Hoe zou het nog zijn met… de techbedrijven die in 2013 hun eerste miljoen ophaalden?
In 2013 haalde Gateway een miljoen euro risicokapitaal op. Tien jaar later is niet meer te achterhalen hoe het met dat bedrijf gaat, zelfs niet of het nog bestaat. Zo snel kan het gaan. Aan investeren in jonge techbedrijven hangt een groot risico. Veel starters halen het niet, maar zij die overleven, kunnen uitgroeien tot de nieuwe grote kampioenen. Trends bekijkt hoe het verging met de techstarters die in 2013 hun eerste miljoen durfkapitaal ophaalden.
De technologiefederatie Agoria houdt bij welke jonge techbedrijven durfkapitaal ophalen. Als we de lijst van 2013 vergelijken met die van 2023, valt op hoe broos het Belgische techecosysteem tien jaar geleden nog was. We beperken de vergelijking tot de bedrijven die minstens een miljoen euro ophaalden, de zogenoemde One Million Club. Dat is een concept van Scaleup Vlaanderen, een samenwerkingsverband om scale-ups te begeleiden van Agoria, de accelerator imec.istart en het onderzoekscentrum Sirris.
In 2013 haalden achttien Belgische bedrijven minstens een miljoen euro op, in 2023 waren er dat 151. In 2013 bedroeg het totaalbedrag aan opgehaald kapitaal 96 miljoen euro. Nauwelijks tien jaar later halen sommige bedrijfjes 100 miljoen euro in één keer op. In 2023 haalden de 151 Belgische groeibedrijven – biotech niet meegerekend – 733 miljoen euro kapitaal op. In het topjaar 2022 was dat zelfs 1,4 miljard euro.
Larian, Showpad en itsme zijn de grootste succesverhalen.
Van dertien van die achttien bedrijven gaan we na hoe het hen vergaan is sinds 2013 (zie tabel). Sommige – en niet altijd de meest verwachte – zijn bekende namen geworden, met spraakmakende successen. Omgekeerd zijn er start-ups van ervaren ondernemers die toch niet doorbreken.
Van luchtschip tot digitale videorecorder
CloudFounders bijvoorbeeld werd in 2006 opgericht als Aserver en is een van de bedrijven in de stal van de succesvolle techondernemer Kristof De Spiegeleer. CloudFounders bood kmo’s totaaloplossingen aan voor cloudcomputing. In 2013 en 2014 haalde het bedrijf 4,3 miljoen euro op bij Unicom Technologies in de Verenigde Arabische Emiraten. Maar de grote doorbraak bleef uit en vorig jaar werd het bedrijf failliet verklaard.
Fly Win is een van de ondernemingen van de Luikse seriële ondernemer Laurent Minguet, die vooral bekend werd als oprichter van het beursgenoteerde videotechbedrijf EVS. Hij was in 2004 de Franstalige Manager van het Jaar. In 2013 richtte hij Fly Win op om een luchtschip te ontwikkelen voor duurzaam goederenvervoer. Het bedrijf ging in 2013 van start met een miljoen euro kapitaal van Minguet zelf, via zijn holding Minguet Gestion. Voor de ontwikkeling was evenwel meer kapitaal nodig en dat kwam er niet. Het project werd stopgezet.
Nadat Bart Vancoppenolle in 2009 zijn beursgenoteerde technologiebedrijf Metris had verkocht aan het Japanse Nikon voor 71,5 miljoen euro, richtte hij met Philippe Vandormael – daarvoor de COO van Metris – Right Brain Interface op. In 2013 lanceerde dat bedrijf Bhaalu. Dat is een digitale videorecorder waarmee kijkers het volledige televisieaanbod kunnen opnemen en opslaan in de cloud. Volgens Agoria had Bhaalu in 2013 een oorlogskas van 6 miljoen euro opgehaald kapitaal. Dat was nodig, want de tv-zenders zagen Bhaalu als een bedreiging en trokken naar het gerecht. De rechter gaf de tv-zenders gelijk en Bhaalu moest stoppen. Of toch niet? In 2020 kwam er een nieuw initiatief van het ondernemersduo onder de naam Choice, een platform voor televisie, onlinevideo en direct marketing. Kijkers kunnen er naast de Vlaamse zenders ook Netflix, YouTube of andere content aanraden. Dat moet leiden tot een Spotify van het tv-kijken, met persoonlijke afspeellijstjes die je kunt delen. Choice haalde 2,5 miljoen euro op via crowdfunding en noteerde op het Access-segment van de Euronext-beurs. In 2021 kwam het in de problemen, maar het bestaat nog altijd. Op Euronext kost een aandeel nog 1,75 euro, tegen 14 euro drie jaar geleden.
DNA en digitale menuborden
Ook Insilico en Step4Media bleken zakenideeën waar geen rendabel zakenmodel voor werd gevonden. Insilico Genomics, een spin-off van de Brusselse universiteiten ULB en VUB, sloot zijn eerste kapitaalronde in 2013 prompt af met een groter bedrag dat het voor ogen had. Het haalde 1,2 miljoen euro op bij bekende businessangels uit de biotech als Désiré Collen en Jean Stéphenne, en bij de oprichters van het betaalbedrijf Ogone, Harold Mechelynck en Thierry Pierson. Het bedrijf had een platform om genetische gegevens op te slaan zodat de zorg meer op maat van de patiënt zou kunnen gebeuren. In 2017 haalde de start-up de kranten met GenePlaza. Op dat platform kon men zijn DNA laten registreren op dat platform, waarna de genetische info werd gebruikt om te bepalen hoeveel kans iemand had op bepaalde aandoeningen. Het bleek de laatste stuiptrekking te zijn, een jaar later werd het bedrijf vereffend.
De Limburgse ondernemers Raf Vanreusel en Ben Vanderstukken richtten in 2006 hun digitaal marketingbureau Step4Media op. Ze specialiseerden zich na verloop van tijd in soft- en hardware voor digitale menuborden in de horeca. De start-up kwam in 2010 naar Hasselt en haalde drie jaar later een miljoen euro op, een mix van risicokapitaal van het Arkimedes II-fonds, geld van businessangels en een banklening. Ondanks de aanvankelijke interesse in het product, kwam de doorbraak er niet. Het bedrijf ging failliet in 2015.
Verkocht aan Amerikanen
Nogal wat mensen maken zich zorgen wanneer weer eens een Belgisch techbedrijf wordt verkocht aan een buitenlandse overnemer, maar dat is nergens voor nodig. Elk ecosysteem heeft nood aan een gezonde mengeling van bedrijven die op eigen kracht groot worden, en start-ups die worden overgenomen. De ondernemers achter die ‘exits’, zoals ze in jargon worden genoemd, pompen het geld dat ze met de verkoop hebben verdiend vaak weer in andere start-ups. Of ze gebruiken de lessen die ze leerden en het netwerk dat ze opbouwden om met hun volgende bedrijf verder te springen.
Elk ecosysteem heeft nood aan een gezonde mengeling van bedrijven die op eigen kracht groot worden, en start-ups die worden overgenomen.
Het Gentse Zentrick, gespecialiseerd in interactieve videoreclame, was het eerste bedrijf waar Fortino Capital van Duco Sickinghe en Renaat Berckmoes in investeerde. Het ging om 2,2 miljoen euro in 2013, nadat het in 2010 opgerichte bedrijf een jaar eerder al 300.000 euro zaaikapitaal had opgehaald. Frederik Neus, die Zentrick oprichtte met Pieter Mees en Pieter Delbeke, werd in 2017 CEO en gooide het roer om. Zentrick werd winstgevend en groeide zo hard dat het in 2018 hoog eindigde in de Deloitte Fast Fifty met snelst groeiende Belgische techbedrijven. In 2019 verkochten de oprichters en Fortino het Gentse bedrijf voor een onbekend bedrag aan het Amerikaanse softwareplatform DoubleVerify, dat het bereik van digitale media meet en analyseert voor de reclamewereld. Frederik Neus bleef voor DoubleVerify werken tot begin 2022, nu is hij vooral een investeerder in enkele bedrijven. Er werkten volgens Trends Business Information dat jaar een twintigtal mensen voor Zentrick, dat 2,8 miljoen euro brutomarge haalde en na een winstgevend 2021 in 2022 het jaar afsloot met 177.000 euro verlies.
Verkocht aan Japanners en Zweden
De Limburgse broers Thomas en Bob Koninckx richtten eSaturnus in 2007 op als een spin-off van de KU Leuven. Het techbedrijf digitaliseerde operatiekamers, waardoor de chirurgen beter hun patiënt konden monitoren tijdens een operatie. In 2013 kreeg eSaturnus een achtergestelde lening van 2,5 miljoen euro van PMV, het investeringsfonds Think2Act Arkiv en het management. Met zijn technologie was eSaturnus een pionier, maar de strijd met de concurrentie was moeilijk. In 2016 verkochten de oprichters het bedrijf aan het Japanse Sony Medical. Thomas en Bob Koninckx verlieten het bedrijf in respectievelijk 2020 en 2023. Volgens Trends Business Information telt eSaturnus nu 25 werknemers, met een klein verlies vorig jaar na een winstgevend 2022.
De wetenschappers Lode Missiaen en Thierry Salvant richtten in 1999 Luciad op als een spin-off van de KU Leuven. Luciad maakt software om geodata van satellieten, sensoren, weerstations of radars te analyseren en te visualiseren. Heel wat bekende luchtvaartbedrijven en militaire organisaties – waaronder de NAVO – werden klant. In 2013 stapte het investeringsfonds Gimv in het bedrijf. In 2017 nam de Zweedse multinational Hexagon Luciad over voor een onbekend bedrag. Het Leuvense bedrijf heet nu Hexagon Geospatial en wordt geleid door Frank Suykens. In 2022 draaide het volgens Trends Business Information 16,4 miljoen euro omzet.
Snel en efficiënt
Wellicht de bekendste maar zeker de snelste exit van een lid van de One Million Club, is die van Engagor. Folke Lemaitre richtte het bedrijf op in 2011 nadat hij het klappen van de zweep had geleerd bij het sociale netwerk Netlog. Engagor ontwikkelde een tool om voor grote merken te monitoren en te analyseren wat er over hen werd gezegd op sociale media. Het Gentse bedrijf legde een mooi parcours af. Na een jaar draaide het al 1 miljoen euro omzet en in 2013 haalde het 2 miljoen euro op bij een kapitaalronde geleid door het Belgische Hummingbird Ventures. Engagor opende een kantoor in de VS. In 2014 werkte de scale-up aan een nieuwe ronde – het mikte op 15 miljoen euro – maar plots kwam er een overnamevoorstel van het Amerikaanse Clarabridge. Engagor werd zo een van de eerste geslaagde exits in de toen nog ontluikende Belgische techscene. Folke Lemaitre bleef nog even aan de slag bij Clarabridge, dat in 2016 zelf werd overgenomen door het Amerikaanse Qualtrics.
Ik ben het
Uiteindelijk blijven op de lijst vijf bedrijven over die nog zelfstandig aan de weg timmeren of al een succesverhaal zijn. De grootste verrassing komt van de grootbanken. Tien jaar geleden richtten ze een fintechbedrijf op, waarvan de app nu op massaal veel smartphones staat. In 2013 investeerden Proximus en BNP Paribas Fortis als eersten samen 11 miljoen euro in Belgian Mobile ID. Tussen 2014 en 2016 haakten ook de banken Belfius, ING en KBC hun wagonnetje aan, net als de operatoren Orange Belgium en BASE (Telenet). In 2017 lanceerde dat consortium de digitale identiteit itsme. Met die app kunnen we ons online identificeren en documenten ondertekenen, zonder kaartlezer.
Het werd een instantsucces, zeker toen het vanaf 2018 ook mogelijk werd om met itsme in te loggen op Tax-on-Web, het digitale belastingplatform. In datzelfde jaar haalde itsme 13 miljoen euro extra kapitaal op voor verdere expansie en in 2019 haalde de app de kaap van één miljoen gebruikers. Twee jaar later ging itsme Europees, te beginnen in Nederland. Onder meer door de coronapandemie en de versnelde digitaliseringsnood steeg het aantal actieve gebruikers in 2021 naar vijf miljoen. Itsme haalde dat jaar ook 24,7 miljoen euro op, waarvan 14,5 miljoen van de overheid kwam via het investeringsvehikel FPIM. De federale overheid kreeg zo 20 procent van itsme in handen. Anno 2023 telde itsme meer dan zeven miljoen gebruikers en waren de Belgische activiteiten voor het eerst winstgevend. Itsme deed vorig jaar ook zijn eerste overname met het Leuvense nextAuth en kondigde onlangs ook nieuwe internationale ambities aan.
Google van de farma
Medeoprichter Hans Constandt had een sterke wil tot slagen omdat Ontoforce ontstond vanuit een zoektocht naar medische informatie voor zijn eigen kind. Hij droomde van een zoekmachine voor de farma – de sector waarin hij werkte. Daarmee zouden grote farmabedrijven – onder meer Roche en UCB werden snel klant – informatie kunnen halen uit grote databestanden met klinische studies of wetenschappelijke publicaties, met het oog op de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen. Dat ‘Google van de farma’ sprak tot de verbeelding, maar het was in de beginperiode niet makkelijk om er een rendabel zakenmodel rond te bouwen. In 2013, twee jaar na de oprichting, haalde het bedrijf dat bij de opstart werd begeleid door de accelerator imec.istart, een miljoen euro op bij het Limburgse investeringsfonds LRM en de Vlaamse overheidsvehikels SOFI en iMinds. In 2016 deed het een ronde van 2,1 miljoen euro bij het Amerikaanse Life Science Innovation Fund, de Belgische fondsen PMV en LRM en de businessangel Luc Vauterin. In 2018 stapte Korys – het fonds van de familie Colruyt – en Heran Partners in bij de kapitaalronde van 4,3 miljoen euro. Na tien jaar hard aan de weg timmeren gaf Hans Constandt de operationele leiding door aan de ervaren Valerie Morel. Zij zet het Gentse bedrijf met kantoor in het Amerikaanse Boston nu op weg naar groei en het break-evenpunt. In 2023 haalde Ontoforce een omzet van 5 miljoen euro en telde het 48 medewerkers.
De Netlog-maffia
De grootste twee bedrijven van de One Million Club-lichting 2013 zijn ondertussen stevig uit de kluiten gewassen kmo’s met honderden werknemers en een stevige omzet. Het is interessant Engagor en Showpad te vergelijken. Net als Engagor werd Showpad opgericht door leden van ‘de Netlog-maffia’, werknemers van Netlog die later zelf een bedrijf startten. Engagor haalde in 2013 net iets meer op dan Showpad, maar Folke Lemaitre koos voor een verkoop. Pieterjan Bouten, Louis Jonckheere en Peter Minne, die Showpad boven het doopvont hielden in 2011, wilden het op eigen kracht maken. In 2013 richtte Showpad, dat een tool voor sales enablement ontwikkelde, al zijn eerste kantoor in de VS op en werd de eerste kapitaalronde afgesloten. Die eerste ronde van 1,6 miljoen werd de opmaat voor verschillende rondes van in totaal zo’n 170 miljoen euro om de snelle groei en internationale expansie van de scale-up te ondersteunen. Hummingbird Ventures was een van de eerste believers, later stapten de Amerikaanse fondsen Dawn Capital en Insight Partners in.
Het Gentse bedrijf werd een van de vaandeldragers van de Belgische techscene en Pieterjan Bouten en Louis Jonckheere groeiden in het Belgische ecosysteem uit tot heel geëngageerde rolmodellen. Ze investeerden ook in tal van beloftevolle start-ups. De coronacrisis noopte Showpad tot een herstructurering, waarna het bedrijf de focus verlegde van snelle naar meer duurzame groei.
Onlangs gaf het ondernemersduo zijn operationele functies in Showpad op. Louis Jonckheere is nu de CEO van de Gentse start-uphub Wintercircus en Pieterjan Bouten richtte mee de start-upstudio Entourage op. Hendrik Isebaert is nu de CEO van Showpad. Het bedrijf telt meer dan vierhonderd werknemers wereldwijd en draaide in 2023 voor het eerst break-even. De ambitie is om de komende twee jaar de kaap van de honderd miljoen dollar omzet te ronden als winstgevend bedrijf.
Topgames
Maar het grootste succesverhaal is dat van Larian Studios. De game-ontwikkelaar was onlangs de grote winnaar van de Britse Bafta Game Awards, nadat zijn blockbustergame Baldur’s Gate 3 enkele weken geleden in Los Angeles ook al tot spel van het jaar werd uitgeroepen op de Game Awards. Swen Vincke richtte Larian Studios in 1996 op in Gent. De eerste jaren zag hij zwarte sneeuw, na 2010 kwam de omslag. De West-Vlaming besloot zelf zijn games uit te geven en haalde in 2013 bij PMV en het crowdfundplatform Kickstarter 1,5 miljoen euro op. Dat geld werd gebruikt voor Divinity: Original Sin, dat in 2014 uitkwam en de eerste wereldkaskraker werd van Larian Studios.
De Gentse gamestudio groeide sindsdien uit tot een multinational met vestigingen in Barcelona, Guildford, Kuala Lumpur, Quebec City en Dublin. Naar die laatste stad verplaatste Larian Studios ook zijn hoofdzetel. Het bedrijf is nu voor 30 procent eigendom van de Chinese techreus Tencent, heeft 450 werknemers en een geschatte omzet van honderd miljoen euro. David Verbruggen van de koepelorganisatie Belgian Games schat dat Baldur’s Gate 3 al meer dan een miljard euro inkomsten heeft opgeleverd. Swen Vincke bleef en blijft altijd geloven in zijn visie, ook als die inging tegen de verwachtingen. Zo kondigde hij tot veler verrassing aan dat er geen Baldur’s Gate 4 komt, maar iets helemaal nieuws.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier