Financieringstips voor kmo’s in de coronacrisis: vijf alternatieven voor het bankkrediet

Patrick Claerhout
Patrick Claerhout redacteur bij Trends

De coronacrisis dreigt veel kmo’s in financiële problemen te brengen. Welke zijn, naast het klassieke bankkrediet, de alternatieve financieringsmogelijkheden waarop ze een beroep kunnen doen?

Gesloten winkels, cafés en restaurants. De helft van de Belgische bedrijven hebben hun productie stopgezet. De toestand is ernstig: heel wat ondernemingen worden geconfronteerd met cashflow- en financieringsproblemen. In normale tijden is het klassieke bankkrediet de toegankelijkste en goedkoopste vorm van financiering voor kmo’s. Daarnaast zijn er alternatieve mogelijkheden, maar die zijn vaak minder goed bekend of vallen duurder uit. In tijden van crisis kunnen zij bedrijven wel zuurstof geven. “Een belangrijke troef van alternatieve financiering is dat die de toekenning van een bancair krediet vergemakkelijkt”, zegt Bart Eekhaut van het Client Advice Team Business Funding van ING België. Hij zet de belangrijkste alternatieven op een rij.

1. Leasing

Financiële leasing is de meest voorkomende vorm van alternatieve financiering. De techniek wordt vooral gehanteerd om gebouwen, machines en voertuigen te verwerven. Via een gespecialiseerd filiaal financiert de bank de aankoop van het investeringsgoed en wordt ze er eigenaar van. Het bedrijf betaalt huur voor het gebruik. Aan het einde van het contract kan de onderneming de activa verwerven tegen een vooraf bepaalde afkoopsom.

Eekhaut: “Twintig jaar geleden gebruikten vooral heel grote bedrijven leasing. Intussen is de techniek ingeburgerd en wordt die door steeds meer kmo’s ontdekt. Ze biedt hen de mogelijkheid het werkkapitaal zo hoog mogelijk te houden. Bij leasing wordt bovendien de btw op de aanschafprijs betaald per facturatieschijf. Ondernemers begrijpen steeds meer de voordelen, zoals de spreiding van de btw-betaling. Het is een makkelijke manier om grote investeringen te financieren.”

2. Factoring

Bij factoring verkoopt een bedrijf zijn facturen met een korting aan een factormaatschappij. Op die manier moet de onderneming een vordering niet zelf innen, vermijdt ze laattijdige betaling en komt het geld sneller binnen. Ze koopt de zekerheid dat haar facturen op de vervaldag worden betaald en bespaart de kosten voor de opvolging. De factormaatschappij kan ook het betalingsrisico overnemen of een kredietverzekering mee opnemen in het contract.

“Vroeger werd factoring vooral gebruikt door ondernemingen in moeilijkheden. Daardoor worstelde de techniek met een imagoprobleem”, beseft Eekhaut. “Wie er gebruik van maakte, stond te boek als een leverancier met financiële problemen. Daarin is verandering gekomen. Ook grote gezonde bedrijven doen een beroep op factoring, omdat zij het belang van een goed cashflowmanagement inzien.”

Factoring is een iets duurdere financieringsvorm. Een bedrijf verkoopt zijn vorderingen met een korting. Die is in grote mate afhankelijk van de kwaliteit van de debiteurenportefeuille. “Wie over een goede klantenportefeuille beschikt, kan bij ING Commercial Finance snel 70 tot 90 procent van de vordering ontvangen”, zegt Eekhaut.

3. Crowdfunding en -lending

Een beroep doen op het grote publiek – de crowd – als aanbrenger van kapitaal (crowdfunding) of leningen (crowdlending) is een recente vorm van alternatieve financiering. In België kan crowdfunding mooie groeicijfers voorleggen, maar al bij al blijft de markt klein, met 25 tot 30 miljoen euro per jaar. Het financieringskanaal wordt vooral gebruikt door startende ondernemers en groeibedrijven, die online bij het grote publiek aankloppen.

“Bedrijven maken vaak gebruik van crowdfunding uit marketing- en publiciteitsoverwegingen”, zegt Eekhaut. “Je kunt er een netwerk van geïnteresseerden in je product mee opbouwen. Financieel is crowdlending minstens even interessant. Het kan de basis leggen voor de toekenning van een eerste of een extra bankkrediet. En mogelijk genieten de onderneming en de investeerder fiscale voordelen.”

Maar onderschat het werk niet dat ermee gepaard gaat. Bij crowdlending moet het bedrijf kleinere financiers overtuigen. Dat kunnen zowel particulieren als ondernemingen zijn. Zij vragen een financieel plan, ofwel doet het leenplatform de risicoanalyse voor hen. “Crowdlending is hard werken”, zegt Eekhaut. “Het heeft als voordeel dat de kredietgever bereid is een hoger risico te nemen dan bij een bankkrediet, waardoor het iets duurder uitvalt.”

4. Risicokapitaal

De voorbije jaren deden heel wat innovatieve techbedrijven, starters en groeibedrijven een beroep op equityfondsen (durfkapitaal- of investeringsfondsen). Dat zijn risicokapitaalverschaffers die een participatie in een bedrijf nemen en mee de groei financieren. De bank ING werkt daarvoor samen met verschillende partners, zoals iMinds. Ook familyoffices en succesvolle ondernemers hebben zulke fondsen opgericht.

“Equityfondsen zorgen ervoor dat start-ups de volgende stap kunnen zetten”, aldus Eekhaut. “Ze maken het hen mogelijk een product of een dienst te commercialiseren en grotere investeringen te doen. De fondsen hebben een belangrijk gat in de financieringsmarkt gevuld. Tot voor enkele jaren moesten beloftevolle Belgische bedrijven vanaf een bepaalde kapitaalronde naar het buitenland, nu vinden ze ook in eigen land financiering.”

Risicokapitaal neemt de vorm aan van een tijdelijke aandelenparticipatie, een achtergestelde lening of een converteerbare obligatielening. Het is een financieringsvorm die het eigen vermogen versterkt en de groei van een bedrijf kan versnellen. Kapitaalverschaffers bieden doorgaans ook managementondersteuning. Zij vragen wel duidelijkheid over de exitmogelijkheden over vijf tot zeven jaar.

5. Overheidsgaranties

Kmo’s die problemen ondervinden om een klassieke bankfinanciering af te sluiten, kunnen bij regionale overheidsinstellingen terecht. Het gaat onder meer om PMV/z in Vlaanderen, Sowalfin in Wallonië en Finance.Brussels in Brussel. Die stellen zich garant voor een deel van de verbintenissen die de kmo’s aangaan. In Vlaanderen dekt de waarborgregeling van PMV tot 75 procent van het geleende bedrag, tot maximaal 1,5 miljoen euro.

“Banken treden op als waarborghouder en hebben bijvoorbeeld voor PMV/z een volmacht om de waarborgregeling te gebruiken tot een bedrag van 750.000 euro”, vertelt Eekhaut. “Dat creëert een grote flexibiliteit. Daarnaast bestaat onze rol erin de klanten bij te staan om een goed dossier samen te stellen en hen door het aanvraagtraject te begeleiden. Voor het verkrijgen van de waarborg moet de onderneming een eenmalige premie van 0,5 procent betalen.”

Om de coronacrisis te lijf te gaan heeft de Vlaamse regering 100 miljoen euro uitgetrokken om die regeling uit te breiden. Op die manier kan PMV ook overbruggingskredieten voor bestaande niet-bancaire schulden tot twaalf maanden waarborgen. In de bestaande waarborgregeling werden facturen tot slechts drie maanden gewaarborgd. De premie voor de crisiswaarborg is ook lager: slechts 0,25 procent. Op die manier hoopt de Vlaamse overheid dat bedrijven die hun personeel niet kunnen betalen, grondstoffen niet kunnen aankopen of facturen niet kunnen voldoen, makkelijker financiering van hun werkkapitaal vinden bij de bank.

Partner Content