Frank Vancamp (KPMG): ‘De auto-industrie herstelt pas over twee jaar’

FRANK VANCAMP "Het aantal mensen dat elke dag de verplaatsing naar kantoor maakt, zal structureel dalen."
Wolfgang Riepl
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

De coronacrisis zal diep snijden in de autosector, verwacht Frank Vancamp, de Vlaamse mobiliteitsexpert bij KPMG. “De automarkt gaat geen gemakkelijke periode tegemoet. Het herstel komt er misschien pas na twee jaar, of nog later.”

KPMG ondervraagt elk jaar sectorkenners in de wereldwijde auto-industrie. De Global Automotive Executive Survey wordt normaal vroeg in het jaar voorgesteld, maar deze keer was er vertraging. De studie focust dit jaar bijna volledig op de gevolgen van de coronacrisis. “De wagenverkoop is zeer conjunctureel gebonden. Er zijn veel economische scenario’s, maar de meeste gaan uit van een stevige economische terugval”, zegt Frank Vancamp.

Uit de studie blijkt dat de consument bang is en het openbaar vervoer mijdt. Dat zou de autoverkoop kunnen aanzwengelen?

FRANK VANCAMP. “Jarenlang stimuleerden de overheden de burgers om vaker het openbaar vervoer te gebruiken. Met de coronacrisis veranderden ze noodgedwongen het geweer van schouder. Het gebruik van het openbaar vervoer werd zelfs afgeraden, al is die tendens nu weer wat achter de rug. Voor de consument is de verleiding dan groot. De wagen is een veilige omgeving. Maar er is ook een grote toename van telewerk. Het aantal mensen dat elke dag de verplaatsing naar kantoor blijft maken, zal structureel dalen.”

De marktleider, D’Ieteren Groep, de invoerder van Volkswagen Groep (Audi, Porsche, Skoda, Volkswagen), verwacht onder meer door de stijging van telewerk dit jaar een daling van de verkoop van nieuwe wagens met 21 procent naar 435.000 stuks.

VANCAMP. “Er zijn al minder verplaatsingen. Meer en meer bedrijven willen hun autoleasecontracten verlengen. Ruim de helft van de nieuwe inschrijvingen van wagens in België zijn bedrijfswagens. Als die beweging vertraagt, bijvoorbeeld door een verlenging van de leasecontracten, heeft dat een impact op de verkoop. Dat komt boven op de algemene impact van de coronacrisis. Het is niet uitgesloten dat veel bedrijven de komende maanden zullen herstructureren. Dat betekent minder personeel, dus ook minder bedrijfswagens. De prognoses van Febiac en Traxio zijn nog slechter. De verkoop van nieuwe wagens zou met een vijfde tot zelfs een derde dalen. Minder verkoop betekent meer concurrentie tussen de autodealers, lagere marges, enzovoort.”

FRANK VANCAMP
FRANK VANCAMP “België is een ideaal land voor elektrische oplaadinfrastructuur: klein en dichtbevolkt.”

De leasemaatschappijen zien door het dreigende overaanbod ook de restwaarde van de wagens verdampen.

VANCAMP. “Als de verkoop van nieuwe wagens onder druk staat, zal de tweedehandsmarkt dat ook voelen. Dat kan een impact hebben op de inschattingen die de leasemaatschappijen maken over de restwaarde van de wagens. Als het aanbod op de tweedehandsmarkt stijgt, kunnen er verliezen ontstaan bij de restwaarde.”

Wat wordt de impact van de dalende verkoop op Audi Brussels en Volvo Gent?

VANCAMP. “Die twee fabrieken hebben potentieel. Er is de negatieve impact van de wagenverkoop, maar dat moet niet zo bij de wagenproductie zijn. Volgens ons onderzoek blijft de langetermijntrend naar vergroening ook na de coronacrisis overeind. Audi Vorst en Volvo Gent zetten volop in op groene technologie. Overheden willen het gebruik van groenere wagens stimuleren.”

Ook in 2030 zullen er nog diesels en benzinemotoren rondrijden, maar ze zullen niet langer de markt domineren.

VANCAMP. “Wat het bepalende aandrijfsysteem wordt, zal vooral afhangen van de energiegrondstoffen die een land heeft. Ook voor elektrische wagens en batterijen heb je grondstoffen nodig. Bovendien moet je in de nodige infrastructuur voorzien. België is een ideaal land voor elektrische oplaadinfrastructuur: klein en dichtbevolkt. Ook de technologie van de volledig elektrische wagen wordt steeds beter, maar is nog niet volledig af. Zolang er geen grote volumes worden gehaald, zullen de prijzen relatief hoog blijven.”

Dat verklaart de forse opgang van de hybride wagens.

VANCAMP. “In de eerste maanden van dit jaar waren de hybride wagens goed voor liefst een kwart van de nieuw ingeschreven wagens. Het is psychologisch heel belangrijk voor de bestuurder dat die wagen niet stilvalt als de batterij leeg is. Dan schakel je gewoon over naar een klassieke verbrandingsmotor.”

De doorbraak van volledig elektrische wagens is bovendien zeer afhankelijk van het subsidiebeleid.

VANCAMP. “Subsidies komen onder druk door de hoge overheidsuitgaven. De coronacrisis versterkt die tendens. De vooruitzichten zijn dus niet goed. De regeringen hebben andere prioriteiten. De Vlaamse regering heeft de vraag naar een premiesysteem voor de aankoop van een elektrische wagen voorlopig afgeketst. Voor de Vlaamse regering is niet enkel de groene problematiek belangrijk, maar ook de algemene mobiliteit. Een gewone wagen vervangen door een elektrische wagen lost de files niet op.”

De belegger blijft nochtans kicken op het gigantische potentieel van elektrische wagens. Op 1 juli werd Tesla in beurswaarde de grootste autogroep van de wereld, voor Toyota.

VANCAMP. “In onze studie staat BMW als producent van elektrische wagens op de eerste plaats. Tesla op twee, Toyota op drie. Tesla heeft een heel mooi imago. Maar het produceert slechts een fractie van wat Toyota haalt. Je moet dat in het juiste perspectief zien.”

Bij de consument staat Tesla met stip vooraan. Vanwaar dat verschil in perceptie tussen de automanagers die KPMG ondervraagt, en het brede publiek?

VANCAMP. “De automanagers gaan ervan uit dat de volledig elektrische wagen nog niet voor elke situatie en voor elke consument de gepaste oplossing biedt. De grote klassieke autoproducenten bieden naast elektrische wagens ook andere variaties van aandrijfsystemen aan: hybride, cng, verbrandingsmotoren. Hun gamma is veel breder.”

‘Wagenbelasting kan aanzienlijk stijgen’

Frank Vancamp is ook een specialist in wagenfiscaliteit. De toestand in België maakt hem bezorgd. Vanaf 2021 wordt de wagenfiscaliteit berekend op basis van nieuwe uitstootnormen (WLTP). Volgens prognoses stijgen de belastingen op de wagen daardoor met gemiddeld een vijfde. “Het fiscale landschap in België is heel versnipperd. Er zijn de klassieke belastingen op federaal niveau. Er zijn de regionale belastingen, die verschillen per gewest. Als je de impact van WLTP fiscaal wil neutraliseren, zal je dat op diverse niveaus moeten afstemmen. Daar is nog geen duidelijkheid over. In haar regeerakkoord meldt de Vlaamse regering dat de omschakeling naar WLTP zou gebeuren, en dat de impact daarvan globaal neutraal zou moeten zijn. Globaal, er is niets gezegd over individuele wagenmerken en -modellen. Ook bij bescheiden wagens is er soms een sterke stijging van de fiscale factuur, het gaat niet noodzakelijk om grotere wagens. Federaal is nog niet zo duidelijk wat er zal gebeuren, terwijl dat belangrijk is voor de vennootschaps- en personenbelasting. De emissiestandaarden zijn ook geen fiscaal verhaal. De Europese Commissie heeft die ingevoerd, maar ambieerde daarmee geenszins een belastingverhoging. In eerste instantie moeten de WLTP-normen correcte informatie geven over de uitstoot van de wagens. Maar de gevolgen zijn wel fiscaal, omdat de emissies vaak de basis zijn voor fiscale berekeningen.”

Partner Content