Eerste hernieuwbare energiegemeenschap voor bedrijven in Dendermonde
Het Dendermondse industrieterrein Bosveld/Hoogveld wil de eerste hernieuwbare-energiegemeenschap op de bedrijventerreinen in Vlaanderen zijn. Gezamenlijke investeringen in hernieuwbare energie moeten de CO2-uitstoot over drie jaar halveren tot 6000 ton per jaar.
Het initiatief ontstond in de schoot van de 130 leden tellende Businessclub Dendermonde. “Projecten uitvoeren zit in ons DNA”, zegt voorzitter Hugo Van den Broecke, een voormalige algemeen directeur van het staalbouwbedrijf Intersig. De club lanceerde in het verleden projecten rond camerabewaking, mobiliteit en de aanleg van een eigen glasvezelnetwerk op het industrieterrein Bosveld/Hoogveld. Vijf jaar geleden besloten ze te streven naar meer klimaatneutraliteit.
Dat resulteerde in de oprichting van Lovitas. Die vennootschap wil zowat 58 miljoen euro investeren in hernieuwbare energie: zonnepanelen, windmolens, batterijen en een warmte-krachtkoppelingsinstallatie. Nog eens 10 miljoen euro gaat naar software-ontwikkelingen. De bedoeling is dat de deelnemers op het bedrijventerrein energie met elkaar uitwisselen.
“Dat klinkt eenvoudiger dan het in werkelijkheid is”, weet Pieter-Jan Van De Weghe, manager Smart Energy Link bij de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Oost-Vlaanderen. “Dat impliceert dat bedrijfsleiders elkaar vertrouwen en hun gemeenschappelijke belang vooropstellen.”
Concreet wil het zeggen dat stuurbare activa – zoals koel- of diepvriesinstallaties, elektrische heftrucks en wagens, en machines zoals een metaalshredder – worden gebruikt in functie van de gemeenschap. “Maar dat betekent niet dat we gezamenlijk minder zullen verbruiken”, waarschuwt Van den Broecke. “In elke simulatie die we maakten, stijgt het elektriciteitsverbruik. Maar we stoten wel 6000 ton CO2 minder uit door slimmer te verbruiken op het moment dat er hernieuwbare energie beschikbaar is.”
“Europa zet volop in op energiegemeenschappen. Maar in een energiegemeenschap is de gemeenschap belangrijker dan het energiedeel”, zegt Frederik Loeckx, directeur van Flux 50, de Vlaamse clustervereniging rond slimme energie. “Je kunt bedrijven niet dwingen deel te nemen. Je hebt alleen een wortel, maar geen stok.” 45 bedrijven hebben al aangegeven dat ze willen meedoen met Lovitas.
Regelluwe zone
De bedrijfsleiders bewustmaken is niet het enige obstakel voor Lovitas. De huidige regelgeving laat niet toe dat energie van een windmolen of een zonne-installatie rechtstreeks naar andere verbruikers gaat. Daarom diende Lovitas, gesteund door POM Oost-Vlaanderen, Flux50 en de distributienetwerkbeheerder Fluvius, een aanvraag in om te worden erkend als regelluwe zone. De Vlaamse regering moet binnen de drie maanden beslissen over de toekenning.
“Toen we daar vijf jaar geleden mee begonnen, was het concept van energiegemeenschappen nog heel flou”, verduidelijkt Bart Leeman, de CEO van het softwarebedrijf IRC Engineering en de directeur van Lovitas. “Oorspronkelijk wilden we een eigen elektriciteitsnetwerk aanleggen, maar dat was voor Fluvius onbespreekbaar. Na verloop van tijd zag het het nut van energiegemeenschappen in.”
Fluvius en Lovitas ondertekenden vorig jaar een memorandum van overeenstemming. Fluvius gaf daarbij de toelating om via het bestaande distributienet te opereren. Lovitas zorgt voor de intelligente sturing van het eigen systeem. Doordat de verbruikspieken van de individuele bedrijven worden afgevlakt, wordt het voor Fluvius eenvoudiger het evenwicht op het net te bewaren. Als het voorbeeld van Lovitas ook elders navolging krijgt, kan de netwerkbeheerder daardoor mogelijk ook dure netinvesteringen vermijden. Lovitas profiteert dan weer van de de nieuwe tarieven die Fluvius hanteert, waarbij de partijen die hun verbruikspieken vlak houden, worden beloond.
Proefproject
Lovitas investeerde al 2 miljoen euro in Energytix, het softwareplatform dat alle energiestromen in het slimme net van Lovitas beheert en waarvan ongeveer de helft werd gefinancierd door een projectsubsidie van Vlaio, het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen. Het platform leest, op basis van artificiële intelligentie en machinelearning, de data van alle meters bij de bedrijven. Rekening houdend met de weersvoorspellingen en de evolutie op de elektriciteitsmarkt stuurt het de lokale stroomproductie en de lokale vraag aan, en zorgt het ervoor dat de CO2-neutraliteit van alle bedrijven erop vooruitgaat. De ontwikkelingskosten in de komende zes jaar worden geraamd op 10 miljoen euro.
Die investering hopen de initiatiefnemers te recupereren door het ook elders in te zetten. Het platform kan gelijktijdig meerdere energiegemeenschappen beheren. “We merken dat Dendermonde fungeert als proefproject. Gemeenten en bedrijven willen weten hoe we het hier aanpakken”, zegt Van De Weghe. Dat blijft niet beperkt tot Oost-Vlaanderen, weet Loeckx. “We krijgen vragen van bedrijventerreinen over heel Vlaanderen, zoals Zellik, Ninove, Halle, Antwerpen, Mechelen en Genk.”
Al wijst Hugo Van den Broecke erop dat een energiegemeenschap niet overal mogelijk zal zijn. “Het vergt een andere manier van denken over investeringen en rendement. Er is ook een goede mix van bedrijven nodig. Wij hebben een aantal grote productiebedrijven, maar ook transportbedrijven. Die verbruiken meestal vrij weinig, maar hebben wel grote daken waarop zonnepanelen kunnen worden gelegd. Wat we doen, past volledig in het relanceplan dat de regering wil uitrollen na de coronacrisis, waarbij ze privé-investeringen wil aanmoedigen. Individueel zullen weinig bedrijven een windmolen bouwen, maar als we de handen in elkaar slaan, is veel mogelijk.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier