Harald Schwager (BASF): ‘We willen in Europa produceren voor Europa’
BASF wil best verder investeren in onze contreien. Maar het moet hier dan wel niet gekker meer worden met de onzekerheid over beleid en energie- en loonkosten. Dat zegt Harald Schwager, de grote baas voor Europa bij de Duitse chemiereus.
BASF wil best verder investeren in onze contreien. Maar het moet hier dan wel niet gekker meer worden met de onzekerheid over beleid en energie- en loonkosten. Dat zegt Harald Schwager, de grote baas voor Europa bij de Duitse chemiereus, in een interview in het weekblad Trends.
Wie in België industrie zegt, denkt meteen aan de chemiesector. Daarin is BASF Antwerpen met een vijftigtal fabrieksinstallaties en zowat 3000 werknemers de sterkhouder. Maar BASF Antwerpen is ook een grootverbruiker van energie. De loodzware energiefactuur, gecombineerd met de bekende hoge loonkosten, wakkeren sporadisch de vrees aan dat het Duitse moederhuis BASF zijn activiteiten in België op een steeds lager pitje zal zetten. Niemand is beter geplaatst dan Harald Schwager om daarover de puntjes op de i te zetten.
Schwager is in de directie van BASF verantwoordelijk voor Europa in ruime zin, in deze inclusief Afrika en het Midden-Oosten. Bovendien is hij verantwoordelijk voor de omvangrijke business van BASF in olie en gas.
Schaliegas verandert de verhoudingen erg snel. Hoe groot is het gevaar dat BASF een deel van zijn business uit deze regio weghaalt als Europa niet snel reageert?
Schwager: “De chemiesector investeert typisch in grote fabrieken in markten waar de producten ook worden verbruikt. We houden er niet van onze producten de wereld rond te transporteren. Bovendien is de sector erg kapitaalintensief. We kunnen niet van de ene op andere dag beslissen een fabriek bij wijze van spreken op te pakken en ze elders neer te poten. Als we ergens een fabriek bouwen, runnen we die doorgaans voor meer dan vijftig jaar. Daarom ook bekijken we elke investeringsbeslissing op de heel lange termijn. We moeten vertrouwen op de voorspelbaarheid van het beleid en het politieke kader. Als de politiek om de twee jaar verandert, zullen we geneigd zijn naar plaatsen te trekken waar die betrouwbaarheid wel hoog is. Met andere woorden, op het moment dat we beslissen hier ergens in Europa een fabriek te sluiten, zal niemand zich wellicht herinneren dat in dat land tien jaar eerder werd beslist de energieprijzen te verhogen, waardoor de fabriek na verloop van tijd niet langer competitief was. Het spreekt voor zich dat indien we morgen een investeringsbeslissing zouden moeten nemen, die niet gunstig zou uitvallen voor Europa. We hebben trouwens al beslist sommige nieuwe investeringen in de VS te doen.”
“Maar we willen in Europa produceren voor Europa. We hebben overigens gezegd dat we tussen 2002 en 2020 onze energie-efficiëntie met 35 procent zouden verhogen. We zullen daar ook in slagen. Maar we moeten wel een omgeving vinden om te kunnen investeren. Daarom ben ik wat bezorgd over dat blame and shame-spelletje tussen Europese landen onderling.”
België heeft hoge energie- én loonkosten en het land ademt politieke onzekerheid uit. Dat maakt Antwerpen wel erg kwetsbaar.
Schwager: “BASF heeft gekozen voor grote Verbund-sites, die sterk geïntegreerd zijn in productie en infrastructuur en zo kosten- en energiebesparend werken. Voor Europa zijn dat Ludwigshafen en Antwerpen. In de VS zijn dat Freeport en Geismar in het zuidoosten, en in Azië Nanjing in China en Kuantan in Maleisië. Wat Europa betreft, denken we er niet aan een derde Verbundsite te vormen. Als hier een nieuwe investering komt, zou die moeten gaan naar Ludwigshafen of Antwerpen. We bekijken dan het volledige plaatje. Lonen, energie, belastingen, maar ook de voordelen van infrastructuur of knowhow van de werknemers of de integratie van de sites.”
Hier wordt nochtans al langer gevreesd dat Antwerpen zal worden afgebouwd ten voordele van Ludwigshafen.
Schwager: “We hebben indertijd voor Antwerpen gekozen omdat we daardoor toegang kregen tot de zee. Dat is vooral belangrijk voor producten met een groot volume. We produceren in Antwerpen bijna 10 miljoen ton producten, wat tussen haakjes meer is dan Ludwigshafen. Als de productie van eenzelfde product in de VS nu zou stilvallen, bijvoorbeeld door een defect, kan dat product gemakkelijk vanuit Antwerpen naar Azië of de VS worden getransporteerd. Dat zou niet werken in Ludwigshafen. Het voordeel van Ludwigshafen is dan weer dat het meer downstream (raffinage, distributie en verkoop van de producten, nvdr) zit in de waardeketen. De twee sites, die ik beide nog heb geleid, zijn met andere woorden volledig complementair.”
Wat is uw advies aan de Belgische regering?
Schwager: “Het is niet aan ons om advies te geven. Maar we hebben een belangrijke vraag. Zorg alstublieft voor een solide en gezond langetermijnbeleid. We willen niet dat het beleid elke vier of vijf jaar verandert. Dat is nadelig voor onze business. Neem de belastingen. Als de regering beslist bedrijfsbelastingen te verhogen en dan the hard way leert dat het een slechte beslissing was en vijf jaar later die belasting weer verlaagt, verhoogt dat voor ons het politieke risico om hier te investeren. We willen zekerheid. Niets is zo erg als volatiliteit.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier