iFlux heeft internationale ambities met technologie om verontreiniging te meten

TIM OP 'T EYNDT EN GOEDELE VERREYDT "Saneren is niet altijd de beste aanpak." © KAREL DUERINCKX
Luc Huysmans senior writer bij Trends

Met technologie die watervervuiling beter in kaart brengt, wil het piepjonge iFLUX de wereld veroveren. Over drie jaar wil het bedrijf drie keer zo groot zijn.

“Vlaanderen en Nederland staan aan de top voor bodem- en grondwaterbeheer. Dat maakt het relevanter om hier iets nieuws te lanceren.” Twee jaar geleden stampten onderzoekster Goedele Verreydt, productdesigner Filip Meesters en Tim Op ‘t Eyndt, een handelsingenieur die ervaring opdeed als business development manager bij onderzoeksinstelling VITO, iFLUX uit de grond.

Het bedrijfje uit Niel richtte zich op complexe bodemsaneringsprojecten. Door de onzekerheid over hoe ver en hoe diep een verontreiniging reikt, kunnen de kosten en de tijdsduur van de sanering hoog oplopen. iFLUX meet de snelheid en de richting van het grondwater, en de mate waarin dat verontreinigd is. Dat kan kostenbesparingen opleveren. De technologie is matuur genoeg om de toepassing uit te breiden naar alle waterige ondergronden.

Die technologie is het werk van Goedele Verreydt. De industrieel ingenieur milieutechnologie doctoreerde, na een eerste werkervaring bij de milieuconsultant Soresma (nu Antea), aan de Universiteit Antwerpen op het passief meten en evalueren van grondwaterverontreiniging. Daarin zocht ze efficiëntere alternatieven voor de bestaande technieken. “Onze grootste vijand blijft de complexiteit van de ondergrond”, lacht Verreydt. “Het is niet eenvoudig meetresultaten juist te interpreteren, zodat je de risico’s perfect kan inschatten.”

Verreydt: “Tot voor kort betekende een overschrijding van de normen dat er moest worden gesaneerd. Dat is echter niet altijd de beste aanpak. Bijvoorbeeld als de verontreiniging lokaal en stabiel is, en op natuurlijke wijze wordt afgebroken. Met onze technologie krijgen onze klanten meer zicht op de mobiliteit van de verontreiniging en het verspreidingsrisico.”

Deksel op de neus

Toch liep de stap van goede resultaten naar een bedrijf niet van een leien dakje. Verreydt won in 2014 een bootcamp van VITO en de Vlerick Business School, waar ze Tim Op ‘t Eyndt leerde kennen. “Ik zag heel veel potentieel. Maar we moesten het product nog verder afwerken, en ermee naar de markt gaan. Maar bij een eerste investeringsronde eind 2016 kregen we het deksel op de neus. Onze investeerders zeiden dat we niet ver genoeg gingen, en ons businessmodel niet rijp genoeg was. We moesten onze marktniche nog creëren. Niet de ‘eenvoudige’ vervuiling van bijvoorbeeld een lekkende mazouttank, maar projecten waar er een risico is dat de verontreiniging zich verspreidt. Gelukkig hebben we toen een aantal proefprojecten kunnen doen, en zo onze technologie naar een niveau kunnen brengen dat onze klanten het ook willen inzetten.”

Onze technologie kan helpen bij een duurzamer gebruik van het grond- en drinkwater

De prille starter werdt geselecteerd voor The Birdhouse, een accelerator die in Antwerpen en Gent, met steun van Belfius en de consultant EY, start-ups begeleidt naar de volgende fase. Verreydt: “Eind 2017 zijn we van start gegaan, en wonnen we de prestigieuze Innovation Award van het Network for Industrially Co-ordinated Sustainable Land Management in Europe. Dat gaf een boost aan onze zichtbaarheid.”

Op het referentielijstje op de website prijken vijf projecten: twee uit de begindagen in het Tsjechische Olomouc en het Franse Rouen; en drie uit 2017: het Europees CityChlor-project in Utrecht, en twee in België. Nochtans heeft iFLUX er al zeventig op de teller. “Heel hard uitpakken met onze realisaties kunnen we zelden”, lacht Tim Op ‘t Eyndt. “Het wil meestal zeggen dat onze klant met een vervuild terrein zit. Dat maakt het niet altijd gemakkelijk om nieuwe klanten te overtuigen dat onze technologie echt werkt, en besparingen van 10 tot 70 procent kan betekenen. Onze belangrijkste doelgroep zijn de milieudeskundigen. Zij moeten vertrouwd geraken met onze technologie.”

Zowat twee derde van de projecten waren in België, al is de markt erg internationaal. Op ‘t Eyndt: “Doordat we op grotere complexe sites mikken, moet je buiten de grenzen kijken. In eerste instantie in de buurlanden, omdat ook daar de regelgeving voldoende ontwikkeld is. Het is belangrijk dat de overheid meegaat in het verhaal, en een kader creëert voor fluxmetingen. In Vlaanderen doet OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij) dat, maar je hebt niet overal zo’n instelling.”

Digitaal

IFLUX blijft aan zijn product sleutelen. Verreydt: “Onze eerste projecten waren passieve metingen: we staken onze samplers in de grond, en die capteerden polluenten in functie van tijd en grondwaterstroming. Ook konden we de snelheid en richting van de grondwaterstroming bepalen. We stuurden de stalen naar het labo en rapporteerden enkele weken later de resultaten aan de klant. Maar die wil realtime resultaten.”

Daarom trok het bedrijfje eind vorig jaar opnieuw de markt op om financiering te vinden voor het nieuwe businessplan, dat internationalisering en digitalisering vooropstelde. In mei stapten Qbic II, het Belgisch interuniversitair risicokapitaalfonds, en de Vlaamse Milieuholding mee in een kapitaalronde die de balans van iFLUX met 1,36 miljoen euro versterkte. Op ‘t Eyndt: “In principe kunnen we daar twee tot drie jaar mee voort, tot midden 2022 ongeveer.”

Met het geld werd het team uitgebreid van drie naar acht mensen, en startte de ontwikkeling van een realtime flux-sensor. Die kan in drie dimensies een continu beeld geven van de grondwaterstroming. Naar eigen zeggen is iFLUX daarmee uniek in de markt, want het Amerikaanse Enviroflux gebruikt nog altijd de basistechnologie die Verreydt in 2012 bestudeerde. “Wij hebben inmiddels onze eigen patenten.”

“Het potentieel is enorm”, weet Op ‘t Eyndt. “Met een netwerk van sensoren kan je naar een ‘slim waternetwerk’ gaan, en het grondwater beter in kaart brengen. Dat kan helpen bij een duurzamer gebruik van het grond- en drinkwater. Dat wordt essentieel voor de drinkwatermaatschappijen, en voor ecologische en industriële toepassingen.”

Bovendien wil IFLUX nog een stap verder gaan, en van probleembeheersing in grondwater evolueren naar preventieve metingen, om vervuiling te vermijden, of om specifiek naar bepaalde stoffen te zoeken. “Daarmee kunnen we alles wat ‘waterig’ is analyseren, en verbreedt de focus naar oppervlaktewater, waterzuivering, en procesflow. Dan kom je uit bij bedrijven die hun proceswater willen analyseren, of willen investeren om later niet met schadeclaims te worden geconfronteerd”, vertelt Verreydt. “Op termijn kan je zelfs naar andere, niet waterige, stoffen, maar nu willen we eerst focussen op water.”

Zodra de grootste investeringen achter de rug zijn, tegen 2022, rekent iFLUX erop break-even te draaien. Tegen dan wil het Nielse bedrijf 20 tot 25 mensen in dienst hebben. “We willen snel internationaal uitbreiden. Voor het laboratoriumdeel werken we samen met SGS, maar we bouwen ook aan een eigen netwerk van partners die het veldwerk voor hun rekening nemen.”

iFlux heeft internationale ambities met technologie om verontreiniging te meten

Partner Content