondertussen bij zijn gekomen – in Oostende, Roeselare, Borgerhout, Lier en Turnhout. Tegen 2030 moeten nog tien vestigingen worden opgericht, is het plan. De plekken zijn sterk ingebed in de stad door partnerschappen met de VDAB en lokale organisaties.

Boek over bijen

De Stuyverij is sterk verbonden met het persoonlijke verhaal van Eefje Cottenier. Ze groeide op in precaire omstandigheden in Kortrijk en vond aanvankelijk moeilijk haar weg in de maatschappij. Tien jaar na de oprichting van haar organisatie kwam ze voor het eerst met haar verhaal naar buiten tijdens de jurysessie voor Trends Impact Awards dit jaar, waar De Stuyverij in de categorie Veerkracht won.

Op haar zestiende ontvluchtte Eefje Cottenier de kansarmoede en trok ze naar Gent. Ze volgde geen opleiding, maar redde zich stap voor stap al doende. Ze startte haar eerste onderneming op haar eenentwintigste om haar toenmalige partner aan werk te helpen – hij kreeg geen kansen op de arbeidsmarkt. Later verhuisde ze naar Brazilië en ontdekte er het begrip jeitinho – de creativiteit om te overleven die Brazilianen aan de dag leggen. Ze droomde van een onderneming die maatschappelijke verandering als winstmodel vooropzette. Dat werd De Stuyverij.

Een boek over bijen inspireerde haar toen ze de aanpak en de tools die in De Stuyverij worden gebruikt samenvatte in een methodiek, zodat andere organisaties haar aanpak konden overnemen. Wanneer ik Eefje Cottenier vraag naar de bijenoorbellen die ze draagt, toont ze meteen haar hangertje – ook een bij.

© Jonas Lampens

Kunt u een voorbeeld geven van iemand die hier passeerde?

EEFJE COTTENIER. “Jamie begon met kleine opdrachtjes om graffiti te schilderen. Hij leerde hier hoe hij die opdrachten om kon vormen tot projecten en die kon factureren. Vandaag is hij een van de meest vooraanstaande leveranciers van streetart. Hij maakte een prachtige trompe-l’oeil op het plafond van een van de kamers hierboven. Bestuyvers delen voortdurend kennis en ervaring. Net als bijen werken en communiceren we volledig gedecentraliseerd. Plotseling voelde een jonge dakloze zich hier veilig genoeg om te zeggen dat hij al lang heel hard wordt geholpen in de dienstverlening, maar dat de mensen van die verschillende organisaties niet met elkaar praatten. Hij stelde voor een barbecue te organiseren. Dat is een netwerkevent van jewelste geworden, met cliënten, dienstverleners en professionals. Ik ben er nooit in geslaagd na de diensturen zoveel mensen samen te brengen als hier toen waren.”

Waarom heeft u zoveel verschillende organisaties nodig voor uw werking?

COTTENIER. “Boven de stuyverijen op het gelijkvloers bouwden we een soort moderne herberg. De kamers worden verhuurd via Booking.com. Ze worden gebruikt door toeristen, maar ook door bedrijven voor teambuildings, of door mensen die op beurzen staan. Dat versterkte alleen maar de kansen voor bestuyvers die vanuit hun groeitraject allerlei diensten aanbieden die mens en buurt versterken. Nu willen we een vastgoedfonds opzetten voor de panden die we in eigen beheer hebben. Met die inkomsten kunnen we giften en microkredieten verzamelen voor ondernemende bestuyvers.

“Boven alle activiteiten staat een coöperatieve vennootschap, Together We Coop (zie schema, nvdr). Het idee achter dat ecosysteem van verschillende organisaties is dat je geen enkel complex probleem kunt oplossen met slechts één organisatie. Overheden, grote bedrijven, kunstenaars, wetenschappers en de doelgroepen moeten in die structuur zitten – zo krijg je de dynamiek die nodig is om een systemisch probleem op te lossen. Daarom hebben we ons businessmodel op die manier opgebouwd. We zijn nu ook in gesprek met werkgevers over burn-outpreventie en loopbaanbegeleiding. Ook intrapreneurshipprojecten kunnen op onze bodem ontstaan en versterkt worden. Grote bedrijven vragen ons al om talent te spotten in ons netwerk.”

U heeft de methode om mensen zelfredzaam te maken neergeschreven in een methodiek. Dat hielp u dan met de vragen die u vanuit de vastgoedwereld kreeg. Hoe ging dat in zijn werk?

COTTENIER. “De Methodiekfabriek is eigenlijk de consultancy van de Stuyverij. Het is een merk dat we apart hebben gezet, omdat we er een andere doelgroep mee aanspreken. De vastgoedsector is vanzelf op ons pad gekomen. Door de kennis van De Stuyverij om te zetten in consultancymateriaal, konden we de inzichten die hier groeiden delen met andere organisaties. Ik wist niet goed hoe ik moest beginnen aan die methodiek, maar een vriendin gaf me een boek over bijen, waar ik me op inspireerde om die bottom-upmethodiek te delen.”

‘De wereld wordt zich bewuster van het belang van het sociale weefsel’

Eefje Cottenier, medeoprichter De Stuyverij

Hoe verloopt die samenwerking met vastgoedpartners?

COTTENIER. “Vastgoedontwikkelaars willen steeds meer de wijk waarin ze bouwen, betrekken in een nieuw project. De wereld wordt zich bewuster van het belang van het sociale weefsel. Een vastgoedontwikkelaar komt met een opdracht, maar wij laten hem die opdracht herformuleren door de doelgroep en alle stakeholders, en gaan dan terug naar de opdrachtgever. We willen niet iemand zijn die je komt zeggen hoe je iets moet doen, maar dat iedereen betrokken is.”

Aanvaarden uw vastgoedklanten dat?

‘Je kunt niet ondernemen zonder zelfontwikkeling, zonder zelfzorg. Dat is een boodschap aan alle ondernemers’

Eefje Cottenier, medeoprichter De Stuyverij

COTTENIER. “Als ze die herformulering niet aanvaarden, eindigt het voor ons. Duurzame impact staat voor ons voorop. Wij hebben de luxe dat we een ecosysteem aan bedrijvigheid kunnen uitbouwen, waardoor we niet kunstmatig hoeven te groeien. We deden opdrachten voor de stad Diksmuide, de provincie West-Vlaanderen, gemeenschappen op de Belgische-Franse grens en in Oostende. In West-Vlaanderen en Frankrijk hebben we twee trajecten opgezet met de overheden, dienstverleners, verenigingen en burgers voor dorpen die leegliepen. We gaven hen ondersteuning in labo’s en methodiek. Dat leidde tot nieuwe dienstverlening. Kleine besturen hebben erg weinig middelen. Door bewoners te betrekken komt het leven in die dorpen terug – zonder hoge kosten, die die besturen toch niet kunnen dragen.”

Op uw presentatie voor Trends Impact Awards vertelde u voor het eerst uw persoonlijke verhaal. Achteraf bleek dat dit de eerste keer was dat u daarmee naar buiten kwam, terwijl De Stuyverij al tien jaar bestaat. Waarom wachtte u zo lang?

COTTENIER. “Het was inderdaad de eerste keer dat ik mijn verhaal heb gebruikt. Om dit te doen moeten je eigen wonden genezen zijn. Je kunt niet ondernemen zonder zelfontwikkeling, zonder zelfzorg. Dat is een boodschap aan alle ondernemers.”

Veel kinderen kopiëren als volwassene het gedrag van volwassenen. Hoe bent u daaruit geraakt?

COTTENIER. “Op mijn zestiende ben ik in een depressie beland en ben ik me gaan melden bij de psychiatrie. Maar eigenlijk moest ik gewoon thuis weg, weg van de gevaren die daar dreigden. Ik besefte op die leeftijd dat ik alle excuses had om niets van mijn leven te maken. Toen heb ik er heel bewust voor gekozen dat mijn levensdoel ging zijn om gelukkig te worden. Ik ben alles in functie van dat doel gaan onderzoeken. Ik heb ook gewoon gedurfd en zot geweest, en ben naar bedrijven gestapt. Ronnie Bayens (de CEO van Connections, nvdr) was een van de eersten die in mij geloofde. Hij gaf mij kansen zodat ik me kon ontplooien en ontwikkelen. Ik deed er verkoop, daarna marketing. Ik wist toen nog niet dat ik met De Stuyverij zou beginnen. Ik was altijd een concreet probleem aan het oplossen om naar de volgende stap te gaan. Dat zit ook heel hard in de methodiek van De Stuyverij. Ik deed toen verschillende marketingbanen, terwijl ik daarnaast het interieurbedrijf van mijn toenmalige vriend runde. Ik besefte op dat moment niet dat ik eigenlijk ondernemer was, ik zag dat zo niet. Later werd ik zelfstandig consultant. Daarna verhuisde ik even naar Brazilië om na te denken over de volgende stap.”

‘Ik ben met mijn gezin naar de voedselbank moeten gaan omdat we te veel hadden geïnvesteerd. Ik had er geen schrik voor’

Eefje Cottenier, medeoprichter De Stuyverij

Nu gaat het goed met De Stuyverij. Maar hoe moeilijk was het begin?

COTTENIER. “De opofferingen waren gigantisch. Ik ben met mijn gezin naar de voedselbank moeten gaan omdat we hier te veel hadden geïnvesteerd. Ik had er geen schrik voor, dat komt dan weer van mijn historiek. De goot ken ik, ik weet dat je niet doodgaat in de goot. Tot nu hebben we zelf alles zelf kunnen financieren. Voor De Stuyverij haalden we eerder 2 miljoen euro op via het Europees Sociaal Fonds van de Europese Commissie (ESF), waarmee we van twee stuyfplekken konden uitbreiden naar zes. Vandaag moeten we nog rekenen op publieke middelen, maar nu zetten we de stap naar de verzelfstandiging van het hele netwerk vertrekkend van onze inkomsten. We zagen die subsidies als investeringen. Door wat we doen, besparen we de maatschappij heel wat geld. We nemen bepaalde taken van de overheid over.”

Ondertussen is uw idee ook al in het buitenland opgepikt?

COTTENIER. “Ja, we hebben een traject met jongeren uit Hongarije en Roemenië, die in instellingen opgroeien. Ik leerde Judith, de Hongaarse partner, kennen via een Europees netwerk van sociaal ondernemers. Ze krijgen training en coaching, activiteiten waarmee ook deze jongeren andere jongeren kunnen helpen.”

De Stuyverij in cijfers
Tussen januari 2020 en juni 2023 passeerden 23.035 mensen bij de zes stuyverijen, waarvan 5.566 actieve deelnemers een actief elkaar helpend netwerk vormen. In die periode leverde dat 233 individuele groeiplannen op. Eén op de vijf participanten zijn mensen van dienstverlenende organisaties die langskomen op zoek naar nieuwe, betere manieren van werken. Rond elke Stuyverij groeit organisch een lokaal ecosysteem van hulp- en dienstverleners, zoals de lokale VDAB, het Starterlabo of dienstverleners rond mentaal welzijn. Andere stakeholders zijn onder meer de hogeschool Odisee, het Europees Sociaal Fonds (ESF), de Sociale innovatiefabriek en SmartCoop. Er werken ondertussen 17 mensen voor De Stuyverij, met daarnaast freelancers. In 2024 gaat de organisatie op zoek naar vers geld voor hun werking.
Techbedrijf voor kinderopvang met de buurt
Het initiatief krijgt ook steun van de Europese Investeringsbank. “We deden in 2020 ook mee aan een wedstrijd van de Europese Investeringsbank, die elk jaar de beste vijftien sociale ondernemers van Europa kiest. Die krijgen een opleiding, een netwerk, levenslang opleidingsaanbod en coaching. Je wordt ook lid van het alumni-netwerk, dat eigenlijk een beetje een familie van sociale ondernemers in Europa is. Die nieuwe economie is in heel Europa sterk aan het opkomen.”

Bio – Eefje Cottenier
1978: Geboren in Kortrijk
1997: Begint bij reisoperator Connections
1998: Richt met toenmalige partner interieurbedrijf Atmosphere & Design op
2000-2007: Marketing- en communicatiefuncties bij onder meer Vandemoortele en Partena
2008: Richt Ellya op om als consultant aan de slag te gaan
2012: Richt mee De Stuyverij op en wordt impactondernemer
2014: Uit De Stuyverij ontstaat Methodiekfabriek
2017: Richt Cokido op
2020: Cokido geselecteerd als finalist Social Innovation Tournament van Europese Investeringsbank
2023: Wint met De Stuyverij een Trends Impact Award, de duurzaamheidsprijzen van Trends

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content